Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 7.022,85 (bruto) teruggevorderd.
13 augustus 2012 tot en met 24 maart 2013 (betreffende de loonaangifte van [BV 2] ). Bij brief van 29 augustus 2013 heeft het Uwv, naar aanleiding van de hoorzitting, aan appellant gemeld dat hij onder meer nog kan reageren op de bijgevoegde specificatie van de vordering. Appellant heeft bij brief van 3 september 2013 als zijn reactie gegeven dat de berekening van het Uwv niet juist is en heeft daarbij een eigen berekening gemaakt.
€ 62,04 per dag is gekomen, is in dit verband ontoereikend, te meer nu niet is gebleken dat het Uwv niet de juiste inkomensgegevens heeft gebruikt. Het Uwv heeft in zijn verweerschrift voor één van de tijdvakken een volledige berekening gemaakt om inzicht te geven in de wijze waarop de bedragen in de tweede kolom zijn berekend. Die berekening is door appellant niet bestreden en komt de rechtbank niet onjuist voor. De conclusie is dat het betoog van appellant tegen de hoogte van het terugvorderingsbedrag faalt. Dit betekent dat het Uwv bevoegd is om het teveel betaalde (bruto)bedrag aan ZW-uitkering van € 7.022,85 van appellant terug te vorderen.
31 december 2012 tot en met 27 januari 2013.
artikel 35, alsmede de basisregistratie personen, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van het Uwv op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
€ 7.022,85 heeft onderbouwd en berekend. Appellant wordt niet gevolgd in zijn stelling dat het Uwv eerst in beroep de betreffende gegevens uit Suwinet heeft verstrekt. Uit het dossier blijkt dat de betreffende stukken (gedingstukken 27.13 en 27.14) reeds met de brief van het Uwv van 14 augustus 2013, dus in de bezwaarfase, aan de gemachtigde van appellant zijn toegezonden.
BESLISSING
D.S. de Vries als leden, in tegenwoordigheid van D. van Wijk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2015.