Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 2 februari 2015 in de zaak tussen
Institute ‘On My-Way’ B.V., te Monnickendam, appellante sub 1,
de Minister van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Op 20 november 2012 heeft een medewerkster van verweerder dit aangekondigde controlebezoek afgelegd bij appellanten op het adres in Monnickendam. [naam 1] heeft toen de medewerkster van verweerder begeleid naar een nabijgelegen pand om de daar aanwezige administratie van appellanten in te zien. Van dit controlebezoek zijn de bevindingen neergelegd in het ‘Rapport Controle WBSO Team Handhaving’(rapport). In dit rapport wordt geconcludeerd dat appellanten niet beschikken over een S&O-projectadministratie omtrent aard, inhoud en voortgang van de uitgevoerde werkzaamheden, waaruit blijkt welke S&O-werkzaamheden appellanten hebben verricht, wat de eigen inbreng van werknemers van appellanten is geweest en om welke S&O-werkzaamheden het gaat. De projectadministratie van appellante sub 1 bestaat blijkens dit rapport uit het ongedateerde verslag ‘Technical specs outline MBS-technology/Caloreeze’ waarin geen naam van de opsteller is vermeld. Voorts bevat de administratie het verslag ‘Fermentatie onderzoek’ d.d. 17 januari 2012 waarvan niet kon worden vastgesteld of dit op een S&O-project van appellante sub 1 betrekking heeft wegens het ontbreken van namen van medewerkers en data van activiteiten en de als enige in het verslag vermelde naam geen werknemer betrof van appellante sub 1. De projectadministratie van appellante sub 2 bestaat volgens het rapport uit een verslag genaamd ‘Synbioticum tegen chronische aandoeningen als gevolg van een veranderende oestrogeenhuishouding’, waarin evenmin namen van medewerkers en data van activiteiten zijn vermeld. Verder bevat deze projectadministratie een verslag ‘witbrood’ d.d. juni 2012 dat niet betrekking heeft op een S&O-project van appellante sub 2. Voorts wordt in het rapport melding gemaakt van de door appellanten overgelegde urenadministraties (S&O-administratie omtrent omvang). Deze kunnen echter, zo wordt geconcludeerd in het rapport, niet dienen als verantwoording voor de administratie omtrent de aard, inhoud en voortgang (S&O-projectadministratie) van appellanten omdat daaruit niet op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden welke S&O-werkzaamheden zijn verricht. Het rapport vermeldt dat [naam 1] tijdens de controle op 20 november 2012 de gelegenheid is gegeven om onverwijld, binnen twee werkdagen, verdere projectadministratie aan te leveren en dat verweerder op 20 november 2012 een scan van de huurovereenkomst van appellante sub 2 voor een pand in Veendam heeft ontvangen. Op 23 november 2012 is [naam 1] per email geïnformeerd dat geen verdere projectadministratie is ontvangen en dat een rapport zal worden opgesteld. Het rapport is op 22 januari 2013 aan appellanten verzonden. Zij zijn daarbij in de gelegenheid gesteld om op dit rapport te reageren. Van die gelegenheid hebben appellanten gebruik gemaakt.