ECLI:NL:RBDHA:2018:13480
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens bezit van onroerend goed in Turkije
In deze zaak hebben eisers, die bijstand ontvingen op basis van de Participatiewet, beroep ingesteld tegen de intrekking van hun bijstandsrecht en de terugvordering van ten onrechte betaalde bijstand. De intrekking en terugvordering zijn gebaseerd op het bezit van onroerend goed in Turkije, waarvan eisers geen melding hebben gemaakt aan de gemeente. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers in het bezit zijn van een stuk grond en een woning in Turkije, en dat de waarde van deze onroerende zaken boven de vrij te laten vermogensgrens ligt. De rechtbank oordeelt dat eisers hun inlichtingenverplichting hebben geschonden door het niet melden van dit bezit. De rechtbank toetst de besluiten van de gemeente aan de relevante wetgeving en komt tot de conclusie dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de betaalde bedragen rechtmatig zijn. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 12 november 2018.