In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 13 september 2024, is eiseres in beroep gegaan tegen het ontslagbesluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Eiseres, die als ambtenaar werkzaam was, had eerder een WIA-uitkering aangevraagd en ontving deze op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80-100%. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet voldaan is aan de ontslagvoorwaarden van artikel 11.1.5 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP). De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende zorgvuldig onderzoek is gedaan naar de herplaatsingsmogelijkheden van eiseres binnen de organisatie, wat een vereiste is voor een rechtsgeldige ontslagverlening. De rechtbank concludeert dat het ontslagbesluit niet rechtsgeldig is en herroept het primaire besluit van 29 november 2019, dat het ontslag van eiseres betreft.
Daarnaast heeft de rechtbank ook de bezwaren van eiseres tegen de nabetaling van haar salaris en de salarisspecificaties beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat de nabetaling en de salarisspecificaties correct zijn afgehandeld door de verweerder, en dat de bezwaren van eiseres op dit punt niet slagen. Eiseres krijgt echter wel een proceskostenvergoeding van in totaal € 3.000,00 toegewezen, omdat haar beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft de proceskosten voor zowel de bezwaarfase als de beroepsfase vastgesteld en bepaalt dat het griffierecht van € 178,00 ook aan eiseres moet worden vergoed.