ECLI:NL:RBROT:2015:1467
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening na ingebrekestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 maart 2015 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, die in Dordrecht woont, heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Binnenmaas in gebreke gesteld en verzocht om bepaalde documenten. Na een periode van meer dan een jaar na de ingebrekestelling heeft eiser beroep ingesteld wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank oordeelt dat het beroep onredelijk laat is ingediend in de zin van artikel 6:12 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser heeft geen omstandigheden aangevoerd die erop wijzen dat hij niet in verzuim is. De rechtbank wijst erop dat een eerder beroep van eiser, dat was ingesteld wegens hetzelfde niet tijdig beslissen, niet-ontvankelijk was verklaard omdat hij niet tijdig het volledige griffierecht had voldaan. Dit komt voor risico van eiser en heft het verzuim niet op. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.