ECLI:NL:RBROT:2023:3301
Rechtbank Rotterdam
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan een verkoper van sieraden en horloges wegens overtredingen van de Wwft
Op 20 april 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres], een verkoper van sieraden en horloges, en de minister van Financiën, vertegenwoordigd door de Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. De minister had op 27 november 2020 een bestuurlijke boete van € 100.000 opgelegd aan [eiseres] wegens overtredingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Na bezwaar van [eiseres] werd de boete verlaagd naar € 25.000, maar [eiseres] ging in beroep tegen deze beslissing. De rechtbank behandelde de zaak op 9 maart 2023.
De rechtbank oordeelde dat de minister niet voldoende bewijs had geleverd voor de verweten overtredingen met betrekking tot het cliëntenonderzoek. De rechtbank stelde vast dat de minister niet had aangetoond dat [eiseres] bij acht transacties geen cliëntenonderzoek had verricht. Ook de meldingsplicht werd beoordeeld, waarbij de rechtbank concludeerde dat van de tien verweten overtredingen er zeven bewezen waren. De rechtbank verlaagde de boete naar € 8.749, rekening houdend met de ernst van de overtredingen en de overschrijding van de redelijke termijn.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit voor zover het betrekking had op de niet bewezen overtredingen en bepaalde dat de minister het door [eiseres] betaalde griffierecht moest vergoeden. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van [eiseres]. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 april 2023.