ECLI:NL:GHAMS:2012:BW9317
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verhuur van een deel van de eigen woning door een directeur/groot-aandeelhouder aan zijn B.V. en de kwalificatie als economische activiteit voor de omzetbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verhuur van een deel van de eigen woning door de directeur/groot-aandeelhouder van B Makelaars B.V. aan zijn eigen B.V. De belanghebbende, een maatschap bestaande uit X1 en X2, had een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting ingediend, dat door de inspecteur was afgewezen. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna het Hof de zaak in hoger beroep behandelde.
De belanghebbende stelde dat de verhuur van de kantoorruimte en archiefruimte in de woning aan B Makelaars B.V. een economische activiteit vormde, waardoor recht op teruggaaf van omzetbelasting zou bestaan. Het Hof oordeelde echter dat de verhuur niet als een economische activiteit kon worden gekwalificeerd, omdat het niet aannemelijk was dat de werkruimte aan een ander dan een aan de belanghebbende gelieerde derde ter beschikking werd gesteld. De omstandigheden waaronder de verhuur plaatsvond, waaronder het gebruik van gemeenschappelijke ruimtes zonder vergoeding, leidden tot de conclusie dat de belanghebbende niet als ondernemer voor de heffing van omzetbelasting kon worden aangemerkt.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor aftrek van voorbelasting. De beslissing van het Hof houdt in dat de belanghebbende geen recht heeft op de gevraagde teruggaaf van omzetbelasting, en dat de overige geschilpunten niet meer aan de orde hoeven te komen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot cassatie bij de Hoge Raad.