Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting.
telkens pro forma), 1, 2, 12, 13, 14 en 19 februari 2018 (
inhoudelijk).
2.De tenlastelegging.
- [slachtoffer 1] in de periode van 1 juni 2010 tot en met 31 mei 2012 (feit 1);
- [slachtoffer 2] in de periode van 1 november 2010 tot en met 23 december 2010 en in de periode van 1 maart 2011 tot en met 1 oktober 2012 (feit 2);
- [slachtoffer 3] in de periode van 1 november 2011 tot en met 26 februari 2012 (feit 3);
- [slachtoffer 4] in de periode van 1 december 2011 tot en met 9 januari 2012 (feit 4);
- [slachtoffer 5] in de periode van 31 december 2011 tot en met 9 januari 2012 (feit 5);
- [slachtoffer 6] in de periode van 1 december 2011 tot en met 30 januari 2012 (feit 6);
- [slachtoffer 7] in de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 januari 2013 (feit 7);
- [slachtoffer 8] in periode van 1 december 2012 tot en met 1 maart 2013 (feit 8).
3.Geldigheid van de dagvaarding
4.Ontvankelijkheid van de officieren van justitie
5.Bewijsoverwegingen
- medeplegen feit 1 in de periode 1 april tot 1 juni 2012 ( [slachtoffer 1] );
- medeplegen feit 2 ( [slachtoffer 2] );
- medeplegen feit 5, sub 1, 3 en 4 ( [slachtoffer 5] );
- medeplegen feit 6 ( [slachtoffer 6] );
- feit 7, sub 1 ( [slachtoffer 7] );
- medeplegen feit 8, sub 1, 3 en 4 ( [slachtoffer 8] );
- feit 9, ten aanzien van mensenhandel en witwassen (Criminele organisatie).
- feit 3 ( [slachtoffer 3] );
- feit 4 ( [slachtoffer 4] );
- feit 5, sub 6 en 9 ( [slachtoffer 5] );
- feit 7, sub 3 en 4 alsmede medeplegen ( [slachtoffer 7] );
- feit 8, sub 6 en 9 ( [slachtoffer 8] )
- feit 9, ten aanzien van mishandeling en bedreiging (Criminele organisatie).
voor[verdachte] werkte en dat impliceert dat zij in ieder geval een deel van haar verdiensten aan hem moest afstaan. Bovendien werd [slachtoffer 5] steeds gebeld door [medeverdachte] die haar vertelde dat zij niet genoeg verdiende, hetgeen impliceert dat (ook) zij een financieel belang had bij de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 5] . Daar ging klaarblijkelijk zo’n druk van uit dat [slachtoffer 5] zo snel mogelijk uit de prostitutiestraat weg wilde ( [slachtoffer 5] was bang voor [medeverdachte] ). Niet gebleken is dat [verdachte] en/of [medeverdachte] jegens [slachtoffer 5] een prestatie hebben geleverd die het ontvangen van (een deel van) haar verdiensten
- [verdachte] en [medeverdachte] : [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] ;
- [medeverdachte] en [medeverdachte] : [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] ;
- [medeverdachte] en [medeverdachte] : [slachtoffer] en [slachtoffer 2] ;
- [medeverdachte] en [medeverdachte] : [slachtoffer] .
[medeverdachte][Bartos]
hoorde bij [medeverdachte] . Zij waren samen. [medeverdachte] werkte voor [medeverdachte] , daarom regelde zij hun zaken samen, buiten onze aanwezigheid. Ik regelde mijn zaken met [medeverdachte] ook niet in aanwezigheid van een ander.(…)
We hebben daarover gesproken met [medeverdachte] en haar man en zij zeiden dat het onze zaken waren en dat de zaken van [medeverdachte] aangaan.”en op de verklaring van [medeverdachte] [slachtoffer] bij de politie: [56] “Elk meisje hoorde bij een bepaalde vrouw. En degene met wie je was bepaalde eigenlijk de werktijden en daar kon je ook terecht met problemen of geldzaken.”
slechts€ 100 per dag moesten afdragen.
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- verdiensten doorsluizen
- koken tegen betaling
- werven
- vervoeren
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- verdiensten doorsluizen
- organiseren van huisvesting en tewerkstelling
- controleren
- verdiensten doorsluizen
6.De bewezenverklaring.
7.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde.
8.De strafbaarheid van de verdachte.
9.De strafoplegging
10.De vorderingen van de benadeelde partijen / de schadevergoedingsmaatregel.
- [slachtoffer 1] (feit 1), met een vordering ten bedrage van € 20.500,00, bestaande uit materiële schade (€ 13.000,00) en immateriële schade (€ 7.500,00);
- [slachtoffer 2] (feit 2), met een vordering ten bedrage van € 150.000,00, bestaande uit materiële schade (€ 140.000,00) en immateriële schade (€ 10.000,00);
- [slachtoffer 3] (feit 3), met een vordering ten bedrage van € 17.000,00, bestaande uit materiële schade (€ 12.000,00) en immateriële schade (€ 5.000,00);
- [slachtoffer 5] (feit 5), met een vordering ten bedrage van € 1.000,00, bestaande uit immateriële schade;
- [slachtoffer 6] (feit 6), met een vordering ten bedrage van € 3.050,00, bestaande uit materiële schade (€ 550,00) en immateriële schade (€ 2.500,00);
- [slachtoffer 7] (feit 7), met een vordering ten bedrage van € 5.000,00, bestaande uit immateriële schade;
- [slachtoffer 8] (feit 8), met een vordering ten bedrage van € 12.000,00, bestaande uit materiële schade (€ 7.000,00) en immateriële schade (€ 5.000,00).
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6](gedeeltelijk) worden toegewezen, zal de verdachte tevens worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6]naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door deze feiten is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het hiervoor genoemde toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover, ten behoeve van de desbetreffende slachtoffers.
11.De toepasselijke wetsartikelen.
12.De beslissing.
41 (eenenveertig) MAANDEN;
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6](gedeeltelijk) toe en veroordeelt de verdachte
hoofdelijkom tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
- [slachtoffer 1] : een bedrag van € 15.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 22 januari 2018;
- [slachtoffer 2] : een bedrag van € 120.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2018;
- [slachtoffer 5] : een bedrag van € 1.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 22 januari 2018;
- [slachtoffer 6] : een bedrag van € 1.300,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2018;
hoofdelijkin de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 6]voor het overige niet ontvankelijk zijn in de vordering;
hoofdelijkop de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van:
- € 15.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 22 januari 2018, ten behoeve van [slachtoffer 1] ;
- € 120.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2018, ten behoeve van [slachtoffer 2] ;
- € 1.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 22 januari 2018, ten behoeve van [slachtoffer 5] ;
- € 1.300,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 januari 2018, ten behoeve van [slachtoffer 6] ;
[slachtoffer 3] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8]niet-ontvankelijk in de vorderingen;
[slachtoffer 3] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8]in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vorderingen gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
1 maart 2013te Den Haag en/of elders in Nederland en/of in Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,