“
Administratie omtrent aard, inhoud en voortgang 2017 en 2018
Ondanks het feit dat er data op de verschillende documenten staan en dat er wel wat meetgegevens zijn, ontbreken er duidelijke aanwijzingen dat er een logische stap is van proef naar proef en van jaar naar jaar.
Er mist verbinding in de voortgang van proef naar proef. Om welke redenen wordt een proef gedaan, op welke manier, welke proeven zijn dit, waarom een vervolgproef en wat is er met de meetresultaten gebeurd? Wat is het logische vervolg, wat is de samenhang en in welk kader zijn de proeven gedaan en wat is de conclusie om een vervolgstap te doen met andere resultaten om zo tot het gestelde doel te komen, namelijk het maken van een proces om vanuit bittere cassave biogas te kunnen maken.
Waarom is er na jaren van het doen van proeven nog steeds geen enkele conclusie waaruit blijkt welke proeven hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van het proces om vanuit bittere cassave biogas te kunnen maken? Wat zijn de bijdragen van de verschillende meetresultaten om te komen tot een werkend proces van cassave naar biogas? Er zijn geen antwoorden op deze vragen die een logische bijdrage zouden kunnen geven aan het ontwikkelen van een proces zoals in de WBSO-aanvragen is aangevraagd. Hiermee is geen aanwijzing uit de administraties dat er technische knelpunten worden opgelost om tot een werkend proces te komen.
U heeft in een aanvraag van 2018 aangegeven dat er veel meer literatuur is en dat er weliswaar met geïmproviseerde middelen proeven zijn gedaan en dat er geïnvesteerd zal moeten worden. Dit is echter niet terug te zien in de proeven die er in 2018 zijn gedaan. Daarin zijn ook alleen proeven gedaan op basis van geïmproviseerde apparatuur en vrij eenvoudige proeven die op lab schaal zijn gedaan. Er zijn geen meetgegevens van proeven die op een andere wijze zijn verkregen of uit de S&O-administratie zijn te destilleren.
Bevindingen als geheel
In 2018 zijn veel uren geschreven waarvan een groot deel voor literatuuronderzoek, namelijk ongeveer 910 uren. Onderverdeeld naar [S&O medewerker 1] met ongeveer 110 uren, [S&O medewerker 2] met ongeveer 160 uren, [S&O medewerker 3] met ongeveer 220 uren en [S&O medewerker 4] met ongeveer 420 uren. Daarnaast zijn veel uren geregistreerd voor het doen van proeven, namelijk ongeveer 1.985 uren.
Deze hoeveelheden uren zijn niet aannemelijk te maken met de hoeveelheid literatuur en aantallen resultaten van de proeven uit de S&O-administratie. De literatuur uit 2018 komt ook voor een deel in de aangeleverde S&O-administratie van 2017 voor. Het is niet aannemelijk dat er zoveel uren aan literatuur zijn besteed in relatie tot de beperkte hoeveelheid literatuur die in de S&O-administratie is aangetroffen.
Het doel van de proeven en de voortgang die daar in zou kunnen zitten, volgt niet uit de geleverde S&O-administratie. Tevens zijn er uren geschreven voor proeven waar geen koppeling met de proefresultaten is te maken in de S&O-administratie. Er is op geen enkele manier op eenvoudige en duidelijke wijze af te leiden wat de aard, inhoud en met name de voortgang is geweest binnen dit project.
Ook maken de S&O-administraties van 2017 en 2018 niet duidelijk welke werkzaamheden er hebben plaatsgevonden, op welke wijze de meetgegevens zijn verkregen, waarom en wat het doel was van de geregistreerde meetgegevens. Daarnaast is de samenhang met de aangeleverde literatuur en de hoeveelheid geregistreerde uren hiervoor niet aannemelijk. Uw toelichting laat dit onveranderd.
De aangeleverde S&O-administratie van 2017 heeft de voortgang niet kunnen onderbouwen. Wat de aangeleverde administratie van 2017 heeft bevestigd is dat er geen voortgang is vanaf begin 2017 tot het eind van 2018. Ook in 2017 is er geen samenhang tussen de geregistreerde uren en aangevraagde werkzaamheden geconstateerd. Er is niet op een eenvoudige en duidelijke wijze de aard, inhoud en de voortgang af te leiden.
Conclusie
De aard, inhoud en de voortgang van de S&O-werkzaamheden in 2017 en 2018 is niet opeenvoudige en duidelijke wijze uit de S&O-administratie op te maken.”