Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 februari 2023, met producties,
- de rolbeslissing van 19 juli 2023,
- de conclusie van antwoord in het ontvankelijkheidsincident houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties,
- de akte overlegging producties E15-E18 van FTV,
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident, met productie E19,
- de akte overlegging producties G06-G08 van AbbVie,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 mei 2024 en de daarin opgenomen proceshandelingen en processtukken.
- de internationale bevoegdheid van deze rechtbank ten aanzien van de vorderingen tegen AbbVie US en AbbVie Deutschland;
- FTV voldoet niet aan de ontvankelijkheidsvereisten uit artikel 1018c lid 5 Rv;
- FTV heeft geen belang bij de vorderingen (artikel 3:303 BW).
2.De feiten
partijen
“het algemeen belang te dienen door ernaar te streven dat geneesmiddelen en andere medische technologieën op een duurzame en maatschappelijk betamelijke wijze op de markt beschikbaar zijn, in welk verband de stichting waarde hecht aan een eerlijke prijsstelling en distributie die in overeenstemming is met geschreven en ongeschreven nationale, Europese en internationale rechtsnormen.”(artikel 2.1 Statuten FTV).
3.Het geschil
in de hoofdzaak
alle personen die aanspraak (kunnen) maken op wettelijk verzekerde basiszorg in Nederland(wat zij noemt ‘de nauw omschreven groep’).
“die hoedanigheid verantwoordelijk voor het bepalen van het (wereldwijde) beleid met betrekking tot de door haar dochterondernemingen ontwikkelde producten en diensten, waaronder het medicijn Humira en de prijsstelling daarvan.”. Als indirecte moedermaatschappij heeft zij een beslissende invloed op het gedrag van AbbVie NL. AbbVie US en AbbVie NL vormen een economische eenheid en er bestaat een concreet verband tussen de economische activiteit van AbbVie NL en het voorwerp van de beweerde inbreuk (te hoge prijs, misbruik van machtspositie, schending mededingingsrecht). AbbVie Deutschland is als registratiehouder van Humira bij EMA geregistreerd en is dus de partij die het medicijn in de EU invoert en distribueert, aldus steeds FTV.
4.De beoordeling in het bevoegdheidsincident
“zodanige samenhang tussen de vorderingen dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen” [9] of
“een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven” [10] .
5.De beoordeling over de ontvankelijkheidsvereisten in WAMCA
1018c lid 5 aanhef Rv). Onder a tot en met c zijn in dat artikellid daarover als vereisten opgenomen:
voldoet aan de ontvankelijkheidseisen van artikel 305a, eerste tot en met derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of dat niet aan deze eisen behoeft te worden voldaan op grond van het zesde lid van dit artikel;
efficiënter en effectieveris dan het instellen van een individuele vordering doordat de te beantwoorden feitelijke en rechtsvragen in voldoende mate gemeenschappelijk zijn, het aantal personen tot bescherming van wier belangen de vordering strekt, voldoende is en, indien de vordering strekt tot schadevergoeding, dat zij alleen dan wel gezamenlijk een voldoende groot financieel belang hebben;
niet summierlijkvan de
ondeugdelijkheidvan de collectieve vordering blijkt op het moment waarop het geding aanhangig wordt.
alle personen die aanspraak kunnen maken op de wettelijke verzekerde basiszorg in Nederland (…)”.
“(…) ernaar te streven dat geneesmiddelen (…) op een duurzame en maatschappelijk betamelijke wijze op de markt beschikbaar zijn, in welk verband de stichting waarde hecht aan een eerlijke prijsstelling (…).”
alle personen die aanspraak (kunnen) maken op wettelijk verzekerde basiszorg in Nederland.In het kader van een algemeen-belangactie is het voor de belangenorganisatie eigenlijk niet doenlijk om haar achterban met naam en toenaam te noemen, laat staan om duidelijk te maken dat het met het oog op haar representativiteit voldoende personen betreft. Van de belangenorganisatie kan bij een algemeen-belangactie wel worden verlangd dat zij duidelijk maakt dat zij een adequate spreekbuis is van de groep waarvoor wordt opgekomen. Dat heeft FTV naar het oordeel van de rechtbank gedaan.
- op 7 september 2018 heeft zij een klacht ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt over de prijs van het medicijn CDCA-Laediant dat door Leadiant Biosciences Ltd. op de Nederlandse markt wordt gebracht. De ACM heeft FTV ook gehoord bij de behandeling van die klacht;
- die activiteiten zijn in de dagvaarding genoemd en omvatten onder meer:
6.De voorlopige beoordeling van de standpunten over artikel 3:303 BW
7.Conclusie over WAMCA ontvankelijkheid FTV
8.Vervolg procedure
9.De beslissing
woensdag 9 oktober 2024voor conclusie van antwoord,