ECLI:NL:CRVB:2022:29
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.M.P. Jacobs
- Y. Al-Qaq
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand in verband met autohandel en schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 1 juni 2001 bijstand ontvangen op grond van de Participatiewet (PW). De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De aanleiding voor het onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand was een melding van ongebruikelijke transacties (MOT). Uit het onderzoek bleek dat appellanten betrokken waren bij de registratie van meerdere kentekens van auto’s en bromfietsen, wat leidde tot de conclusie dat er mogelijk sprake was van autohandel. Het college van burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage heeft de bijstand herzien en teruggevorderd, omdat appellanten hun inlichtingenverplichting hebben geschonden door geen melding te maken van hun betrokkenheid bij deze transacties.
De Raad oordeelde dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij recht hadden op bijstand in de maanden waarin de bijstand is ingetrokken. De Raad bevestigde dat de schending van de inlichtingenverplichting het recht op bijstand beïnvloedde en dat de terugvordering niet was verjaard. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het voldoen aan de inlichtingenverplichting voor bijstandsontvangers.