Voetnoten
4.Zie onderdeel 1.3 van de uitspraak van 30 september 2021.
5.Zie onderdeel 1.16 van de uitspraak van 30 september 2021, alsmede de brief vermeld in onderdeel 1.4 van de onderhavige uitspraak.
13.Vanaf 1 augustus 2007 volgt dit uit artikel 28, tweede lid, van de Wet Vpb.
15.Conclusie in de zaak C‑342/20, ECLI:EU:C:2021:823.
17.Artikel 11a van de Wet op de dividendbelasting 1965. Zie voor het overgangsrecht artikel XXVI, leden 8 en 9, van de wet Overige fiscale maatregelen 2008, Stb. 2007, 563.
19.Artikel 10, tweede lid, van de Wet op de dividendbelasting 1965, zoals dat lid luidde tot zijn vervallen bij de wet Overige fiscale maatregelen 2008.
23.Zie ook de uitspraak van 30 september 2021.
25.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet het zaaknummer 17/1452. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook een zaak betreft over een periode waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/1452 t/m 16/1457 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één periode andere uitgangspunten gelden.
26.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet de zaaknummers 17/1356 en 17/1357. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook zaken betreffen over perioden waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/1356 t/m 17/1363 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
27.Bij de rechtbank zijn de zaken met zaaknummers 17/1887 t/m 17/1890 geadministreerd op naam van [A] en zijn de zaken met zaaknummers 17/5284 t/m 17/5287 geadministreerd op naam van [B].
28.Bij de rechtbank zijn de zaken met zaaknummers 16/9022, 16/9023 en 17/2746 geadministreerd op naam van [fonds 18] Fonds en zijn de zaken met zaaknummers 17/2490 t/m 17/2492, 17/2512, 17/2513 en 17/2517 geadministreerd op naam van [fonds 18] .
29.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet de zaaknummers 17/1285 en 17/1286. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook zaken betreffen over perioden waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/1285 t/m 17/1287 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
30.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 zaaknummer 17/5813 twee keer, één keer met [fonds 24] als belanghebbende en één keer met [C] als gemachtigde. Bij de rechtbank zijn geen zaken van [C] bekend.
31.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet de zaaknummers 17/1337, 17/1339 en 17/1340. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook zaken betreffen over perioden waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/1337 t/m 17/1341 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
32.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 zaaknummer 17/135 in plaats van 17/1315, maar dit zal een typefout zijn.
33.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet de zaaknummers 17/1912 t/m 17/1914. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook zaken betreffen over perioden waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/1911 t/m 17/1914 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
34.Bij de rechtbank zijn de zaken met zaaknummers 17/1343, 17/1344 en 17/1346 geregistreerd op naam van [D] en zijn de zaken met zaaknummers 17/1895 t/m 17/1901 geregistreerd op naam van [E].
35.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet de zaaknummers 18/4530 t/m 18/4532. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook zaken betreffen over perioden waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 18/4528 t/m 18/4532 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
36.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet de zaaknummers 17/1872 en 17/1876. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook zaken betreffen over perioden waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/1872 t/m 17/1876 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
37.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet de zaaknummers 17/1920 en 17/1921. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook zaken betreffen over perioden waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/1920 t/m 17/1922 en 17/1924 t/m 17/1927 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
38.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet het zaaknummer 17/1859. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook een zaak betreft over een periode waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/1858 t/m 17/1866 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
39.De gemachtigde noemt in het overzicht bij zijn brief van 10 september 2021 niet de zaaknummers 17/2982 en 17/2985. De rechtbank gaat er echter van uit dat dit ook zaken betreffen over perioden waarin belanghebbende één participant had, waarbij het teruggaafverzoek niet mede namens die participant is ingediend en waarin akkoord wordt gegaan om de zaak zonder zitting af te doen. De beroepen in de zaken met zaaknummers 17/2982 t/m 17/2985 zijn namelijk in één beroepschrift verwoord en daaruit valt niet af te leiden dat voor één of meer perioden andere uitgangspunten gelden.
40.De zaak met zaaknummer 18/3334 is – in tegenstelling tot de zaak met zaaknummer 18/3333 – niet in het ‘rood’ gemarkeerd in het overzicht. Omdat de beroepen echter in beide zaaknummers in één beroepschrift zijn verwoord, wordt evenmin uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer 18/3334, omdat anders de zaken procedureel uit elkaar gaan lopen.