ECLI:NL:CRVB:2017:297
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F. Hoogendijk
- G.M.G. Hink
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Beëindiging en terugvordering van bijstand wegens verzwegen gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Holland. De appellante ontving sinds 30 september 2010 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande ouder. Het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard heeft echter vastgesteld dat appellante samenwoonde met H, wat zij niet had gemeld. Dit leidde tot een onderzoek door de afdeling Sociale Zaken, waarbij diverse waarnemingen en verhoren zijn uitgevoerd. Op basis van de onderzoeksresultaten heeft het college besluiten genomen om de bijstand van appellante te beëindigen en terug te vorderen. De rechtbank heeft de beroepen van appellante tegen deze besluiten ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het college onterecht onderzoek heeft ingesteld en dat de onderzoeksresultaten niet gebruikt hadden mogen worden voor de besluitvorming. De Raad heeft echter geoordeeld dat het college bevoegd was om onderzoek in te stellen en dat de onderzoeksbevoegdheid in dit geval gerechtvaardigd was. De Raad heeft vastgesteld dat appellante en H in de te beoordelen periode een gezamenlijke huishouding voerden, wat leidde tot de conclusie dat appellante in strijd met haar inlichtingenverplichting heeft gehandeld. De Raad heeft de hoger beroepen van appellante afgewezen en de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd.