4.15Naar het oordeel van het Hof maakt de heffingsambtenaar echter, met al hetgeen hij heeft aangevoerd, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door belanghebbende, niet aannemelijk dat de invoering van de belasting op 7 januari 2013 ligt uiterlijk twee jaren nadat de voorzieningen geheel zijn voltooid. Of anders geformuleerd: niet is aannemelijk gemaakt dat, binnen de clusters in groep III, na 7 januari 2011 nog werkzaamheden zijn uitgevoerd die de conclusie verhinderen dat de voorzieningen, waarop de bekostigingsbesluiten betrekking hebben, op 7 januari 2011 reeds geheel waren voltooid. Het Hof heeft bij dit oordeel de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking genomen, waar nodig in hun onderlinge samenhang beschouwd:
a. de voorzieningen die door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand zijn gebracht, zijn in het bekostigingsbesluit niet uitgewerkt, noch is daarin een specificatie opgenomen van de geraamde kosten. Dat ook kosten betrekking hebbend op aanpassing (verzwaring) van het elektriciteitsnetwerk daaronder zijn begrepen, blijkt nergens uit;
b. anders dan de heffingsambtenaar ter zitting van het Hof heeft verklaard acht het Hof niet aannemelijk dat in dit geval tot de voorzieningen ook moeten worden gerekend, al dan niet als aanvullende kosten die buiten het bekostigingsbesluit vallen, de aansluitingen op het elektriciteitsnet, laat staan de eventuele aanleg van elektriciteitskabels of de noodzakelijke vervanging door de netbeheerder van elektriciteitskabels door zwaardere kabels. De laagspanningsaansluitingen van de netbeheerders behoren, anders dan de elektrische verbindingen binnen het rioleringssysteem zelf, niet tot het geheel van voorzieningen. Op grond van artikel 16 van de Elektriciteitswet 1998 behoort tot de taken en de verplichtingen van de netbeheerder – onder meer – de door hem beheerde netten in werking te hebben en te onderhouden, de veiligheid en betrouwbaarheid van de netten en van het transport van elektriciteit over de netten op de meest doelmatige wijze te waarborgen, en de netten aan te leggen, te herstellen, te vernieuwen of uit te breiden. Van wijzigingen in het net kan niet worden gezegd dat die door of met medewerking van het gemeentebestuur worden aangebracht in de zin van artikel 222, eerste lid, van de Gemeentewet. Dat geldt dan dus ook voor de aanleg van zwaardere laagspanningsaansluitingen. Dit kan ook worden afgeleid uit de ambtelijke brieven en mailwisselingen met de twee netbeheerders waaruit blijkt dat het gemeentebestuur zelfs met gerechtelijke stappen heeft moeten dreigen om de netbeheerders ertoe te bewegen de aansluitvoorzieningen op orde te brengen. Daaruit leidt het Hof af dat de netbeheerders niet verplicht waren te handelen op grond van een aanneemovereenkomst waarvan de daaruit voortvloeiende kosten in het bekostigingsbesluit zijn opgenomen, zoals de heffingsambtenaar heeft verklaard. Ook uit de omstandigheid dat de netbeheerders afhankelijk waren van vergunningen die zij zelf bij de bevoegde instanties moesten aanvragen, kan worden afgeleid dat die elektriciteitsvoorzieningen buiten de gemeente om gingen. Dat de aanwezigheid van een (voldoende) functionerend elektriciteitsnetwerk één van de randvoorwaarden is om het geheel te kunnen laten functioneren en in gebruik te kunnen nemen, doet aan het vorenstaande niet af;
c. de onderhavige aanleg van drukriolering in het buitengebied van (thans) De Ronde Venen is een vele miljoenen kostend project dat is gebaseerd op het Gemeentelijke Riolerings Plan. Anders dan zou mogen worden verwacht bij een dergelijk groot project is de heffingsambtenaar niet in staat gebleken verifieerbare en objectieve opleverdocumenten te produceren van na 7 januari 2011, afgegeven door de hoofdaannemer(s), waaruit de oplevering blijkt. Een mailwisseling tussen ambtenaren en technische medewerkers van de aannemers die dateren van na 7 januari 2013 en waarin is verklaard dat de data in mails met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden kunnen worden aangemerkt als data van oplevering, geven een onvoldoende beeld van de gehele voltooiing van de voorzieningen. Het Hof acht aannemelijk dat uit de hierna onder d. genoemde eindafrekeningen kan blijken dat de voorzieningen reeds in december 2009 geheel zijn voltooid en zijn opgeleverd. Het is aan de heffingsambtenaar stukken over te leggen indien hij meent dat zulks daaruit niet kan worden afgeleid. De eindafrekeningen zijn door de heffingsambtenaar niet overgelegd, hetgeen voor zijn rekening en risico komt;
d. bij brief van 22 december 2009 aan het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht te Amsterdam heeft het gemeentebestuur – onder meer – verzocht om een definitieve subsidiebepaling op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Verwezen is naar twee eindafrekeningen, elk vergezeld van een accountantsverklaring. Tevens is daarin opgenomen dat het gehele stelsel inmiddels is aangelegd en opgeleverd, doch dat het stelsel nog niet in gebruik kan worden genomen omdat de noodzakelijke elektriciteitsvoorzieningen niet dan wel niet geheel zijn aangelegd waardoor de aanwezige pompinstallaties voor de drukriolering niet functioneren;
e. uit de overgelegde stukken kan worden afgeleid dat de inwerkingstelling van enkele delen van de drukriolering na 7 januari 2011 slechts werd verhinderd door de afwezigheid op een aantal punten van voldoende voorzieningen in het elektriciteitsnet. Dit betreft niet alleen de werking van de pompen als zodanig maar ook de werking en het inregelen van de telemetrie;
f. dat in de pompunits of andere delen van het rioleringssysteem als zodanig na 7 januari 2011 nog elektriciteitsvoorzieningen moesten worden aangebracht, is niet gebleken;
g. in de aansluitbrief van 1 december 2009 aan een van de bewoners van [b-straat] in Abcoude, met als onderwerp “Aansluiting elektriciteit buitengebied Abcoude” is – onder meer – opgenomen dat het project is gerealiseerd doch dat het, hoewel het werk gereed is, niet geheel in gebruik genomen kan worden en dat de reden daarvan is dat bepaalde noodzakelijke elektriciteitsvoorzieningen niet dan wel niet geheel zijn aangelegd;
h. ter zitting van het Hof is door de heffingsambtenaar verklaard dat het niet goed denkbaar is dat een bewoner eigenmachtig een aansluiting tot stand zal hebben gebracht zonder door de gemeente ervan op de hoogte te zijn gesteld dat de aansluiting op het rioleringssysteem mogelijk is. Dergelijke mededelingen vonden plaats door verzending van de aansluitbrieven. Belanghebbende heeft grote aantallen aansluitbrieven en verklaringen van bewoners daarover overgelegd die alle stammen uit 2009 en 2010. Hij heeft, niet door de heffingsambtenaar weersproken, gesteld dat na 1 januari 2011 toen de nieuwe gemeente De Ronde Venen van start ging, geen aansluitbrieven meer zijn verzonden. Aansluitbrieven van na 1 januari 2011 of met het briefhoofd van De Ronde Venen zijn niet bekend. Hieruit kan worden afgeleid dat ultimo 2010 alle objecten konden worden aangesloten.