Voetnoten
1.§ 1, onderdeel 2, van de Allgemeine Vertragsbedingungen, bijlage 27 bij het beroepschrift.
2.Bijlage 28 bij het beroepschrift.
3.Proces-verbaal van de tweede zitting, p. 4.
5.Kamerstukken II 1959/60, 6000, nr. 3, p. 17.
6.Kamerstukken II 1961/62, 6000, nr. 6, p. 3.
7.Kamerstukken II 1962/63, 6000, nr. 9, p. 6.
8.Kamerstukken II 2007/08, 31065, nr. 8, p. 1 en 2.
9.Kamerstukken II, 1959/60, 6000, nr. 3, p. 17.
15.Artikel 28, lid 2, aanhef, Wet Vpb
16.Deze bepaling speelt in de onderhavige zaak overigens nauwelijks een rol.
17.Zie ook Kamerstukken II 1987/88, 20 701, nr. 6, p. 11.
18.Kamerstukken II 1968/69, 6000, nr. 25, p. 13.
19.Kamerstukken II 2005/06, 30 689, nr. 3, p. 1.
20.Hoge Raad 1 september 1976, nr. 17 924, V-N 1976, blz. 860, punt 13.
22.In 2004 vervangen door InvG.
23.Zie Beroepschrift van 1 augustus 2016, bijlagen 27 (Allgemeine Vertragsbedingungen) en 28 (Besondere Vertragsbedingungen).
24.Kamerstukken I 2006/07, nr. 30 533, nr. C, p. 4.
25.Met betrekking tot het project [project 3] zijn 109 bijlagen ingebracht, in totaal 4640 pagina’s. Met betrekking het project [project 1] zijn 41 bijlagen ingebracht en met betrekking tot het project [project 2] tien bijlagen.
26.Onder belanghebbende moet mede worden begrepen [beheerder] / [beheerder] , de beheerder van belanghebbende.
27.De maximale huur per m² die doorberekend mag worden in de koopsom werd lager vastgesteld en het bruto aanvangsrendement (hierna: BAR) werd verlaagd.
28.Een langere huurgarantieperiode en een hogere te vergoeden financieringsrente.
29.[project 3] BV is de vennootschap die door projectontwikkelaar [projectontwikkelaar] speciaal voor het project [project 3] is opgericht.
30.De verklaring dateert van 3 april 2020. [A] voert een notarispraktijk. Zijn cliënten bestaan grotendeels uit middel- tot (zeer) grote institutionele en commerciële beleggers en projectontwikkelaars. [A] is ook op de zitting van 18 juni 2020 als getuige gehoord.
31.Het deskundigenbericht van [N] dateert van 30 januari 2020. [N] doceert vastgoedeconomie aan de [gemeente] School of Real Estate van de Universiteit van [gemeente] en is gastdocent aan diverse universiteiten in het buitenland. Verder is hij adviseur voor verschillende organisaties, rechtbanken en particulieren op het terrein van waarderingen, erfpacht en vastgoedinvesteringen. [N] is op de zitting van 18 juni 2020 ter bijstand verschenen.
32.‘Direct’ betekent: het beleggen in stenen; met indirect beleggen’ wordt bedoeld het beleggen in aandelen van vastgoedbeleggingsfondsen.
33.Verklaring van [A] , onderdeel 17. Hierin verklaart [A] dat in ruim de heft van de door hem gesloten TKO’s een dergelijke verklaring is opgenomen.
34.HvJ EU 30 januari 2020, ECLI:EU:C:2020:51.
35.Kamerstukken II 2005/06, 30 533, nr. 3, p. 4-5.
36.HvJ EU 21 juni 2018, ECLI:EU:C:2018:480.
37.HvJ EU 30 januari 2020, ECLI:EU:C:2020:51.
39.HvJ EU 2 juni 2016, ECLI:EU:C:2016:402 (Pensioenfonds Metaal en Techniek), ov. 45-46.
40.HvJ EU 2 juni 2016, ECLI:EU:C:2016:402, ov. 48-49.
44.Notitie Fbi-regime voor vastgoedbeleggingsinstellingen van 1 oktober 2014, AFP/2014/884.
46.Vgl. Hof ’s-Gravenhage 3 mei 1996, ECLI:NL:GHSGR:1996:AW0291, V-N 1996/3138,10. Zie ook H. Vermeulen, Het regime voor de fiscale beleggingsinstelling. 47.Kamerstukken II 1967/68, 6000, nr. 17, p. 2.
48.Besluit 29 april 1970, Stb. 1970, 190, p. 443.
50.2,5 punt x € 748 x 1,5 (wegens vier of meer samenhangende zaken) x 0,5 (gewicht van de zaak).