ECLI:NL:RBROT:2020:424
Rechtbank Rotterdam
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen onbevoegdverklaring en schadevergoeding wegens niet tijdig beslissen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 januari 2020 uitspraak gedaan over het verzet van een opposant tegen een eerdere onbevoegdverklaring. De opposant had de rechtbank verzocht om schadevergoeding vanwege het uitblijven van uitspraken door het gerechtshof Den Haag op hoger beroepschriften die in 2015 waren ingediend. De rechtbank had zich eerder op 28 augustus 2019 onbevoegd verklaard, wat de opposant niet accepteerde en hiertegen verzet aantekende. De rechtbank oordeelde dat de rechter die bevoegd is over een materieel geschil, ook bevoegd is om uitspraak te doen over een beroep wegens niet tijdig beslissen en de verschuldigdheid van een dwangsom. De opposant volhardde echter in een kansloze rechtsgang, wat door de rechtbank werd gekwalificeerd als misbruik van recht. De rechtbank concludeerde dat er geen inhoudelijk geschil meer was en dat de opposant enkel probeerde geldsommen te incasseren ten koste van de overheid. De rechtbank verklaarde het verzet niet-ontvankelijk en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.