ECLI:NL:CRVB:2017:4322
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet gemelde appartementen in Turkije en onvoldoende inzicht in vermogenssituatie
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 24 augustus 2005 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand. In 2014 heeft de gemeente Tilburg een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand, waarbij werd vastgesteld dat appellanten onroerende zaken in Turkije bezaten die niet waren gemeld. De gemeente heeft vervolgens de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. Appellanten hebben bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft de besluiten van de gemeente bevestigd. In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat zij niet over de appartementen beschikten en dat de waarde onjuist was vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de gemeente terecht heeft gehandeld, omdat appellanten niet voldoende inzicht hebben gegeven in hun vermogenssituatie. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en stelt vast dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten gerechtvaardigd zijn. De Raad benadrukt dat het aan de appellanten is om aan te tonen dat zij niet over het vermogen beschikten, wat zij niet hebben gedaan. De uitspraak is gedaan op 12 december 2017.