Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaardingen van SEC van 19 juli 2021 tegen gedaagde 1, de rechtsvoorgangers van gedaagde 2, en gedaagde 3, met producties,
- de rolbeslissing van 22 september 2021 en de daarin vermelde stukken,
- de dagvaardingen van SCC van 17 januari 2022 tegen gedaagden 1 tot en met 137,
- de dagvaardingen van SDEJ van 18 januari 2022 tegen gedaagden 1 tot en met 141,
- de akte fusie, naamswijziging en omzetting van (de rechtsvoorgangers van) gedaagde 2, met één productie,
- de rolbeslissing van 2 februari 2022 en de daarin vermelde stukken,
- het herstelexploot van SDEJ van 22 maart 2022 ten aanzien van gedaagde 6,
- de akte overlegging producties van SCC,
- de akte overlegging producties van SDEJ,
- de akte houdende afstand van instantie van SEC jegens de aanvankelijk en uitsluitend door SEC mede gedagvaarde rechtspersoon naar buitenlands recht [naam 1] GmbH, met één productie,
- de rolbeslissing van 22 juni 2022 en de daarin vermelde stukken,
- de rolbeslissing van 20 juli 2022 en de daarin vermelde stukken,
- de akte houdende uitlating gedaagden 4 tot en met 141 en aanwijzing exclusieve belangenbehartiger van SEC,
- de akte uitlating aanwijzing exclusieve belangenbehartiger van SCC, met producties,
- de akte uitlaten aanwijzing exclusieve belangenbehartiger van SDEJ, met producties,
- het tussenvonnis van 5 oktober 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de antwoordconclusie houdende excepties van onbevoegdheid, niet-toepasselijkheid Wamca, niet-ontvankelijkheid Stichtingen, toepasselijk recht en aanwijzing van de exclusieve belangenhartiger, tevens houdende verzoek tot (gedeeltelijke) aanhouding, van Stellantis c.s., met producties,
- de antwoordconclusie niet-toepasselijkheid Wamca, niet-ontvankelijkheid Stichtingen, toepasselijk recht en aanwijzing van de exclusieve belangenhartiger, van de Autodealers, met producties,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 14 maart 2023 en de daarin vermelde (proces)stukken,
- een brief van 25 april 2023 van de advocaten van Stellantis c.s. met opmerkingen over het proces-verbaal,
- een brief van 4 mei 2023 van de advocaten van SCC en SDEJ naar aanleiding van het proces-verbaal, tevens reactie op de brief van 25 april 2023 van Stellantis c.s.,
- een reactie van 5 mei 2023 van de advocaten van Stellantis c.s.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
SEC
Claims: een of meer klachten, eisen, stellingen en/of (rechts)vorderingen van de Gedupeerden en/ of de stichting in het belang van de Gedupeerden, op welke rechtsgrondslag dan ook, jegens de Motorvoertuigfabrikanten of andere Entiteiten en/of hun Beleidsbepalers met betrekking tot iedere vorm van benadeling, verlies of schade die de Gedupeerden stellen te hebben geleden of te lijden, individueel of gezamenlijk, als gevolg van de manipulatie van de uitstoot van Gemanipuleerde Voertuigen in bepaalde testsituaties en/of de verkeerde voorstelling van zaken door Motorvoertuigfabrikanten, Entiteiten en/of hun Beleidsbepalers met betrekking tot de werkelijke niveaus van de uitstoot, inclusief maar niet beperkt tot vorderingen of stellingen van Gedupeerden in verband met de aankoop, het bezit of de lease van voertuigen en vorderingen in verband met de uitstoot van milieugevaarlijke stoffen;
Entiteiten: alle (rechts)personen die betrokken zijn of waren bij de productie en/of ontwikkeling, de import, distributie en/of verkoop of lease van Gemanipuleerde Voertuigen en alle entiteiten en/of (toezichthoudende) organisaties, en/of hun Beleidsbepalers, die op enigerlei wijze betrokken zijn (geweest) bij de toelating en/of goedkeuring van de Gemanipuleerde Voertuigen, dit alles in de ruimste zin van het woord;
Gedupeerden: (rechts)personen die één of meer Gemanipuleerde Voertuigen heeft gekocht of geleased;
Gemanipuleerd Voertuig: een voertuig uitgerust met of voorzien van een Manipulatie-instrument of software of technologie die is geïnstalleerd om als zodanig te werken;
Manipulatie-instrument: een op grond van artikel 5 lid 2 van EU Verordening (EG) nummer 715/2007 verboden constructieonderdeel van een motorvoertuig dat de temperatuur, de rijsnelheid, het motortoerental, de versnelling, de inlaatonderdruk of andere parameters meet om een onderdeel van het emissiecontrolesysteem in werking te stellen, te moduleren, te vertragen of buiten werking te stellen, zodat de doelmatigheid van het emissiecontrolesysteem wordt verminderd onder omstandigheden die bij een normaal gebruik van het voertuig te verwachten zijn;
Motorvoertuigfabrikanten: alle rechtspersonen (en hun (feitelijke) Beleidsbepalers) die verbonden zijn aan, behoren of hebben behoord tot de groep van ondernemingen van een fabrikant of leverancier van personenauto's, bedrijfswagens, vrachtwagens en andere motorvoertuigen, inclusief de aan hen gelieerde of daarmee verbonden ondernemingen, evenals de leveranciers van onderdelen, die betrokken zijn of zijn geweest bij de manipulatie of aanpassing van emissie, of de productie of levering van
Relevante Periode”) (…) in Nederland zijn geïmporteerd, in Nederland (bij de RDW) zijn geregistreerd en/of in Nederland zijn verkocht of geleaset, steeds met uitzondering van Gedaagden. Deze groep bestaat zowel uit consumenten, als ook uit professionele partijen (zoals verhuurbedrijven, leasemaatschappijen, ondernemingen met een eigen wagenpark of taxiondernemingen), gezamenlijk aangeduid als “
de Gedupeerden”.
opt-inbij een schikking dan wel bij een collectieve afwikkeling van de schade.
3.ARTIKEL 3 – ORGANEN EN STRUCTUUR
5.ARTIKEL 5 - BESTUUR: SAMENSTELLING, BENOEMING, DEFUNGEREN
6.ARTIKEL 6 - BESTUUR: TAAK EN BEVOEGDHEDEN
10.ARTIKEL 10 - RAAD VAN TOEZICHT: SAMENSTELLING, BENOEMING,
Productie 1
5.Rechtsmacht, samenhang met buitenlandse procedures en relatieve bevoegdheid
Inleiding
buitenNederland hebben gekocht of geleased, zich niet tegen Stellantis Nederland B.V. en de Autodealers, maar alleen tegen Stellantis N.V. (en de buitenlandse gedaagden).
chief legal officervan 7 november 2022 waarin hij verklaart dat Stellantis N.V. en PSA niet betrokken waren bij het ontwerp, de ontwikkeling en de productie van voertuigen of het vervaardigen van emissiecontrolesystemen en het verkrijgen van typegoedkeuringen. Daarom is geen sprake van eenzelfde situatie feitelijk en rechtens, geen voorzienbaarheid dat de Autofabrikanten zouden kunnen worden opgeroepen voor de Nederlandse rechter en is er geen gevaar voor onverenigbare beslissingen of een rechtsbedeling die gebaat is bij een gezamenlijke behandeling van de vorderingen. Een nauwe band tussen de vorderingen tegen Stellantis N.V. en de vorderingen tegen de EU-gedaagden kan dus niet worden aangenomen, aldus Stellantis c.s.
chief legal officervan Stellantis N.V. is onvoldoende om het vermoeden dat PSA beslissende invloed heeft gehad op de Autofabrikanten op voorhand te ontkrachten. Verder betwist Stellantis N.V. niet dat zij op haar beurt aansprakelijk kan worden gehouden voor (mogelijke) onrechtmatige gedragingen van haar rechtsvoorgangers PSA en GM Holdings.
6.Toepasselijkheid oude en/of nieuwe collectieve actierecht
collectieveactie tegen zowel Stellantis c.s. alsook de Autodealers is de ontwikkeling van het beweerdelijk verboden manipulatie-instrument de gemeenschappelijke en alles overkoepelende schadeveroorzakende gebeurtenis. Zonder het beweerdelijk verboden manipulatie-instrument zouden de overige handelingen en gebeurtenissen niet onrechtmatig zijn en zouden de autobezitters geen schade hebben geleden.
- een Exclusieve Belangenbehartiger te benoemen (vordering 1 van SEC, vorderingen 2 en 3 van SCC en vordering III van SDEJ),
- de nauw omschreven groep in de zin van artikel 1018d Rv te bepalen (vordering II van SDEJ),
- de voorschriften voor ‘opt-in’ of ‘opt-out’ in de zin van artikel 1018f lid 1 en lid 5 slotzin Rv te bepalen (vordering 4 van SCC en vordering IV van SDEJ),
- de voorwaarden tot collectieve schadeafwikkeling te bepalen (vordering 12 van SCC en vordering IX van SDEJ),
- gedaagden te veroordelen in de kosten die de Exclusieve Belangenbehartiger heeft gemaakt (vordering 13.iii en 13.iv. van SCC en vordering X.c. van SDEJ),
- gedaagden te veroordelen in de kosten van schadeafwikkeling (vordering X.d. van SDEJ),
- een kostenveroordeling uit te spreken op grond van artikel 1018l lid 2 Rv (vordering 5 (deels) van SEC en vordering X.b. (deels) van SDEJ).
7.De ontvankelijkheid van de Stichtingen onder artikel 3:305a (oud) BW
Uit de statutaire doelstelling, de feitelijke werkzaamheid en de governance van de belangenorganisatie blijkt dat de belangenorganisatie en de aan de belangenorganisatie rechtstreeks of middellijk verbonden (rechts)personen geen winstoogmerk hebben bij de uitoefening van hun activiteiten.”
De belangenorganisatie kan ten behoeve van de financiering van haar statutaire werkzaamheden een overeenkomst aangaan met een solide externe financier. Het bestuur vergewist zich ervan dat individuele bestuurders en leden van de raad van toezicht, alsmede de door de belangenorganisatie ingeschakelde advocaat of andere dienstverleners zelfstandig en onafhankelijk zijn van de externe financier en de aan deze rechtstreeks of middellijk verbonden (rechts)personen, alsmede dat de externe financier en de aan deze rechtstreeks of middellijk verbonden (rechts)personen onafhankelijk zijn van de wederpartij in de collectieve actie. De overeenkomst voorziet in een regeling die de in de vorige volzin bedoelde zelfstandigheid en onafhankelijkheid waarborgt. Het bestuur ziet erop toe dat de financieringsvoorwaarden (waaronder begrepen de omvang en systematiek van de overeen te komen vergoeding) redelijkerwijs niet strijdig zijn met het collectieve belang van de (rechts)personen ten behoeve van wie de belangenorganisatie krachtens haar statutaire doelstelling optreedt.”
Het bestuur is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de raad van toezicht, een eventuele externe financier en de belanghebbenden bij de belangenorganisatie, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren.”
De stichting kent een raad van toezicht, bestaande uit ten minste drie natuurlijke personen, waarvan er ten hoogste één benoemd is op voordracht van een eventuele financier. De raad van toezicht heeft tot taak het toezicht houden op het beleid en de strategie van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting. Hieronder wordt tevens begrepen het financieel toezicht en het uitoefenen van die taken en bevoegdheden die in deze code en de statuten van de stichting aan de raad van toezicht zijn toegekend. De raad van toezicht geeft op alle belangrijke punten het bestuur gevraagd en ongevraagd advies en richt zich bij de vervulling van zijn taak op de in de statutaire doelstelling van de stichting omschreven belangen.”
8.Het toepasselijk recht
9.Verzoeken ex artikel 22 Rv en de eiswijziging van SDEJ
Verzoek SCC en SDEJ op grond van artikel 22 Rv
10.Conclusies
11.Proceskosten
12.Vervolg van de procedure
13.De beslissing
buitenlandse autobezittersdoor SDEJ ingestelde vorderingen tegen PSA Automobiles, Peugeot, Citroën, Opel Automobile, Adam Opel, GM Company en GM Holdings,
13 september 2023voor een akte door SDEJ als bedoeld in 7.109, waarna Stellantis c.s. en de Autodealers daarop vier weken daarna bij antwoordakte mogen reageren (alle aktes maximaal vijf pagina’s),
22 november 2023voor beslissing over voortprocederen,