4.7.1Feit 2 (ZD [slachtoffers] )
Onderzoek Unit Commerciële Zeden
Op 11 september 2013 werd door een beheerder van de Doubletstraat verzocht om een nieuw meisje dat als prostituee wilde werken te controleren. Op 12 september 2013 heeft de politie met behulp van een tolk Hongaars een gesprek gevoerd met het betreffende meisje, genaamd [slachtoffers] . De politie zag dat [slachtoffers] erg angstig, timide en onzeker was. Zij verklaarde dat ze hier was gekomen om te werken in deze bar, ze wist niet hoe die heette. Ze moest geld verdienen met prostitutie. De tolk merkte aan het begin van dit gesprek op dat zij de indruk kreeg dat [slachtoffers] ongeschoold was en sommige woorden zoals ‘prostitutie’ en ‘vrijwilligheid’ niet kon uitspreken. Op een gegeven moment merkte [slachtoffers] op “ik ben nu toch in Nederland?” Verder verklaarde [slachtoffers] dat zij in Hongarije op een speciale school voor gekken en zieke kinderen had gezeten, maar dat zij zelf niet gek of ziek was.
De politie maakte zich naar aanleiding van dit gesprek ernstige zorgen om [slachtoffers] , maar zij gaf aan geen hulp te willen. Ook de exploitant die om de controle had verzocht, gaf aan dat zij het idee had dat [slachtoffers] niet helemaal in orde was en dat er iets mis was met haar.
Na het gesprek is een verbalisant [slachtoffers] gevolgd tot in de Nieuwe Molstraat. Daar maakte [slachtoffers] een gebaar naar een man aan de overkant van de straat dat hij moest weggaan. Vervolgens liep zij verder en werd zij door die man gevolgd. Deze man bleek te zijn [betrokkene] . [betrokkene] , die op verzoek van de politie is meegegaan naar het politiebureau, heeft daar verklaard dat hij op een vriend stond te wachten. De telefoon die hij bij zich had, was niet van hem maar van een vriend, genaamd “ [verdachte] ” (met nummer [Mobiele nummer] ).
[slachtoffers] , die in eerste instantie was doorgelopen, is uiteindelijk ook meegegaan naar het bureau. Daar heeft zij eerst ontkend [betrokkene] te kennen, maar vervolgens verklaard dat zij wel bezorgd om hem was, om daarna te verklaren dat [betrokkene] haar vriend was. Zij wilden in de prostitutie gaan werken omdat ze erg arm zijn. ‘ [verdachte] ’ had hen naar Nederland en naar deze stad gebracht. Hij bracht hen ook naar de prostitutiestraat. De telefoon die [betrokkene] bij zich had, was van [verdachte] . [slachtoffers] wilde niet dat de politie aan [verdachte] zou vertellen dat zij dit allemaal gezegd heeft, hij is namelijk een grote man en gaat dan schreeuwen, aldus [slachtoffers] . [verdachte] was nu in Nederland, maar hij kwam uit Mohacs. [medeverdachte] was zijn vriendin; zij stond als ‘schatje’ in de telefoon die [betrokkene] had gekregen. [verdachte] was lang, had geschoren haar en bovenop stekels. [medeverdachte] had grote borsten, was een beetje dik en had zwart haar. [verdachte] had gezegd dat ze hier naartoe moesten komen. In Nederland moesten zij het verdiende geld aan [verdachte] geven. [slachtoffers] en [betrokkene] hadden in het huis geslapen. [betrokkene] heeft uiteindelijk ook verklaard dat [slachtoffers] zijn vriendin is en dat hij een [medeverdachte] heet, zij is de vriendin van [verdachte] . Zij had verteld over de prostitutie.
Verklaringen [slachtoffers]
heeft bij de politie verklaard dat zij in Baja, Hongarije, tot haar 18e in een kindertehuis heeft gezeten. Ze was beperkt met leren en daarom heeft zij speciaal onderwijs gekregen. Zij heeft geen vak geleerd.
Via Facebook had zij gesproken met een man die [verdachte] heet. Hij zei dat er een locatie in Nederland was waar je goed geld kon verdienen met het hoerenwerk. Hij en zijn vrouw [medeverdachte] woonden in Nederland. Via een andere man uit Mohacs waren [slachtoffers] en [betrokkene] bij [verdachte] uitgekomen. Zij hadden erover nagedacht en omdat [slachtoffers] geld wilde verdienen heeft ze besloten het toch te doen. [verdachte] had gezegd dat [slachtoffers] haar verdiende geld aan hem moest afgeven. [slachtoffers] vond het aanbod niet leuk, maar durfde niets tegen hem te zeggen omdat [verdachte] een heel gespierde en kale man was.
In eerste instantie had [slachtoffers] (bij de politie) verklaard dat zij met de trein naar Nederland was gekomen, maar dat was omdat [verdachte] tegen haar had gezegd dat zij dit moest zeggen.
Met [verdachte] was afgesproken dat hij hen kwam halen uit Sukosd. Hij kwam met een grijze Audi TT. Zijn vriend, de man uit Mohacs, kwam met hem mee. [slachtoffers] en [betrokkene] zijn met hen meegereisd. Ze zijn via Sukosd naar de woning van [verdachte] in Mohacs gegaan en daar hebben ze een nacht geslapen. De volgende dag zijn ze daar vandaan verder naar Nederland gereden. Ze waren toen met z’n drieën, [betrokkene] , [verdachte] en [slachtoffers] .
[slachtoffers] wilde als prostituee werken en had er geen bezwaar tegen omdat ze geld wilde verdienen. Ook [betrokkene] had zich daarbij neergelegd. [slachtoffers] had in Hongarije al eerder in de prostitutie gewerkt. [verdachte] wist dat, volgens [slachtoffers] kon hij dat aan haar zien. Voorafgaand had [verdachte] niet tegen [slachtoffers] gezegd dat zij met niemand over hem moest praten, maar ze voelde dat er problemen zouden komen als ze dat zou doen. Ze was bang voor hem.
[slachtoffers] is alleen die ene keer in Nederland geweest. [verdachte] bracht hen naar zijn woning. Hier hebben ze een paar dagen, misschien een week, doorgebracht. Vervolgens is ze naar de bar/raamlocatie gegaan. [slachtoffers] moest van [verdachte] Engels leren om te jokken. [verdachte] had haar € 280,-- gegeven. Ze moest iets betalen, misschien was het voor het betalen van de cabine. [slachtoffers] heeft dit geld teruggegeven aan [verdachte] . [verdachte] had haar laten zien waar ze naartoe moest, van hem moest [betrokkene] ietsje verderop staan. Er was afgesproken dat [slachtoffers] de helft van haar inkomsten aan [verdachte] af moest dragen als zij had kunnen werken. Ze hadden het er niet over gehad wie de werkkamer, het verblijf of hun eten zou betalen. Het was vooral [verdachte] die haar vertelde wat ze moest zeggen of doen, maar het was [medeverdachte] die haar het papiertje gaf waarop in het Engels stond wat ze moest zeggen. [medeverdachte] werkte ook in de straat. [slachtoffers] vond het prostitutiewerk niet fijn en zij schaamt zich voor wat ze deed.
[slachtoffers] heeft verklaard dat er volgens [verdachte] duizenden euro’s aan schuld is ontstaan. Dat zei hij toen de Nederlandse politie hun naar Hongarije had gestuurd. [verdachte] heeft [betrokkene] en [slachtoffers] met zijn auto naar huis gebracht. [slachtoffers] denkt dat ze de schuld laten zitten als zij geen aangifte doet. [slachtoffers] heeft de man op foto 9 als [verdachte] herkend en de vrouw op foto 10 heeft zij herkend als [medeverdachte] .
[slachtoffers] heeft ook bij de rechter-commissaris een verklaring afgelegd. Echter, de rechter-commissaris heeft het verhoor, in overleg met de officieren van justitie en de raadslieden, vroegtijdig afgebroken omdat de rechter-commissaris vanaf het begin de indruk had dat [slachtoffers] moeilijk kon begrijpen welke vragen haar werden gesteld. Meermalen moesten vragen worden herhaald of op een eenvoudige manier worden gesteld. De rechter-commissaris had het idee dat zij de getuige niet goed kon bereiken. Op grond daarvan is besloten tot het staken van het verhoor. Gelet op deze gang van zaken verbindt de rechtbank aan de verklaring van [slachtoffers] bij de rechter-commissaris geen enkele (bewijs)waarde.
Verklaringen [betrokkene]
heeft verklaard dat hij met [slachtoffers] naar Nederland was gegaan omdat zij ‘niet eens brood te eten hadden thuis’. Ze hadden hulp gevraagd aan [betrokkene] in Mohacs, die hen vervolgens voorstelde aan [verdachte] . [verdachte] zei dat alles in orde was, mits alles op 50/50- basis zou gebeuren. Eerst zouden ze niets hoeven te betalen maar als het werk van [slachtoffers] goed zou gaan lopen dan zouden ze de schuld, die op dat moment 100.000 HUF bedroeg, wel aan hem terug moeten geven. De schuld bestond op dat moment uit kosten voor de reis, het verblijf en eten en drinken. Boven dit bedrag zou [slachtoffers] dan de helft van haar inkomsten geven. [verdachte] zei dat voor de cabine onmiddellijk € 160,-- afgegeven moest worden en dat vrouwen die in Nederland aankomen onmiddellijk gehoord worden door de Nederlandse politie. [betrokkene] had voor ogen dat [slachtoffers] en hij een korte tijd in Nederland zouden blijven om vervolgens met het verdiende geld in Hongarije iets slims te doen om daar vervolgens weer geld mee te verdienen. [betrokkene] had met [slachtoffers] besproken dat ze op deze manier geld zouden proberen te verdienen omdat ze geen andere uitweg zagen.
[verdachte] , [betrokkene] en nog een ‘zigeunerkerel’ kwamen naar Sukosd en vanaf daar zijn ze naar Mohacs vertrokken. Daar hebben ze een paar dagen geslapen tot de auto, een Audi TT, klaar was. In de tussentijd vertelde [verdachte] zijn voorwaarden, wat de kosten zouden zijn van de reis, het verblijf, kleding, eten en drinken etc. en dat zij die kosten aan hem terug zouden moeten betalen. Toen de auto klaar was, zijn ze de volgende dag met de auto vertrokken naar Nederland. [slachtoffers] zat achterin op de kinderstoel en [betrokkene] en [verdachte] zaten voorin. In Den Haag moest [slachtoffers] van [verdachte] naar de kamerverhuurder gaan om zich te melden. Hij gaf [betrokkene] een telefoon om hem te bellen als [slachtoffers] naar buiten kwam. Nadat [slachtoffers] en [betrokkene] weer thuis waren (van het politiebureau) zei [verdachte] dat hij hen naar huis zou sturen. Hij heeft vervoer voor hen geregeld (een deur-tot-deur busje voor 200 euro), dit heeft hij voorgeschoten en dit moest terugbetaald worden als [verdachte] weer in Hongarije zou zijn. Met [medeverdachte] heeft [betrokkene] geen contact gehad, maar wel had zij woorden en zinnen opgeschreven voor [slachtoffers] voor het geval ze haar iets zouden vragen. Ze moest in het Duits zeggen dat ze uit Duitsland kwam, daar werkte en dat de vriendin die met haar werkte haar die locatie had aanbevolen.
[betrokkene] heeft ook bij de rechter-commissaris een verklaring afgelegd. Daarin heeft hij verklaard dat [slachtoffers] verstandelijk beperkt is. [betrokkene] denkt dat [verdachte] dit wel heeft gezien. [betrokkene] had van tevoren met [slachtoffers] afgesproken dat ze dit werk zou gaan doen, omdat ze geen geld hadden. In Mohacs was al besproken dat de kosten zouden moeten worden terugbetaald aan [verdachte] en dat de helft van de verdiensten van [slachtoffers] naar [verdachte] zouden gaan. [slachtoffers] zou dit vijf a zes maanden doen en dan zouden ze geld hebben om in Hongarije een huis te kopen. [betrokkene] heeft [betrokkene] benaderd, die hen op zijn beurt weer voorstelde aan [verdachte] . [verdachte] kwam naar de woning van [betrokkene] toe en daar is gesproken over werken in de prostitutie, over de helft afdragen en over de reiskosten. [slachtoffers] was daarbij aanwezig.
[betrokkene] heeft ook bij de rechter-commissaris verklaard dat [medeverdachte] op een papier had opgeschreven wat [slachtoffers] moest zeggen. Er stonden vragen op met daarnaast de antwoorden. Dit was opgeschreven omdat er vragen zouden kunnen worden gesteld door de politie. Er stonden echt speciaal vragen op die de politie zou kunnen stellen. De antwoorden hielden in dat [slachtoffers] zou verklaren dat zij in Duitsland in een bar heeft gewerkt met een vriendin en dat zij op deze manier van deze locatie in Nederland zou weten. Op het briefje stond niet de waarheid. [medeverdachte] van [verdachte] was degene die tegen [slachtoffers] zei dat ze deze dingen moest vertellen aan de politie. Het idee van het briefje kwam van [verdachte] . [betrokkene] heeft gezien dat [medeverdachte] de zinnen op het papier heeft geschreven.
Verklaring verdachte
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij [slachtoffers] en [betrokkene] via [betrokkene] heeft leren kennen in Hongarije. [betrokkene] was een vriend van [betrokkene] . Ze wilden graag naar Nederland en [betrokkene] vroeg de verdachte of ze konden komen. De verdachte zei dat dat natuurlijk kon. Hij is toen met [betrokkene] bij hun geweest. [betrokkene] had hem aan [betrokkene] voorgesteld. Dit was in 2013, ergens in de zomer, augustus of september. [betrokkene] zei dat hij met zijn vriendin graag naar Nederland wilde en dat zijn vriendin graag wilde werken. De verdachte zei dat zij het konden proberen als zij dat wilden. Toen zijn ze met de verdachte mee naar Mohacs gekomen. Ze hebben daar een nacht geslapen en vervolgens zijn ze met z’n drieën naar Nederland gereden, [betrokkene] , [slachtoffers] en de verdachte. Het klopt dat [slachtoffers] achterin de Audi zat. Ze zijn onderweg alleen gestopt om te tanken. Het was zeker geen prettige reis.
Het was de verdachte duidelijk dat [slachtoffers] in de prostitutie zou gaan werken. Gevraagd naar wat het specifieke verzoek aan hem, de verdachte, inhield, heeft de verdachte verklaard dat de vraag was of hij [slachtoffers] en [betrokkene] naar Nederland kon brengen en heel misschien of ze maximaal een week bij hen konden slapen. Daarna zouden ze een eigen woning vinden. Het enige wat er tegenover het meerijden en bij hen verblijven stond, was dat de verdachte had gezegd dat als ze geld hadden, dat ze dan een deel van de benzine konden betalen. Maar ze hadden geen geld, zeiden ze. De verdachte vond dit geen probleem en zei tegen [slachtoffers] en [betrokkene] dat zij, als zij in Nederland geld zouden hebben, het dan konden geven. Er ontstond dus een soort schuld. Ze konden deze schuld nu nog niet terugbetalen maar als het meisje aan het werk zou zijn, dan zouden ze het teruggeven. Het gaat dan over inkomsten uit prostitutiewerkzaamheden, daarvan was de verdachte zich bewust. [betrokkene] zei tegen de verdachte dat het meisje niet echt talen spreekt. De verdachte zei hen daarop dat je het zonder talen niet eens hoeft te proberen. Toen heeft de verdachte [medeverdachte] gevraagd een paar woorden op te schrijven. Op dat briefje stonden zinnen als waar ze vandaan komt, hoe ze heet, hoe oud ze is etc. De verdachte had haar gevraagd om de dingen die nodig zijn om zich te kunnen voorstellen, om te kunnen werken, de dingen die nodig zijn om in de prostitutie te kunnen werken, op te schrijven. Dat waren zinnen waarvan [medeverdachte] dacht dat ze nodig waren om aan een cabine te komen. De verdachte gaf het briefje aan [betrokkene] en de verdachte probeerde zelf ook met [slachtoffers] te oefenen. Twee dagen later zeiden ze dat [slachtoffers] het toch wilde proberen. Toen zij ze met de tram naar de stad gegaan en de verdachte liet hen de straat zien. Hij gaf zijn telefoon aan [betrokkene] en daarna namen ze afscheid. [betrokkene] zou buiten wachten om te zien of [slachtoffers] een cabine zou krijgen. De verdachte zei tegen [betrokkene] dat hij hem moest bellen als hij klaar was. Daarna is de verdachte naar huis gegaan en wachtte op zijn telefoontje. De verdachte hoorde er niets meer van en is de stad in gegaan. Hij liep in de buurt van de Mediamarkt toen hij ze zag. Hij liep naar ze toe en vroeg wat er gebeurd was. [betrokkene] zei dat ze geen cabine had gekregen, dat ze mee moesten naar het politiebureau en dat ze verhoord waren. Daarna zijn ze naar huis gegaan. Als het wel was gelukt zou [slachtoffers] daar gebleven zijn en zou [betrokkene] met de verdachte mee zijn gegaan. [slachtoffers] zou dan van [betrokkene] het adres hebben gekregen en met de taxi naar huis zijn gekomen. Eenmaal weer thuis wilden ze terug naar Hongarije, maar ze konden nergens heen. De verdachte heeft toen een busticket voor ze gekocht. [betrokkene] beloofde om de kosten van de bus en de heenreis terug te betalen als ze geld zouden hebben. De verdachte weet niet hoe ze aan dat geld zouden moeten komen. De reis kostte ongeveer € 100,--. De bustickets waren € 80,-- a € 90,-- en de verdachte heeft ze ook nog € 30,-- euro extra gegeven voor als ze naar de wc wilden of als ze honger hadden ofzo.
Verklaring [slachtoffers] geloofwaardig?
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de aangifte van [slachtoffers] voldoende verankering vindt in de verklaringen van [betrokkene] . Deze verklaringen worden bovendien ondersteund door de bevindingen van de politie naar aanleiding van de controle op
11 september 2013.
Op grond van de verklaringen van [slachtoffers] en [betrokkene] kan worden vastgesteld dat [slachtoffers] , die klaarblijkelijk een verstandelijke beperking had, en [betrokkene] hadden besloten dat [slachtoffers] in het buitenland in de prostitutie zou gaan werken omdat zij beiden in zeer slechte financiële omstandigheden verkeerden. Daartoe hebben zij contact gelegd met de verdachte, die een locatie in Nederland wist waar je in de prostitutie goed geld kon verdienen. De verdachte zou hen naar Nederland brengen en daar zouden zij enige tijd kunnen verblijven.
De afspraak was dat [slachtoffers] de helft van haar verdiensten aan de verdachte zou moeten afdragen. Ook de reis- en andere onkosten zouden te zijner tijd aan de verdachte moeten worden terugbetaald. [slachtoffers] en [betrokkene] zijn hiermee akkoord gegaan. De verdachte heeft ontkend dat er was afgesproken dat [slachtoffers] de helft van haar inkomsten zou afdragen, maar dat is naar het oordeel van de rechtbank niet geloofwaardig. Vervolgens zijn ze vanuit de woning van de verdachte in Mohacs (waar zij hebben geslapen) naar Nederland vertrokken. Daar hebben zij een aantal dagen in de woning van de verdachte en [medeverdachte] verbleven. Op initiatief van de verdachte is toen een briefje gemaakt waarop [medeverdachte] een aantal (onware) dingen schreef die [slachtoffers] moest zeggen als haar door de politie vragen zouden worden gesteld. De verdachte heeft [slachtoffers] geld gegeven om een cabine te huren en haar in de buurt van de prostitutiestraat afgezet. Aan [betrokkene] heeft hij zijn telefoon gegeven zodat hij contact kon onderhouden. Na de politiecontrole heeft de verdachte [slachtoffers] en [betrokkene] op de bus gezet naar Hongarije.
De verklaringen van [slachtoffers] en [betrokkene] vinden op een groot aantal onderdelen bevestiging in de verklaring die de verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd. De verdachte heeft evenwel ontkend dat met [slachtoffers] (en/of [betrokkene] ) de afspraak was gemaakt dat zij in Nederland de helft van haar inkomsten uit de prostitutie zou afdragen. Die ontkenning is naar het oordeel van de rechtbank niet geloofwaardig. Niet alleen verklaren zowel [slachtoffers] als [betrokkene] dat deze afspraak is gemaakt, bovendien is het niet geloofwaardig dat de verdachte de hem verder onbekende [slachtoffers] en [betrokkene] uitsluitend tegen vergoeding van onkosten bij hem thuis in Hongarije zou hebben laten logeren en hen vervolgens naar Nederland zou hebben vervoerd, om hen vervolgens (eveneens uitsluitend tegen vergoeding van onkosten) in zijn woning in Nederland te laten verblijven.
Handelingen? Dwangmiddelen? Uitbuiting?
[slachtoffers] was aldus een jonge en verstandelijk beperkte vrouw, die in grote financiële problemen verkeerde en de Nederlandse taal niet sprak. De verdachte moet van al deze omstandigheden op de hoogte zijn geweest. Zo wist de verdachte dat [slachtoffers] en [betrokkene] geen geld hadden. Hetzelfde geldt voor de geestelijke gesteldheid van [slachtoffers] ; indien een tolk (zoals in het gesprek bij de politiecontrole op 11 september 2013) na een zeer kort gesprek al opviel dat [slachtoffers] ongeschoold was en een aantal zaken niet begreep, moet de verdachte dit ook hebben gemerkt. Dit geldt temeer nu [slachtoffers] , voordat zij door de verdachte naar Nederland werd gebracht, enige tijd bij de verdachte in huis had verbleven.
De verdachte heeft zijn overwicht en de kwetsbare positie van [slachtoffers] kennelijk aangegrepen om haar over te halen onder zijn voorwaarden naar Nederland te gaan om in de prostitutie te gaan werken, en om daartoe met hem mee te reizen en bij hem te verblijven. De voorwaarden van de verdachte waren voor hem zeer voordelig en voor [slachtoffers] zeer nadelig. Zij diende immers alle onkosten van de verdachte (in verband met de reis, verblijf) aan de verdachte terug te betalen en bovendien de helft van haar inkomsten uit de prostitutie af te dragen. Daar tegenover stond slechts dat de verdachte haar naar Nederland bracht en haar bij hem liet verblijven. Deze prestatie en tegenprestatie staan echter in geen enkele redelijke verhouding tot elkaar, nog daargelaten dat deze prestaties feitelijk niets met elkaar te maken hadden.
[slachtoffers] bevond zich, vanaf het moment dat een schuld was ontstaan ter zake van de reiskosten (die diende zij immers met prostitutiewerk terug te betalen omdat zij geen geld had) gaandeweg in een steeds afhankelijker positie. Dat [slachtoffers] in Nederland totaal afhankelijk was, blijkt met name uit de bevindingen van de politie waaruit valt op te maken dat zij niet eens wist waar zij was. Zij had kennelijk ook de verdachte nodig om terug naar Hongarije te reizen.
Gelet op het voorgaande kan worden bewezen dat de verdachte door middel van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van haar kwetsbare positie [slachtoffers] heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en opgenomen met het oogmerk van seksuele uitbuiting (sub 1). Bovendien kan worden bewezen dat hij haar heeft meegenomen en aangeworven om [slachtoffers] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (3). Ten slotte kan worden bewezen dat hij [slachtoffers] ertoe heeft bewogen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandigheden handelingen heeft ondernomen waarvan hij en zijn mededader wisten of redelijkerwijs moesten vermoeden dat zij zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die arbeid of diensten (sub 4). Feit 2 zal dienovereenkomstig bewezen worden verklaard, waarbij tevens bewezen wordt verklaard dat sprake is van medeplegen, nu hij voor wat betreft de handelingen in Hongarije met [betrokkene] en in Nederland met [medeverdachte] in nauwe en bewuste samenwerking heeft gehandeld.
4.7.2Feit 5 (ZD [getuige] )
Tapgesprekken
In het dossier bevindt zich een groot aantal tapgesprekken en sms-berichten tussen verschillende personen, waaruit naar voren komt dat verdachte zich, vanaf het moment dat (op 13 maart 2014) een aantal van zijn familieleden in België is aangehouden, nadrukkelijk bemoeit met de positie van Zsuzsanna (‘Zsuzsika’) [getuige] . Het gaat onder meer om de volgende gesprekken:
Op 13 maart 2014, 12.22 uur, belde [verdachte] naar [medeverdachte] .
[medeverdachte] vraagt [verdachte] huilend om haar bij moeder op het vaste nummer te bellen omdat er een groot probleem is. [verdachte] vraagt haar een paar keer wat er aan de hand is, ze zegt dat ze het zo niet kan zeggen, hij moet haar op het vaste nummer bellen. Maar iedereen is meegenomen.
Op 13 maart 2014, 12.27 uur, belde [verdachte] naar een NN man.
NN man doet verslag van dat die ochtend iedereen werd aangehouden: [medeverdachte] , [medeverdachte] , de anderen en hij zelf ook. NN man werd vrijgelaten,
Op 13 maart 2014, 12.29 uur, belde [verdachte] met [medeverdachte] en met [medeverdachte] .
[medeverdachte] doet verslag van de aanhoudingen en de inbeslagnames. [medeverdachte] zegt dat [slachtoffers] er niet is. [verdachte] zegt dat hij [betrokkene] heeft gesproken, hij was ook aangehouden maar wel vrijgelaten. (...) [medeverdachte] zegt dat 't beter is om niet in de straat te lopen
. [verdachte] zegt dat men zich niet met de meiden moet bezighouden, ze moeten blijven waar ze zijn. [medeverdachte] zegt dat [verdachte] daar erheen kan en zij kan er hier dingen regelen.
Op 13 maart 2014, 13.11 uur, belde [verdachte] met [medeverdachte] .
[verdachte] noemt haar ook bij de naam [medeverdachte] .
(...) I: [op dwingende toon] [medeverdachte] , als jullie iets, wat dan ook, overkomt; jullie weten NIETS, jullie weten er niets van waar jullie mannen naartoe gingen en wat ze deden! [pauze] Als er iets loos is, bij wie dan ook, dan moeten jullie dit zeggen, want ... want, nou, zie je wel, nu wreekt zich die hele 'we gaan maar met onze mannen mee en we hangen daar maar aan hun'. O, mijn god. O. mijn lieve god...
Op 13 maart 2014, 14.55 uur, belde [verdachte] naar zijn moeder en naar [medeverdachte] .
[slachtoffers] en [slachtoffers] zijn al vrij. [verdachte] zou het meisje willen bereiken maar [medeverdachte] weet geen nummer van haar. [medeverdachte] denkt dat ze naar [betrokkene] zal gaan. (...) [verdachte] gaat [betrokkene] bellen om [slachtoffers] te kunnen spreken. (...)
Op 13 maart 2014, 15.00 uur, belde [verdachte] naar [betrokkene] .
[betrokkene] zegt dat [betrokkene] zijn vriend is en daarom gaat hij helpen. [verdachte] weet niet of [slachtoffers] daar zou blijven maar vraagt [betrokkene] om een paar dagen op haar te passen. Natuurlijk, 't is mijn plicht en ik heb niets voor nodig, [betrokkene] zou mij ook helpen, zegt [betrokkene] . [verdachte] zegt dat hij er wel voor wordt beloond, hij zal binnen enkele dagen erheen gaan, zegt [verdachte] . [verdachte] zal aan de mensen thuis doorgeven dat [slachtoffers] goede verklaring heeft afgelegd. (...) Als [slachtoffers] voor een paar dagen hierheen wil dan kan dat en dan breng ik haar later terug, zegt [verdachte] . [verdachte] bedankt [betrokkene] omdat hij er zo over denkt.
Op 13 maart 2014, 15.07 uur, belde [verdachte] met [medeverdachte] .
[verdachte] doet verslag van het gesprek met [slachtoffers] en [betrokkene] . [verdachte] zegt dat hij [slachtoffers] zo met auto kan ophalen maar ze kan ook met de trein voor een paar dagen naar [verdachte] toe maar hij weet niet wat 't best is.
[medeverdachte] denkt dat de meiden maar beter aan het werk kunnen anders valt 't op. [verdachte] denkt er ook zo over, de anderen kunnen 't best ook terug naar het hotel, ze kunnen immers ook in Mohacs worden opgepakt. (...) maar [slachtoffers] is stabiel en dat is belangrijk. [verdachte] zegt dat [slachtoffers] haar werk goed heeft gedaan, ze moeten zich door haar geen zorgen maken, dat is belangrijk. [verdachte] heeft [betrokkene] gevraagd dat de meiden het andere meisje moeten spreken. Geef 't maar aan [medeverdachte] door dat ze naar mij toe kunnen maar volgens mij kunnen ze 't best terug, zegt [verdachte] .
Op 13 maart 2014, 19.07 uur, werd [verdachte] gebeld door [betrokkene] .
[betrokkene] zegt dat [slachtoffers] naast hem is. [verdachte] vraagt of het meisje vandaag of morgen wel werkt.
Op 13 maart 2014, 19.12 uur, werd [verdachte] gebeld door [slachtoffers] .
[slachtoffers] geeft dit als haar nieuw nummer door, [verdachte] slaat het op. Doe je best, pas op je geld, je zit daar goed bij [betrokkene] , we zien wat er met jouw moeder en vader zal gebeuren, indien niets dan kom ik een keertje langs, we gaan wat eten en dan gaan we bepreken wat er met jou gaat gebeuren, zegt [verdachte] . Is goed, zegt [slachtoffers] . Ik denk dat je je tegenover je moeder en vader net zo aanstelt als daarvoor, toch?, vraagt [verdachte] . Natuurlijk, zegt [slachtoffers] .
Zolang ze er niet zijn kom ik altijd langs om met elkaar te spreken, je zal naar mij luisteren en dan gaan wij vertellen wat je moet doen; als je problemen hebt kan je mij op dit nummer bereiken, zegt [verdachte] .[verdachte] wil weten of het huis is betaald. Op de eerste van de maand moet het betaald worden, vanaf morgen ga ik er weer voor sparen, ik kan niets beters bedenken, van [betrokkene] is al het geld door de politie meegenomen, zegt [slachtoffers] .
Spaar maar vanaf morgen voor de huur, je blijft daar in de woning en ik kom dan altijd langs, ik ga op je passen zodat niemand je iets kan aandoen en hopelijk komen ze snel vrij, zegt [verdachte] .
Op 13 maart 2014, 20.30 uur, belde [verdachte] met [betrokkene] .
[betrokkene] zegt dat al zijn vrienden vertrekken, hij blijft met zijn vrouwtje daar, [slachtoffers] zegt dat de woning is betaald en ze vroeg ons om daar te slapen, ik weet wat mijn verplichting is. Jullie moeten om de tafel heen, stel dat er controle komt dan moeten jullie afspraken hebben waar jullie elkaar van kennen, ik ben wel blij dat ze bij jou zit, ga maar naar de woning toe, jullie kunnen de huur delen en dan ga ik er ook regelmatig heen, [betrokkene] zou ook blij mee zijn dat er op haar wordt gelet, 't liefst zou ik ernaartoe gaan maar stel dat ze binnen enkele dagen worden vrijgelaten, zegt [verdachte]
. [verdachte] zegt dat er heel erg op de telefoongesprekken en op het meisje moet worden gelet.
Op 13 maart 2014, 20.41 uur, werd [verdachte] door [slachtoffers] gebeld.
[slachtoffers] vraagt of [verdachte] al iets weet. Nee, maar als hij iets weet belt hij haar meteen. [slachtoffers] huilt en mist haar moeder heel erg, ze heeft niets belastend verklaard. [verdachte] zegt dat [betrokkene] en zijn vrouw naar haar toe kunnen, [betrokkene] en [betrokkene] kunnen bij haar slapen.
[slachtoffers] heeft tegen de winkelhouder, tegen de eigenaar, gezegd dat het geld door de politie is meegenomen maar ze zal vanaf morgen het geld voor de volgende maand opzij zetten. 't pas de 13e, stel dat je moeder niet wordt vrijgelaten dan gaat [betrokkene] ook meebetalen als ze vrij zijn dan betaal je het netjes alleen, zegt [verdachte] . [slachtoffers] hoorde dat [betrokkene] , de vriend van [medeverdachte] er vandaag aankomt maar [verdachte] zegt dat ze zich behalve [betrokkene] met niemand bezig moest houden. (...)
Op 13 maart 2014, 20.48 uur, belde [verdachte] met [medeverdachte] .
[verdachte] zegt dat hij het meisje heeft gesproken, ze blijft daar, [betrokkene] gaat erheen omdat zij uit hun huis zijn gezet en dan kunnen we afwachten wat er ging gebeuren en als ze niet worden vrijgelaten dan regelen we zo het lot van het meisje dat 't goed zou zijn. [verdachte] belt [medeverdachte] zo terug omdat [betrokkene] hem belt.
Op 13 maart 2014, 21.25 uur, werd [verdachte] door [betrokkene] gebeld.
(...) [betrokkene] is niet thuis, [slachtoffers] wel. 't is beter om haar niet alleen te laten, kan je haar op de trein zetten onderweg naar mij?, vraagt [verdachte] . Ze kan zulke dingen niet alleen doen, misschien kan ze bij [betrokkene] blijven, zegt [betrokkene] . [verdachte] zegt dat het meisje een nieuwe Sim-kaart moet kopen en hem van het nieuw nummer opbellen.
Op 13 maart 2014, 22.15 uur, belde [verdachte] naar [betrokkene] .
[slachtoffers] moet morgen ochtend aan het werken ik ga haar 's avonds misschien ophalen en zaterdag gaat ze naar huis of ze kan na het werk bij [betrokkene] slapen en dan stuur ik het van huis tot huis bus daar naartoe en daarmee gaat ze dan naar huis, zegt [verdachte] . Ik heb tegen haar gezegd dat ze alleen maar naar jou moet luisteren, je gaat goede beslissingen nemen, zegt [betrokkene] . [betrokkene] brengt [slachtoffers] naar [betrokkene] . Kent ze de weg naar het werk, woont [betrokkene] ver weg van het werk?, vraagt [verdachte] . Nee, ze woont 5 minuten van mij en van [betrokkene] vandaan, zegt [betrokkene] . Dan ga ik 't afspreken dat [slachtoffers] op zaterdag in de bus stapt, ze moet morgen zoveel geld verdienen dat ze de "van huis tot huis" bus kan afrekenen, de bus zal haar op zaterdag bij [betrokkene] ophalen of ik ga haar ophalen zodat ze vanaf hier naar huis kan maar ik wil niet met een auto voorzien van Hongaars kenteken erheen, zegt [verdachte] .
Op 13 maart 2014, 22.23 uur, belde [verdachte] naar een NN man.
[verdachte] stelt zich voor als [verdachte] uit Nederland, hij reist altijd met hun, hij is de man met de hond. [verdachte] zegt dat er op zaterdag iemand uit Gent met NNman naar Hongarije wil meereizen. NNman heeft nog plek vrij. [verdachte] stuurt morgen het adres en het telefoonnummer van de reiziger naar NNman toe.
Op 13 maart 2014, 22.27 uur, belde [verdachte] naar [betrokkene] en [slachtoffers] .
[verdachte] vraagt [betrokkene] om straks het adres van [betrokkene] aan hem door te geven wanneer hij het meisje daar naartoe zal brengen zodat hij later de bus erheen kan sturen.
[verdachte] vraagt [slachtoffers] aan de lijn. [verdachte] vraagt [slachtoffers] om haar kleding en een werkkleding in een tas te doen zodat ze vanavond bij [betrokkene] kan slapen; morgen kan ze dan naar het werk zodat ze 200 euro kan verdienen of anders wat lukten morgen komt dan een bus wat van huis tot huis rijdt en deze zal haar naar Hongarije naar moeder brengen, ik zal de bus regelen.
Op 13 maart 2014, 23.12 uur, belde [verdachte] naar [betrokkene] .
[betrokkene] weet nog niets, er is nog niets veranderd. [verdachte] sust haar dat ze zich niet druk moet maken. Hij heeft [slachtoffers] , de dochter van [betrokkene] naar [betrokkene] laten brengen, ze gaat morgen naar het werk om geld te verdienen en overmorgen wordt ze met de van-huis-tot-huis-bus naar Hongarije gebracht. Dat is goed zo, zegt [betrokkene] . [betrokkene] informeert naar een ander meisje of [slachtoffers] haar nummer eventueel weet? Nee, maar [verdachte] zal straks [slachtoffers] spreken om te vragen waar het andere meisje zit. Het zou fijn zijn haar te kunnen spreken voor het geval zij geen goede dingen had verteld. Op de vraag van [betrokkene] hoe [verdachte] het eea te weten was gekomen, vertelt hij dat [medeverdachte] heb via FB geschreven had en zei dat er grote problemen waren
Op 14 maart 2014, 08.33 uur, belde [verdachte] naar zijn moeder.
[betrokkene] zei tegen moeder dat [slachtoffers] met [medeverdachte] naar huis moet maar moeder zei dat het meisje wilde doorwerken. [verdachte] zegt dat [slachtoffers] op zaterdag naar huis (Hongarije) vertrekt en op zondag daar aankomt, ze moet bij jou wonen en je moet goed op haar passen en dan wachten we af, indien de mensen vast blijven zitten dan ga ik iets met haar bedenken. De broer van [betrokkene] heeft een bericht naar [verdachte] gestuurd, hij zit er ook doorheen.
Op 14 maart 2014, 08.49 uur, belde [verdachte] naar [slachtoffers] .
[slachtoffers] zegt dat ze geen sleutel heeft, ze is in de straat, 't is bij [betrokkene] gebleven maar ze is ver weg van [betrokkene] .
Regel maar de sleutel, je hoeft niet veel te verdienen, 150-200 euro, dan heb je geld voor taxi om naar huis te gaan, je kan rustig naar huis (Hongarije), naar moeder toe.
Op 14 maart 2014, 09.54 uur, belde [verdachte] met [medeverdachte] .
Spreek maar [slachtoffers] of [betrokkene] , [slachtoffers] moet niet naar huis gaan want je zwager gaat zich uitrusten en dan gaat hij weer terug, zegt [medeverdachte] . [verdachte] zegt dat ze erover moeten nadenken, [slachtoffers] heeft hij gesproken, de politie gaat continu naar het huis van [betrokkene] , [betrokkene] is ook niet meer bereikbaar. [verdachte] zegt dat [slachtoffers] naar huis gaat en dan over 2-3 weken zal [verdachte] een adres voor hem regelen, een huis huren, [betrokkene] en haar man hierheen brengen, werk voor hen regelen en ze zullen met [slachtoffers] samen wonen, samen de huur betalen en [betrokkene] zal op het meisje passen omdat ze moet, zegt [verdachte] . [verdachte] zegt dat niemand naar België moet. Gaat het leven dan stilstaan?, vraagt [medeverdachte] . Er moeten huizen worden gehuurd, er moeten adressen worden geregeld en de meiden moeten aan het werk worden gezet, zegt [verdachte] . [verdachte] zegt dat [medeverdachte] niet eens aan België moet denken, ze hebben immers geld, het meisje kan over 2 weken aan het werk. Je vergist je, ik heb geen geld en [medeverdachte] komt zonder geld naar huis, hij heeft niets verdiend, zegt [medeverdachte] . Jullie moeten tenminste zoveel geld regelen dat jullie hier een woning kunnen huren, 2 weken, dan sta je op een adres ingeschreven en ik regel voor het meisje de KVK-papieren wat maar een dag duurt en dan kan ze aan de slag, zegt [verdachte] . [medeverdachte] denkt dat hij misschien een ander adres zal uitzoeken.
Op 14 maart 2014, 10.52 uur, belde [verdachte] met [slachtoffers] .
[slachtoffers] heeft de sleutel voor haar kast nodig, daar zitten haar spullen in, kan [betrokkene] 't brengen. [betrokkene] gaat de stad verlaten, los 't maar op, 't is toch alleen maar voor vandaag nodig, 's avonds moet je met taxi naar [betrokkene] toe,
morgen word je door de taxi opgehaald, bel mij rond 5 uur, doe je werk, 't is al 12 uur, indien je geen geld hebt betaal de cabine niet maar vertrek maar gewoon, zegt [verdachte] . Ik moet er wel voor betalen, anders vraag ik verhuurder van de woning om geld, zegt [slachtoffers] . Doe maar wat ik zeg, de taxi kost 100 euro, zoveel kan je zeker verdienen, zegt [verdachte] . Natuurlijk kan ik dat, zegt [slachtoffers] .
Op 14 maart 2014, 12.35 uur, werd [verdachte] gebeld door [slachtoffers] .
[slachtoffers] is aan het huilen. De politie is net bij haar langs geweest, ze gaan ook nu naar [slachtoffers] toe, 't werd gezegd dat [medeverdachte] , [medeverdachte] en [medeverdachte] niet worden vrijgelaten. [verdachte] zegt dat ze haar werk moet doen, morgen haalt de taxi haar op. [verdachte] zegt dat ze niet moet huilen, anders zal ze niet genoeg geld voor morgen hebben om naar huis te gaan.
[slachtoffers] zegt dat ze alleen maar een klant had. De dag is nog lang, je hebt nog tijd tot 8 uur, zegt [verdachte] .
Op 14 maart 2014, 15.53 uur, werd [verdachte] gebeld door [slachtoffers] .
[slachtoffers] heeft 125 euro. [verdachte] is gerustgesteld dat zij dan wel genoeg geld heeft, ze kan ook de 20 euro teruggeven dat zij voor de taxi had geleend. [verdachte] vraagt [slachtoffers] om haar simkaart met 10 euro op te waarderen voor dat ze vertrekt zo dat [verdachte] haar onderweg kan bellen.
Op 14 maart 2014, 16.15 uur, belde [verdachte] naar [betrokkene] .
Volgens mij doen jullie 't verkeerd, ik hoorde dat 't meisje naar huis gaat maar ze kan straks weer verdwijnen, zegt [betrokkene] . Ik wil dat ze naar huis gaat en als er een zitting is dan kan ze naar de zitting toe, zegt [verdachte] . [betrokkene] zegt dat [slachtoffers] eigenlijk geld zou moeten sparen voor de advocaat. [verdachte] zegt dat hij wel een advocaat zal inhuren voor zijn zussen.
Op 15 maart 2014, 11.58 uur, belde [verdachte] met zijn moeder en met [medeverdachte] ( [medeverdachte] .
(...) [verdachte] vraagt [medeverdachte] wat er met het meisje moet gebeuren, zij wil nu even naar Hongarije toe. [medeverdachte] wil het nu niet over hebben.
Op 16 maart 2014, 22.09 uur, belde [verdachte] met zijn moeder.
Ik heb [betrokkene] gesproken, ik heb hem snel alles verteld wat er allemaal hier speelt, hij zei dat ze niemand hebben mishandeld, hij snapte dit niet, hij wist niet eens dat [betrokkene] daar naartoe is gebracht, [slachtoffers] moet geld brengen zodat [medeverdachte] en de andere(n) kunnen bellen, zegt moeder. Maar ze mogen hun niet bezoeken, heb je dat tegen hem gezegd?, vraagt [verdachte] . Ja, zegt moeder.
Verklaringen [getuige]
De eveneens in het dossier opgenomen verklaringen van [getuige] bieden duidelijkheid over de identiteit van ‘ [slachtoffers] ’, haar achtergrond en haar werkzaamheden.
Zo heeft Zsuszsanna [getuige] op 18 februari 2015 bij de politie verklaarddat zij nu ongeveer een jaar bij de [medeverdachte] ’s hoort. Zij zijn haar familie en zij zal op hen wachten. Zij is verder helemaal alleen. De [medeverdachte] ’s zijn haar ouders en als zij weer buiten zijn dan zal het beter gaan. Haar biologische moeder heeft [getuige] al jaren niet meer gesproken. Gevraagd naar vroeger heeft zij verklaard dat zij vanaf haar 15e in een tehuis heeft gewoond. Haar broers sloegen haar vader, die teveel dronk en ziek was. Ook werd zij gekeeld door haar oudste broer. [getuige] kon daar niet meer tegen en zo is zij in een tehuis terecht gekomen. Toen de partner van [getuige] haar ontrouw was geweest, is zij bij zijn neef gaan wonen. Deze sloeg haar in elkaar en bedreigde haar. Zij heeft weinig liefde gekregen in haar leven, en dat is een van de redenen dat zij van [medeverdachte] en [medeverdachte] houdt.
[getuige] heeft verklaard dat zij sinds 2,5 jaar als prostitutie werkt. Gevraagd naar haar financiële situatie geeft zij aan dat het gaat, ze heeft eten en ze komt rond.[getuige] gaf, voordat zij vast zaten, beltegoed, douchespullen, sigaretten, veel chocolade en ook een keer geld aan [medeverdachte] en [medeverdachte] . Samen met [medeverdachte] en [medeverdachte] heeft zij een huis gekocht in Mohacs, [getuige] betaalde € 20.000,-- aan deze woning. Of de woning ook op haar naam staat, weet [getuige] niet. Toen [medeverdachte] en [medeverdachte] vast kwamen te zitten, onderhield [getuige] contact met [verdachte] . Hij nam als eerste contact met haar op - zij had hem daarvoor een paar keer gezien en toen hebben zij twee woorden gewisseld – en regelde een taxibus voor haar. Nu, echter, ziet zij [verdachte] als een oudere broer en houdt zij van hem.
[getuige] heeft bij de rechter-commissaris verklaarddat haar door meerdere personen was gezegd dat zij haar mond moest houden. Op de vraag waarover zij haar mond dan moest houden, verklaarde zij dat dat zag op het feit dat ze haar geld hadden afgepakt, soms de helft en soms ook alles. De helft van haar geld moest zij dan afstaan aan [medeverdachte] en de zijnen en [medeverdachte] en de haren. Aan [betrokkene] heeft zij 1,5 miljoen HUF gestuurd in 1,5 maand tijd. Ook betaalde zij voor twee woningen. Dit deed zij omdat zij ‘gewoon met hen was’, maar ook werd het tegen haar gezegd of geschreeuwd. [getuige] heeft bijna een jaar als prostitutie in Gent voor [medeverdachte] en [medeverdachte] gewerkt. [getuige] beschouwde de [medeverdachte] ’s als familie. Zij noemde hen ook papa en mama. Zij was van hen gaan houden. Zij heeft de woning in Mohacs betaald van haar inkomsten uit de prostitutie, maar de woning stond niet op haar naam. Ook mag zij de woning niet meer in en de sleutel is afgepakt. Al haar spullen liggen nog in die woning. Na de aanhouding van [medeverdachte] heeft zij veel contact gehad met [verdachte] . De contacten met [verdachte] gingen erover dat alles zou goed komen en dat ze op haar zouden letten. [getuige] beschouwde [verdachte] niet als familie, zij heeft hem twee keer gezien. Wel zei [verdachte] dat [betrokkene] en de haren zo’n geluk hadden dat ze zo’n meisje hebben gevonden.
Conclusie
Uit de aangehaalde tapgesprekken en de verklaringen van [getuige] komt naar het oordeel van de rechtbank zonneklaar naar voren dat [verdachte] vanaf 13 maart 2014 de regie van zijn familieleden heeft overgenomen ten aanzien van [getuige] , een kwetsbare jonge vrouw die kennelijk deed wat anderen haar opdroegen. [getuige] , die op dat moment voor ‘de [medeverdachte] ’s’ werkte en haar verdiensten (al dan niet gedeeltelijk) aan hen afstond, zonder dat daarvoor een tegenprestatie bekend is geworden, had klaarblijkelijk financiële problemen en bevond zich zodoende in een kwetsbare positie; uit de tapgesprekken wordt duidelijk dat zij geen idee heeft wat te doen, en dat zij wacht op instructies. De verdachte wist dat [getuige] zich in een kwetsbare positie bevond; hij was er blijkens de tapgesprekken immers van op de hoogte dat [getuige] niet eens geld had om naar huis te gaan, terwijl zij dat wel wilde. De verdachte heeft zijn overwicht (het is duidelijk dat [getuige] naar hem luisterde) en haar kwetsbare positie aangegrepen om haar op te dragen dan wel aan te sporen (meer) geld in de prostitutie te verdienen en zodoende een significante bijdrage geleverd aan de voortduring van de situatie van uitbuiting, waarin [getuige] zich bevond. De verdachte heeft hierbij blijkens de tapgesprekken in nauwe en bewuste samenwerking met ene ‘ [betrokkene] ’ (vermoedelijk [betrokkene] [slachtoffers] ) gehandeld en kan derhalve als medepleger worden aangemerkt.