In deze zaak hebben de eiseressen, waaronder [eiseres 1] en TOKEYNA MANAGEMENT LTD., beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 14 augustus 2018. De eiseressen zijn vertegenwoordigd door hun advocaat M.W. Scheltema, met ondersteuning van A.F. Veldhuis. De verweerster in cassatie, PT VENTURES SGPS S.A., vertegenwoordigd door advocaat F.E. Vermeulen, heeft een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseressen over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het incidentele beroep behoeft geen behandeling, omdat het afhankelijk was van de uitkomst van het principale beroep.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing het principale beroep verworpen en de eiseressen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Dit arrest is gewezen op 12 juni 2020 door de vicepresident C.A. Streefkerk en de raadsheren M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron en M.J. Kroeze, en openbaar uitgesproken door raadsheer C.E. du Perron.