Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"Gelet op het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 15 maart 2011 is door de Koninklijke Marechaussee, district Zuid, brigade Recherche en Informatie, een fenomeenonderzoek gestart op de luchthavens Eindhoven Airport en Maastricht Aachen Airport onder de naam Wodan II. Doel van dit onderzoek was om criminele samenwerkingsverbanden op het gebied van verdovende middelen, migratiecriminaliteit en/of witwassen in beeld te brengen en strafrechtelijk te vervolgen. Uit dit fenomeenonderzoek is op luchthaven Eindhoven Airport een onderzoek voortgekomen naar mensenhandel onder de naam Dace. Op vluchten vanuit Hongarije bleken vaak vrouwen te zitten die vermoedelijk werken, dan wel tewerk worden gesteld in de prostitutie. Medeverdachte [betrokkene 2] is in 2011 meermalen op luchthaven Eindhoven Airport aangetroffen, terwijl hij in de prostitutie werkzame vrouwen ophaalde of naar het vliegveld bracht. Uit mutaties van de politie is verder gebleken dat [betrokkene 2] veelvuldig is aangetroffen in het gezelschap van vrouwen, waarvan het bekend was dat zij in de prostitutie werkzaam waren.
Het merendeel van de locaties waar zij werden gecontroleerd en/of waargenomen waren locaties op of nabij prostitutiegebieden, waaronder de Geleenstraat en de Doubletstraat in 's-Gravenhage.
Op 16 januari 2012 is het onderzoek Dace overgedragen aan en voortgezet door het Landelijk Parket locatie Zwolle. In de periode van 16 januari 2012 tot en met 22 mei 2012 is [betrokkene 2] stelselmatig geobserveerd en is zijn telefoon afgeluisterd. Ook in deze periode is [betrokkene 2] meermalen in gezelschap van prostituees waargenomen, zowel op of nabij prostitutiegebieden als op of nabij luchthaven Eindhoven Airport.
De verdachte heeft verklaard dat zij meerdere keren vliegtickets heeft geboekt voor prostituees om van Hongarije naar Nederland te reizen en omgekeerd. Zij heeft voorts verklaard dat zij vliegtickets voor prostituees heeft geboekt in opdracht van [betrokkene 2] . Dit gebeurde met zijn creditcard.
In een afgeluisterd telefoongesprek tussen de verdachte en [betrokkene 2] d.d. 17 april 2012 te 15:10:44 uur zegt [betrokkene 2] tegen de verdachte dat [betrokkene 1] (het hof begrijpt: [betrokkene 1] ) haar vlucht gemist heeft. Verdachte probeert de vlucht te verzetten. Zij vraagt aan [betrokkene 2] of het voor morgenmiddag of morgenochtend verzet moet worden. [betrokkene 2] wordt boos op verdachte, dat zij dat nog vraagt, omdat het natuurlijk logisch is dat het voor de ochtend moet, omdat [betrokkene 1] al vanaf morgen werken moet. [betrokkene 2] reageert zeer geïrriteerd. Verdachte zal het proberen.
De verdachte heeft over dit telefoongesprek tegenover de Koninklijke Marachaussee verklaard dat het gaat over [betrokkene 1] (het hof begrijpt: [betrokkene 1] ) die haar vlucht gemist had en dat het ticket voor [betrokkene 1] omgeboekt moest worden voor de ochtend. De reden dat deze vlucht in de ochtend geboekt moest worden is, omdat [betrokkene 1] in de ochtend als prostituee moest werken.
Op 18 april 2012 omstreeks 07:55 uur bevonden een tweetal verbalisanten zich in de terminal van Eindhoven Airport met zicht op de aankomsthal. Zij voerden een observatie uit op een vlucht komende vanuit Budapest met het vluchtnummer W6227, welke zojuist geland was op Eindhoven Airport. De verbalisanten zagen omstreeks 08:15 uur een onbekende dame met hoogblond haar vanuit de aankomsthal de terminal inlopen. Hierna zagen zij haar alleen richting de uitgang van Eindhoven Airport lopen en kennelijk handelingen verrichten met haar mobiele telefoon. Vervolgens zagen de verbalisanten de vrouw richting een Audi A8 lopen welke was voorzien van het Hongaarse kenteken [AA-00-BB] en zagen zij dat er een onbekende manspersoon uit die Audi stapte. Zij zagen hierna dat de onbekende man de onbekende dame een omhelzing en een kus op de mond gaf. Omstreeks 08:20 uur werden voornoemde personen gecontroleerd en legitimeerden zij zich door middel van een Hongaarse identiteitskaart als [betrokkene 2] en [betrokkene 1] . Desgevraagd door de verbalisanten verklaarde [betrokkene 1] dat zij kwam werken in Nederland, dat zij in Den Haag ging werken, dat zij in de prostitutie ging werken en dat zij dit uit vrije wil deed. Daar het de verbalisanten bekend was dat er een onderzoek liep tegen [betrokkene 2] hebben zij de betrokkenen hun weg weer laten vervolgen.
Op 18 april 2012 werd tevens door andere verbalisanten in de directe omgeving van perceel [a-straat 1] te Schiedam de woning waar [betrokkene 2] stond ingeschreven, geobserveerd. Omstreeks 09:42 uur zag een verbalisant de Audi A8 voorzien van het kenteken [AA-00-BB] in de directe omgeving van de [a-straat 1] en zag hij [betrokkene 2] uitstappen en het pand betreden. Daarnaast zag hij een onbekende vrouw met blond haar als bijrijdster in de Audi zitten en zag hij om 09:43 uur dat [betrokkene 2] het pand aan de Fahrenheitstraat verliet en in de Audi wegreed. Vervolgens namen weer andere verbalisanten om 10:07 uur waar dat de Audi voor het pand aan de [b-straat 1] (het hof begrijpt: [b-straat 1] te Rotterdam) stopte en zagen zij [betrokkene 2] het pand betreden. Vervolgens zag een verbalisant om 10.17 uur dat [betrokkene 2] en de onbekende vrouw het pand verlieten en in de Audi stappen en wegrijden.
Om 10.20 uur zagen verbalisanten de Audi weer geparkeerd staan voor de [a-straat 1] en zagen vervolgens om 10.26 uur [betrokkene 2] , en de onbekende vrouw het pand aan de [a-straat 1] verlaten. Zij zagen [betrokkene 2] als bestuurder en de vrouw als bij rijdster in de Audi stappen en wegrijden.
Om 10:45 uur zagen andere verbalisanten de Audi stoppen op de Weteringkade te Den Haag en zagen zij [betrokkene 2] en de vrouw uit de Audi stappen en een belwinkel betreden. Om 10:46 uur zag een verbalisant [betrokkene 2] en de vrouw de belwinkel verlaten en weglopen. Om 10:48 uur zag een verbalisant [betrokkene 2] als bestuurder in de Audi stappen en wegrijden en zag hij de vrouw in de richting van de Geleenstraat te Den Haag lopen. Om 11.05 uur zag een verbalisant de vrouw achter een raam zitten van perceel Geleenstraat 23 te Den Haag.
[betrokkene 1] heeft tijdens haar verhoor door de Koninklijke Marachaussee op 21 juni 2012 verklaard dat [betrokkene 2] haar vliegtickets betaalde. Zij heeft voorts verklaard dat zij als prostituee werkzaam is op de Geleenstraat nummer 23. Toen haar het hiervoor genoemde telefoongesprek tussen de verdachte en [betrokkene 2] van 17 april 2012 werd voorgehouden, heeft zij bevestigd dat zij het vliegtuig had gemist, terwijl zij voor 18 april 2012 al een kamer had betaald om te kunnen gaan werken. Zij heeft tevens bevestigd dat zij op 18 april 2012 door [betrokkene 3] van het vliegveld van Eindhoven is gehaald. [betrokkene 1] heeft voorts verklaard dat zij vervolgens naar het huis zijn gegaan waar zij woont, de woning aan de [b-straat 1] te Rotterdam. Aldaar is zij uitgestapt en heeft zij haar spullen gepakt om te kunnen gaan werken. [betrokkene 3] heeft haar vervolgens naar haar werk gebracht. Zij heeft bevestigd dat zij omstreeks 11:05 uur achter het raam zat op de Geleenstraat 23 in Den Haag. Desgevraagd heeft zij verklaard dat ze zo snel na de controle op Eindhoven Airport was gaan werken, omdat ze al gemeld had dat ze zou gaan werken. Of ze zou gaan werken of niet, het geld was ze dan toch kwijt."