dhr. mr. B. Emmerig

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens het ontbreken van een schriftelijke machtiging door de gemachtigde.

Hoger beroep over belastingaanslag 2006. Hof bevestigt dat negatieve inkomsten niet opnieuw in mindering kunnen worden gebracht. Studiekosten en aftrek dubbele belasting afgewezen. Hoger beroep ongegrond.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt de aanslagen IB/PVV en ZVW 2006, oordeelt dat de herinvesteringsreserve moet vrijvallen en interne compensatie kan worden toegepast, en laat de heffingsrente in stand.

Het Hof bevestigt de aanslagen IB/PVV en VB, oordeelt dat WOZ-waarden onherroepelijk zijn en wijst verzoek om deskundigen af. Heropening voor schadevergoeding.

Hof Amsterdam bevestigt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van omzetbelasting voor aankopen door buiten de EU woonachtige toeristen, omdat zij niet als ondernemer kan worden aangemerkt.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt dat de medische diensten van belanghebbende aan het UWV niet vrijgesteld zijn van omzetbelasting, omdat ze niet primair gericht zijn op gezondheidsbescherming.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt de naheffingsaanslag omzetbelasting van € 54.859 en een boete van 25% aan fiscale eenheid X1 B.V. en X2 B.V. wegens onzorgvuldig handelen bij acceptatie van facturen.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt dat herzieningsomzetbelasting over het gehele boekjaar door de overnemer verschuldigd is bij overdracht van onroerend goed, en niet deels door de overdrager.

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat de verhuur van een deel van de eigen woning door een directeur/groot-aandeelhouder aan zijn B.V. geen economische activiteit is voor de omzetbelasting, waardoor geen recht op teruggaaf bestaat.

Hoger beroep over naheffingsaanslag omzetbelasting. Het Hof bevestigt dat de activiteiten van belanghebbende vrijgesteld zijn van omzetbelasting. Inspecteur veroordeeld in proceskosten.

Hoger beroep ongegrond; belanghebbende slaagt niet in bewijs voor aftrekbaarheid verbouwingskosten voor monumentenpand.

Het Hof oordeelt dat een kleurloze, heldere vloeistof niet als witte wijn kan worden ingedeeld, maar als ethylalcohol onder post 2208 van de GN, na beoordeling van de objectieve kenmerken van het product.

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat de kosten van woningaanpassing van belanghebbende niet aftrekbaar zijn, omdat hij geen aanvraag voor vergoeding heeft ingediend. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep ongegrond verklaard.

Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 9 februari 2012 geoordeeld dat een alcoholhoudende drank, aangeduid als product 'A', terecht is ingedeeld onder post 2208 70 10 van de Gecombineerde Nomenclatuur, en heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.

Hoger beroep over belastingaanslagen en boetebeschikkingen; termijnoverschrijding niet verschoonbaar voor navorderingsaanslagen, maar wel voor boetebeschikkingen omzetbelasting.

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat kosten voor ziekenbezoek aan een zieke vader niet aftrekbaar zijn, omdat belanghebbende niet op hetzelfde adres woonde als haar ouders en dus niet voldeed aan de eis van een gezamenlijke huishouding.

Hoger beroep over navorderingsaanslag en boete wegens niet vermelde afkoopsom van kapitaalverzekering. Hof bevestigt navorderingsaanslag, vernietigt boetebeschikking.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt dat verbouwingskosten van de eigen woning niet aftrekbaar zijn volgens de Wet inkomstenbelasting 2001, ook niet met schriftelijke onderbouwing.

Het Hof bevestigt dat niet alle danslessen van de belanghebbende onder het verlaagde tarief van de omzetbelasting vallen en wijst de zaak terug naar de inspecteur voor nader onderzoek.

Hoger beroep over niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen aanslag inkomstenbelasting 1991. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank Haarlem, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde wegens te late indiening.

Hoger beroep over navorderingsaanslag en boete wegens niet aangegeven inkomsten. Het Hof bevestigt dat de inspecteur terecht een hogere aanslag en boete oplegde, gezien de omstandigheden.

Hoger beroep over onterechte kostenvergoeding voor bezwaarprocedure. Het Hof bevestigt dat de inspecteur geen onrechtmatigheid heeft gepleegd en de vergoeding ten onrechte is toegekend.

Het Gerechtshof bevestigt de heffingsrente aan eiser, oordelend dat deze niet als sanctie is bedoeld en correct is berekend. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over naheffingsaanslag accijns en boete voor vliegtuigverhuur. Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep gegrond.

Het Gerechtshof Amsterdam vernietigt de uitspraak van de rechtbank over proceskostenvergoeding en veroordeelt de inspecteur tot een totale vergoeding van € 1.518.

Het Gerechtshof Amsterdam verklaarde het hoger beroep van A B.V. niet-ontvankelijk en veroordeelde de inspecteur tot vergoeding van € 1.679 aan proceskosten en € 736 aan griffierecht.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt dat de inschrijving van een kind in de basisadministratie bepalend is voor het recht op heffingskortingen. Eiser komt niet in aanmerking voor de kortingen omdat zijn dochter niet langer dan zes maanden op zijn adres stond ingeschreven.

Het Hof bevestigt de indeling van knoflooktenen onder post 0703 20 00 van de Gecombineerde Nomenclatuur, oordelend dat ze niet als bevroren of voorlopig verduurzaamd kunnen worden aangemerkt.

Hoger beroep van A BV tegen uitnodiging tot betaling douanerechten. Het Hof oordeelt dat de rechten van de verdediging zijn geschonden, maar vernietigt de UTB niet. Proceskostenvergoeding blijft in stand.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt de niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank in belastingzaken. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het Gerechtshof Amsterdam vernietigt de naheffingsaanslag omzetbelasting van X B.V. wegens gebrek aan bewijs van ongerechtvaardigde verrijking. De inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van € 2.093.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt dat de schadevergoeding aan Ne niet als negatief loon kan worden aangemerkt, omdat er geen bewijs is dat belanghebbende winst uit onderneming heeft genoten. Hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over ambtshalve aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994-2002. Hof bevestigt eerdere uitspraak, geen mogelijkheid tot verrekening met 2004.

Hoger beroep van L B.V. tegen de handhaving van een UTB door de inspecteur voor douanerechten op goederen uit Israël. Het Hof bevestigt dat geen vergissing is gemaakt door de autoriteiten.

Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat kosten voor tandheelkundige brug aftrekbaar zijn in de inkomstenbelasting, omdat deze de functie van bijten en kauwen herstelt. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en de aanslag verlaagd.

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat een stichting niet als ANBI kan worden aangemerkt, omdat haar feitelijke werkzaamheden niet het algemeen belang dienen, ondanks een algemeen nuttige doelstelling.

Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 15 juli 2010 het hoger beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de belastingaanslag verminderd tot € 16.408 en de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van € 1.610 aan proceskosten.

Hoger beroep ongegrond verklaard; belanghebbende heeft niet aangetoond dat de aanslag inkomstenbelasting onjuist is.

Hoger beroep ongegrond verklaard; belanghebbende heeft niet aangetoond dat de aanslag inkomstenbelasting onjuist is.

Het Gerechtshof Amsterdam vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond, omdat belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij tijdig een bezwaarschrift heeft ingediend.

Het Gerechtshof Amsterdam vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep gegrond inzake een fout in de voorlopige aanslag inkomstenbelasting, zonder schending van het vertrouwensbeginsel.

Hoger beroep over navorderingsaanslag inkomstenbelasting na expiratie van een lijfrentepolis. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de belanghebbende niet tijdig heeft gehandeld.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt de naheffingsaanslag MRB en boete aan belanghebbende voor gebruik van een geschorst voertuig.

Hoger beroep over niet-ontvankelijkheid bezwaar inkomstenbelasting. Het Hof bevestigt dat het bezwaar te laat is ingediend en dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is. Belanghebbende werd niet gehoord, maar dit was niet nodig. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand.

Het Hof bevestigt de navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor 2004, oordelend dat de inspecteur terecht uitging van de juistheid van de aangifte van belanghebbende, die als wethouder geen informatie bij een fiscale deskundige had ingewonnen.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op kinderkorting en gerelateerde kortingen, omdat zijn kinderen niet op hetzelfde adres staan ingeschreven.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt dat M in 2002 geen winst uit onderneming heeft genoten, waardoor een verlies van € 15.418 niet in mindering kan worden gebracht op zijn inkomen. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand.

Hoger beroep over naheffingsaanslag omzetbelasting en boete. Hof oordeelt dat twee diensten zijn te onderscheiden: kamperen en ligplaatsen verhuren. Boete wegens grove schuld verminderd, naheffingsaanslag gehandhaafd.

Het Hof oordeelt dat de panden aan N en de …weg niet als één gebouw kunnen worden aangemerkt, maar dat de …weg wel een aanhorigheid is van de woning aan N. De aanslag wordt vastgesteld op € 105.212.

Het Hof oordeelt over de aftrekbaarheid van kosten van de beursgang van X N.V. en herzien de belastingaanslagen vennootschapsbelasting voor 1998 en 1999.

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat de uitsluiting van successierecht bij de rendementsgrondslag in strijd is met het anti-discriminatiebeginsel. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard, maar er is een rechtstekort dat door de wetgever moet worden aangepakt.

Het Gerechtshof Amsterdam verklaart het beroep van de erven van belastingplichtige X ongegrond, betreffende de belastingheffing bij overlijden en de rendementsgrondslag in box 3, zonder aanwijzingen voor dubbele heffing.

Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat een internationaal vrachtwagenchauffeur geen recht heeft op de zeedagenaftrek van de Wet IB 2001, omdat deze regeling specifiek is voor zeevarenden.

Het Hof oordeelt dat de overeenkomst geen reële arbeidsongeschiktheidsverzekering is, maar een fiscale aftrekpost. Premies zijn niet aftrekbaar. Beroep gegrond wegens niet tijdig uitspraak op bezwaar.

Het Hof oordeelt dat de overeenkomst geen echte arbeidsongeschiktheidsverzekering is en dat de betaalde premies niet aftrekbaar zijn als persoonlijke verplichtingen.

Het Hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op investeringsaftrek voor vier afzonderlijke scheepvaart-CV's, en stelt het verlies over 1998 vast op ƒ 139.291.