Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Achtergrond
2.Beoordeling
onderstrepingRb):
geensprake van is dat de uitgegeven bewijzen van deelgerechtigdheid aan de houder(s) ervan aanspraak geven op een aandeel in het vermogen van het fonds. Dat dit het geval is bij een of meer van de belanghebbenden, is echter niet, althans onvoldoende onderbouwd, gesteld door de gemachtigde. De rechtbank ziet ook geen aanleiding om belanghebbenden in de gelegenheid te stellen dat te onderbouwen, gelet op het volgende.
geenbewijzen van deelgerechtigdheid zijn uitgegeven die aan de houders ervan aanspraak geven op een aandeel in het vermogen (zie 2.6), is een buitenlands lichaam dat aangemerkt kan worden als een doelvermogen objectief gezien niet vergelijkbaar met een lichaam dat in aanmerking kan komen voor de fbi-status. Gelet op het voorgaande is ten aanzien van een buitenlands lichaam dat aangemerkt kan worden als doelvermogen, evenmin sprake van een unierechtelijk verboden indirecte discriminatie.
3.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
nietop de beroepen die zijn geregistreerd onder zaaknummer 15/8105.