Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
.,
AUTO MUNTSTAD B.V.,
46. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTURY AUTOGROEP B.V.,
[gedaagde 56] ,
AUTO FLEVO B.V.,
1.De procedure
- de akte uitlating ex artikel 22 Rv tevens houdende overzichtsdocument ten behoeve van fase 3 van Car Claim.
2.Overzicht van het vonnis
Autofabrikantendat zij vanaf 2008 tot september 2015 auto’s in het verkeer hebben gebracht die voorzien waren van sjoemelsoftware. Het gaat in Nederland om ongeveer 150.000 auto’s.
Na het ontdekken daarvan zijn de Autofabrikanten verplicht de auto’s te herstellen. De auto’s moesten naar de autodealer voor een software-update, waarbij de sjoemelsoftware werd verwijderd. Volgens Car Claim bevat die Update echter ook nog verboden elementen en stoten de auto’s nog steeds teveel uit. Car Claim stelt ook dat de auto’s na de Update minder goed functioneren. Zij vordert daarom dat de rechtbank voor recht verklaart dat de Autofabrikanten, softwareleverancier [gedaagde 5] en importeur [gedaagde 6] onrechtmatig hebben gehandeld. Ook vordert zij dat voor recht wordt verklaard dat de Autobezitters hun koopovereenkomst met de Autodealers kunnen vernietigen dan wel ontbinden.
werkenals bij de test. De eis dat het resultaat van dat uitlaatgascontrolesysteem in de praktijk ook aan de uitstootnormen moest voldoen, werd niet gesteld. Inmiddels wordt overigens een verbeterde testmethode gebruikt waarbij het resultaat van de test en de praktijk beter op elkaar aansluiten.
Car Claim stelt ook dat als gevolg van de Update het brandstofverbruik en de geluidsproductie van de motor is toegenomen en het koppel is afgenomen. De onderzoeken waarnaar Car Claim en de Autofabrikanten op dit punt hebben gewezen leveren geen eenduidig beeld op. Dat deze effecten zich voor kunnen doen, kan niet worden uitgesloten, maar dat deze effecten zich bij een substantieel deel van de auto’s voordoen kan niet worden vastgesteld. Daarom wordt Car Claim in dit deel van de vorderingen niet-ontvankelijk verklaard.
Autodealerswaren vóór september 2015 niet op de hoogte van de sjoemelsoftware. Zij hebben echter auto’s verkocht die niet voldeden aan de redelijke verwachtingen van de kopers (de zogenaamde non-conformiteit). De koper mag namelijk verwachten dat de auto bij aflevering aan de toepasselijke regelgeving voldoet. Een auto die daaraan niet voldoet is alleen al daarom minder waard dan de koopprijs. Dit gebrek aan de auto’s kan niet leiden tot de gevorderde volledige ontbinding van de koopovereenkomst, omdat de Autobezitters wel met de auto hebben kunnen rijden, maar wel tot gedeeltelijke ontbinding in de vorm van een prijsverlaging.
[gedaagde 5]is Duits recht van toepassing voor zover het gaat om de in de auto’s ingebouwde sjoemelsoftware. Naar Duits recht zijn de vorderingen van de Autobezitters echter verjaard. Voor de betrokkenheid van [gedaagde 5] bij de Update geldt dat, nu Volkswagen niet onrechtmatig heeft gehandeld met betrekking tot de in de Update aanwezige softwarefuncties, ook [gedaagde 5] daarvan geen verwijt kan worden gemaakt.
[gedaagde 6]kan alleen aansprakelijk zijn als zij op de hoogte was of moest zijn geweest van de sjoemelsoftware voordat dat in september 2015 algemeen bekend werd. Dat [gedaagde 6] op de hoogte was is niet gebleken. Wel waren er onderzoeken waaruit bleek dat in praktijkomstandigheden de uitstoot van dieselmotoren (waaronder ook van door [gedaagde 6] geïmporteerde voertuigen) afweken van de uitstoot onder testomstandigheden. Hieruit kon [gedaagde 6] echter niet afleiden dat een verboden Manipulatie-instrument werd gebruikt. De vorderingen tegen [gedaagde 6] worden daarom afgewezen.
Gezien het aantal Autobezitters dat bij deze zaak betrokken is, verdient echter een collectieve aanpak na deze uitspraak de voorkeur
Indien hierover een overeenkomst wordt gesloten, voorziet de wet in een procedure bij het gerechtshof om deze overeenkomst verbindend te verklaren voor alle bezitters van auto’s van de merken Volkswagen, Audi, Škoda en Seat met een dieselmotor met zogenaamde sjoemelsoftware die bij een van de Autodealers is gekocht in de periode van 2008 tot september 2015.
3.Algemeen feitenoverzicht
Betrokken Voertuigenen in de weergave van vorderingen van Car Claim als
Getroffen Voertuigen.
United States Environmental Protection Agency(EPA) heeft bij brief van 18 september 2015 aan Volkswagen, Audi en Volkswagen Group of America Inc. een
notice of violation [1] gestuurd, met de strekking dat EPA heeft vastgesteld dat Volkswagen bepaalde modellen met een 2,0 liter dieselmotor met een ‘
defeat device’ heeft uitgerust en dat deze defeat devices het uitlaatgascontrolesysteem buiten werking stellen, waardoor de voertuigen niet voldoen aan de toepasselijke uitlaatgasnormen.
The U.S. Environmental Protection Agency and the California Air Resources Board (EPA and CARB) revealed their findings that while testing diesel cars of the Volkswagen Group they have detected manipulations that violate American environmental standards.
The Board of Management at Volkswagen AG takes these findings very seriously.
De Relevante Periode is gedefinieerd als ‘de periode waarin Gemanipuleerde Voertuigen zijn verkocht en/of geleverd’. Onder Autobezitters vallen volgens Car Claim de volgende groepen: Consumenten A: consumenten die een nieuw voertuig hebben gekocht, Consumenten B die een tweedehands voertuig hebben gekocht, Zakelijke Rijders A die een nieuw voertuig hebben gekocht, Zakelijke Rijders B die een tweedehands voertuig hebben gekocht en Leaserijders.
Kraftfahrt-Bundesamt ordnet den Rückruf von 2,4 Millionen Volkswagen an
schoner rijden”, “
schoonste diesel van het moment, zonder NOx-uitstoot”, “
meest milieuvriendelijke en ecologisch verantwoorde dieselversie in zijn soort” wordt door Volkswagen AG gesuggereerd of de indruk gewekt dat haar dieselauto’s op het vlak van duurzaamheid voorbeeldige prestaties leveren, dan wel dat zij een positieve of geen negatieve invloed hebben op het milieu of het milieu minder schade toebrengen dan andere producten doen (…). Die door Volkswagen AG gebezigde milieuclaims stroken echter niet met het gebruik van software om emissieresultaten in een testprocedure te beïnvloedden en zijn daarom misleidend (…)
4.De toepasselijke regelgeving
2. De fabrikanten zien erop toe dat de typegoedkeuringsprocedures voor de controle van de overeenstemming van de productie, de duurzaamheid van het emissiebeheersingssysteem en de overeenstemming van in gebruik zijnde voertuigen worden nageleefd.
2. Het soort overtredingen waarvoor sancties worden opgelegd, is in elk geval: (…)
Manipulatie-instrumentgebruikt in de betekenis die daaraan in de Emissieverordening is gegeven.
5.Het arrest van het Hof van Justitie van 17 december 2020
6.De gewijzigde eis (voor zover ontvankelijk)
- de dwalingsvordering jegens de Autodealers (r.o. 6.8);
- de vorderingen inzake non-conformiteit, klachtplicht, Update en ontbinding jegens de Autodealers (r.o. 6.11, 6.14. 6.19. 6.22 en 6.23);
- de onrechtmatige daadsvorderingen jegens VW c.s., [gedaagde 5] en [gedaagde 6] (r.o. 6.36, 6.39 en 6.41) en
- de groepsaansprakelijkheidsvorderingen jegens diezelfde gedaagden (r.o. 6.45).
iv. de sub 2(i) genoemde gebreken en de omissies aan de Getroffen Voertuigen zo essentieel zijn dat een weldenkende koper bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet, althans niet onder dezelfde voorwaarden, zou hebben gesloten;
i. de Getroffen Voertuigen niet de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn, althans dat de Getroffen Voertuigen andere dan gebruiksbepalende eigenschappen bezitten die niet aan de door Consumenten A en B en/of Zakelijke Rijders A en B met de respectievelijke Handelaren gesloten overeenkomsten voldoen;
ii. de klachtplicht ex artikel 6:89 BW en artikel 7:23 BW een beroep van respectievelijk de Consumenten A en B en de Zakelijke Rijders A en B op het sub 2(i) gevorderde niet in de weg staat;
iii. de Update niet tot herstel van de Getroffen Voertuigen heeft geleid en dat de redelijke termijn tot herstel en/of vervanging van de gebreken in de Getroffen Voertuigen ex artikel 7:21 lid 3 BW is verstreken;
iv. Consumenten A en B, gelet op het bepaalde in artikel 7:22 aanhef lid 1 en sub a BW, in beginsel de bevoegdheid hebben om hun respectievelijke overeenkomsten met de respectievelijke Handelaren tot koop en levering van een Getroffen Voertuig, te ontbinden;
v. toewijzing van het gevorderde sub 2 i t/m iii leidt tot een tekortkoming van de respectievelijke Handelaren in de nakoming van hun verplichtingen uit de respectievelijke overeenkomsten met Zakelijke Rijders A en B tot koop en levering van een Getroffen Voertuig, zodat Zakelijke Rijders A en B in beginsel het recht hebben de overeenkomsten met de respectievelijke Handelaren te ontbinden;
i. Volkswagen en/of Audi en/of Škoda en/of SEAT en/of [gedaagde 5] en/of de Importeur onrechtmatig hebben gehandeld jegens de Consumenten,
ii. Volkswagen en/of Audi en/of Škoda en/of SEAT en/of [gedaagde 5] en/of de Importeur onrechtmatig hebben gehandeld jegens de Zakelijke Rijders,
iv. Volkswagen en/of Audi en/of Škoda en/of SEAT en/of [gedaagde 5] en/of de Importeur deel uitmaken van en hebben gehandeld als een groep in de zin van artikel 6:166 lid 1 BW;
schending Emissieverordening
onder normale gebruiksomstandighedendaadwerkelijk worden beperkt. Ook uit het EMIS-rapport volgt dat normaal gebruik ziet op “real driving conditions”. Een dergelijke benadering van het begrip ‘normaal gebruik’ sluit ook aan op andere Europese wetgeving, zoals bijvoorbeeld Richtlijn 2001/95/EG (algemene productveiligheid) en Verordening 178/2002/EG (voedselveiligheid). Hieruit komt het beeld naar voren dat producten die schade kunnen aanrichten, dan wel een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren, niet in het maatschappelijk verkeer gebracht mogen worden als zij slechts in theorie of in een laboratorium aan de gestelde Europese eisen voldoen, maar in werkelijkheid niet.
relativiteit
ongeschreven regels van het maatschappelijk verkeer
Het EGR-systeem dient er toe uitlaatgas terug te voeren in de cilinders, teneinde de verbrandingstemperatuur te verlagen. Bij een lagere verbrandingstemperatuur ontstaat minder NOx, maar meer roet en bij een hogere verbrandingstemperatuur ontstaat minder roet, maar meer NOx, dit is de zogenaamde “
NOx / Particulate Trade-off” (NOx/Deeltjes Balans).
(i) de motor had een “koude start”, hetgeen betekende:
(b) (voor bepaalde voertuigen) de snelheid van het voertuig viel niet binnen een gedefinieerde bandbreedte van afstand-versus-tijd, die bijvoorbeeld de NEDC omvatte die wordt voorgeschreven in het testkader (en nader wordt beschreven in paragraaf 5.5.12 tot en met 5.5.17 hierna).
relativiteit
“een hoog niveau van milieubescherming”en bevat geen aanwijzingen voor de stelling dat een autobezitter daaraan rechtstreeks bescherming van zijn geldelijke belang aan kan ontlenen. Dat geldt ook voor de op een overeenkomst gebaseerde vorderingen van Car Claim (die ook allemaal als enige grondslag hebben het niet voldoen aan de Emissieverordening en daarvan afgeleide wet- en regelgeving).
.
Ook is in deze procedure niet in geschil dat dit Manipulatie-instrument bij de Update is verwijderd en dat vanaf de Update de software nog maar in één modus werkt.
werkingvan het emissiecontrolesysteem in de praktijk gelijk moet zijn aan de test, wat volgens haar voor de Update niet zo was, maar daarna wel, terwijl Car Claim meent dat het
resultaatvan het emissiecontrolesysteem in de praktijk gelijk moet zijn aan het resultaat bij de test.
werken. Artikel 5 lid 1 stemt daarmee overeen en lid 2 verbiedt Manipulatie-instrumenten die de
werkingvan het emissiebeheersingssysteem verminderen (behoudens enige uitzonderingen). Uit dit systeem kan worden afgeleid dat de
werkingvan het emissiebeheersingssysteem in praktijkomstandigheden overeen moet komen met de werking onder testomstandigheden, maar niet dat het
resultaatin praktijkomstandigheden gelijk zou moeten zijn aan testomstandigheden.
Het handelen dat VW c.s. wordt verweten is niet dat zij auto’s op de markt bracht die niet aan de formele wettelijke vereisten voldeden omdat zij geen typegoedkeuring hadden, maar dat zij auto’s op de markt bracht die voorzien waren van een verboden Manipulatie-instrument, dat de keurende instantie niet bekend was, zodat de typegoedkeuring door bedrog is verkregen. Immers de
werkingvan het emissiebeheersingssysteem kwam in praktijkomstandigheden niet overeen met de werking in testomstandigheden. Als dat aan de keuringsinstanties bekend zou zijn geweest, zou de typegoedkeuring nooit zijn verleend.
"Das, was wir gemacht haben, war Betrug, ja!" [13]
Dat is het geval: ook jegens de Autobezitters heeft VW c.s. bedrog gepleegd. De Autobezitters mochten immers verwachten dat zij een auto kochten die niet alleen formeel maar ook materieel aan de wettelijke eisen voor een dieselvoertuig van de categorie Euro-5 voldeed. Met andere woorden, zij mochten verwachten dat de auto niet alleen was toegelaten tot de weg, maar ook dat dit terecht was gebeurd, omdat de auto aan de daarvoor gestelde eisen (waaronder milieueisen) voldeed. Dat was niet zo. Dit betekent dat ook de Autobezitters opzettelijk zijn misleid, hetgeen in strijd is met wat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Niemand wil bedrogen worden.
environmental friendliness” van de auto. [14] Ook betoogt VW c.s. dat de (tijdelijke) fiscale voordelen van een dieselauto wel een belangrijk aankoopmotief zijn geweest. In de periode dat dit voordeel gold was de verkoop van dieselauto’s duidelijk hoger, toen het voordeel werd afgeschaft nam de verkoop af. Dat toont aan dat het kopers niet ging om het milieuvoordeel, maar om het fiscale voordeel, aldus VW c.s.
Compact size”respectievelijk
“Size (unspecified)”. Voor een deel van de consumenten zou kunnen gelden dat brandstofgebruik of de omvang van de auto een aankoopmotief is,
omdateen kleinere en zuinigere auto milieuvriendelijker is. Het feit dat een consument milieu/duurzaamheid niet expliciet als aankoopmotief noemt, behoeft dan ook nog niet te betekenen dat dit motief niet (bewust of onbewust) bij de aankoop is meegewogen.
“groeiend milieubewustzijn”, maar dat geen betrouwbaar onderzoek beschikbaar is waaruit kan worden afgeleid hoe zwaar dat motief weegt. Voor veel consumenten zal gelden dat zij in algemene zin beseffen dat auto’s bijdragen aan milieuvervuiling, maar dat zij dat als een onvermijdelijk gevolg van het gebruik van auto’s zien. Dat neemt niet weg dat het belang van tegengaan van vervuiling breed wordt gedragen, ten minste als taak van de overheid. Dat consumenten milieuvervuiling als ongewenst zien betekent nog niet automatisch dat consumenten ook bereid zijn dat aspect in hun eigen aankoopbeslissing (zwaar) te laten meewegen. Het betekent echter wel dat als zij de keuze zouden hebben tussen twee auto’s, waarvan de een wel aan de voorgeschreven milieunormen zou voldoen en de andere niet, maar die overigens precies gelijk zouden zijn, de meeste consumenten zouden kiezen voor de auto die wel aan de milieunormen voldoet. Die zouden zij dus een hogere waarde toekennen dan de auto die niet aan de milieunormen voldoet en daardoor meer milieuvervuiling veroorzaakt. Door het gepleegde bedrog hebben de kopers zo’n keuze niet gehad, en hebben zij ongewild jaren lang meer aan milieuvervuiling bijgedragen dan zij redelijkerwijs mochten verwachten. Zij hebben dan ook een auto gehad die daardoor achteraf bezien minder waard was dan zij dachten toen zij de auto kochten.
.Dit is ook door Car Claim aangevoerd en door VW c.s. niet weersproken. Dat maakt het in tegenspraak met dat imago handelen des te kwalijker. Geen enkele autofabrikant mag een verboden Manipulatie-instrument gebruiken, maar een autofabrikant die zich profileert als
milieubewuste organisatie die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staanal helemaal niet.
: “een effectieve bescherming van de consument (…) ernstig [zou, rb] worden ondermijnd als het verbod op oneerlijke handelspraktijken slechts zou gelden voor de laatste schakel in de verkoopketen naar de consument – in dit geval de garage of autodealer waarbij de consument daadwerkelijk zijn auto koopt.”VW c.s. heeft dan ook volgens Car Claim als handelaar in de zin van genoemd artikel te gelden.
“dat de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken volgens vaste rechtspraak wordt gekenmerkt door een “bijzonder ruim toepassingsgebied”, dat zich uitstrekt tot elke handelspraktijk die rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van een product aan consumenten.” [15]
“de plaatsing van verboden manipulatiesoftware in de betrokken auto’s als onderdeel van het verkrijgen van typegoedkeuring”en
“de beweringen van Volkswagen AG dat voldaan is aan alle voorwaarden voor typegoedkeuringen in het kader van het afgeven van een CVO(certificaat van overeenstemming, toevoeging rechtbank)
ter verkrijging van een kentekenbewijs”gekwalificeerd als handelspraktijk.
“de plaatsing van verboden manipulatiesoftware in de betrokken auto’s als onderdeel van het verkrijgen van typegoedkeuring”en
“de beweringen van Volkswagen AG dat voldaan is aan alle voorwaarden voor typegoedkeuringen in het kader van het afgeven van een CVO ter verkrijging van een kentekenbewijs”een handelspraktijk. Immers, door het op de markt brengen van de betrokken voertuigen heeft VW c.s. de indruk gewekt dat deze aan de wettelijke vereisten voldeden, wat formeel wel het geval was, maar materieel niet, omdat de typegoedkeuringen door bedrog waren verkregen, namelijk door gebruik van een verboden Manipulatie-instrument. Dit is een handelspraktijk in de zin van de WOH (art. 6:193a-j BW) omdat de aldus gemanipuleerde Betrokken voertuigen op de Nederlandse markt werden gebracht, teneinde (via tussenschakels) te worden verkocht en geleverd aan kopers, waaronder consumenten.
Terecht heeft de ACM dit handelen aangemerkt als een oneerlijke handelspraktijk, te weten handelen in strijd met de vereisten van professionele toewijding.
toerekenbareonrechtmatige daad. Car Claim baseert toerekenbaarheid enkel op het opzet van VW c.s., maar daarvan is geen sprake, omdat gerede twijfel bestond of de technische norm van artikel 5 lid 2 van de Emissieverordening al dan niet werd overtreden. Daar komt bij dat alleen Volkswagen betrokken was bij het ontwerpen en ontwikkelen van de EA189-dieselmotoren en dat alleen Volkswagen en Audi (direct of via hun dochtermaatschappijen) EA189-dieselmotoren hebben geproduceerd. Seat en Škoda hebben geen enkele betrokkenheid gehad bij de ontwikkeling van de EA189-dieselmotoren en hadden ook geen kennis van de daarin opgenomen software, aldus VW c.s.
Van een autofabrikant mag worden verwacht dat zij producten op de markt brengt die voldoen aan de toepasselijke regelgeving. Als dat niet het geval blijkt, en zij daarmee onrechtmatig handelt jegens Autobezitters omdat zij motoren heeft afgenomen van een groepsvennootschap die de toezichthouder doelbewust heeft misleid door gebruik van een Manipulatie-instrument, is dat een onrechtmatige daad die haar op grond van de verkeersopvattingen kan worden toegerekend. Deze houden in dat een autofabrikant die auto’s op de markt brengt die aan bepaalde wettelijke normen moeten voldoen, ook verantwoordelijkheid draagt voor onderdelen die zij niet zelf heeft geproduceerd, zelfs als zij niet wist of kon weten dat die niet aan de normen voldeden.
“het instrument nodig is om de motor te beschermen tegen schade of ongevallen en om de veilige werking van het voertuig te verzekeren”. In dit kader heeft het HvJ EU in het arrest van 17 december 2020, ECLI:EU:C:2020:1040 overwogen dat
“moet worden opgemerkt dat de vervuiling en de veroudering van de motor niet kunnen worden beschouwd als een “ongeval” of “schade” in de zin van deze bepaling (…)”.
“plotselinge, onvoorziene schade aan de motor”.Het venster beschermde de motor vóór de Update tegen geleidelijke ophoping van roet en doet dit na de Update nog steeds. Dit is geen schade die plotseling ontstaat. Voor de hoogtemeter geldt hetzelfde. De Manipulatie-instrumenten zijn slechts om economische redenen in de Betrokken Voertuigen toegepast. Daarvoor is totaal geen technische noodzaak, aldus nog steeds Car Claim.
VW c.s. verstaat onder een temperatuurvenster een temperatuurspectrum (van omgevingslucht of inlaatlucht) waarbinnen het EGR-systeem actief is. Zij stelt dat dit in alle dieselvoertuigen van alle fabrikanten en merken aanwezig is.
Uit de stukken van een procedure tussen de DUH en het KBA, waarin de DUH betoogde dat de goedkeuring van het temperatuurvenster door het KBA onwettig was, blijkt dat het KBA het verminderen van de EGR op basis van bepaalde temperaturen begrijpelijk en noodzakelijk vond. Het KBA heeft in die procedure gesteld dat vervuiling van het EGR-systeem moet worden beperkt om het motorsysteem te beschermen. Het KBA heeft het gebruik en de parameters van het temperatuurvenster in EA189-voertuigen expliciet goedgekeurd. Nog nooit heeft een goedkeuringsautoriteit verklaard dat een temperatuurvenster in EA189-voertuigen een verboden Manipulatie-instrument vormt.
wie Serie, kein Sprung; ggf. rausrampen3) über mindestens 10 K (Korrektur Luftdichte, Bauteilschutz 2)).”
10.De beoordeling – bevat de Update nog verboden Manipulatie-instrumenten?
110 Dienaangaande moet worden opgemerkt dat de vervuiling en de veroudering van de motor niet kunnen worden beschouwd als een „ongeval” of „schade” in de zin van deze bepaling, aangezien deze gebeurtenissen – zoals de Commissie opmerkt – in beginsel voorzienbaar zijn en inherent zijn aan de normale werking van het voertuig.(…)
114 Zoals de advocaat-generaal in punt 146 van haar conclusie heeft opgemerkt, kunnen derhalve enkel onmiddellijke schaderisico’s die tijdens het rijden met het voertuig een concreet gevaar opleveren, het gebruik van een manipulatie-instrument rechtvaardigen
.”
Ten aanzien van de Update is daarbij van belang dat – anders dan ten aanzien van de oorspronkelijke software – VW c.s. jegens het KBA open kaart heeft gespeeld met betrekking tot de in de Update opgenomen Manipulatie-instrumenten, te weten het temperatuurvenster en de hoogtemeter. Dat deze in de Update aanwezig waren en dat het KBA daarvan op de hoogte was, blijkt uit de onder 9.18 en 9.20 genoemde aanvraag. Gezien de toelichting die ter zitting is gegeven moet er vanuit worden gegaan dat het KBA niet alleen van de aanwezigheid van een temperatuurvenster op de hoogte was, maar dat zij in overleg met VW c.s. de in de aanvraag genoemde “Applikationsrichtlinie” heeft vastgesteld, die inhield welk temperatuurvenster toelaatbaar was.
onmiddellijke schaderisico’s die tijdens het rijden met het voertuig een concreet gevaar opleveren– zoals door het HvJ EU is vereist, zie onder 10.1 –
in welke matehet acceleratievermogen af zou kunnen nemen bij het open blijven staan van de EGR-klep geantwoord dat het open blijven staan van de EGR-klep tot een plotselinge vermindering van het acceleratievermogen leidt. De vraag
in welke matedat van invloed kan zijn op het acceleratievermogen is echter niet beantwoord.
Op de vraag van de rechtbank naar het veiligheidsrisico door oververhitting bij het open blijven staan van de EGR-klep (hetgeen de verbrandingstemperatuur verlaagt), heeft VW c.s. geantwoord dat bij een hoge vermogensvraag de verbrandingstemperatuur ondanks het open staan van de EGR-klep stijgt. Daarbij is het niet duidelijk geworden welk verschil er in de situatie dat de motor volledig wordt belast zou zijn tussen een wel of niet geopende EGR-klep. Ook blijft onduidelijk hoe bij een overigens normaal functionerende motor met een deugdelijk koelsysteem de opening van de EGR-klep tot oververhitting kan leiden, nog daargelaten of dat een onmiddellijk schaderisico is dat tijdens het rijden met het voertuig een concreet gevaar oplevert, zoals bedoeld door het HvJ EU. [24] De rechtbank zal hierop en op de overigens gegeven antwoorden op de technische vragen niet verder ingaan, omdat de rechtbank niet behoeft te beoordelen of het KBA de Update terecht heeft goedgekeurd. Vermelding verdient slechts dat de Europese Commissie een inbreukprocedure tegen Duitsland is gestart wegens mogelijke onterechte goedkeuring van de Update door het KBA. [25]
11.De standpunten van partijen – heeft de Update negatieve effecten?
de Update leidt tot verlies aan koppel en vermogen
in hetzelfde lage toerenbereikals voor de Update in de prestatiemodus ongewijzigd zou zijn. Dat geldt ook voor de conclusies van de deskundige van VW c.s., hoogleraar Beidl. Zijn testresultaten laten zien dat de motorprestaties van de Betrokken voertuigen na de Update in het voor deze procedure relevante toerenbereik zijn verslechterd. Het maximale koppel en het vermogen komen na de Update immers later in het toerenbereik beschikbaar. Bovendien geeft de grafiek van Beidl een te rooskleurig beeld. In werkelijkheid is het verlies van trekkracht nog groter. Beidl brengt de curve met koppelverlies in zijn grafiek namelijk pas vanaf 1.500 toeren in beeld, terwijl de lijnen van koppel en vermogen voor en na de Update vanaf 2.000 tot 1.500 toeren steeds verder uit elkaar lopen. Dit verschil zal onder de 1.500 toeren dus nog groter zijn. Beidl heeft in zijn rapport daarnaast slechts twee van de drie geproduceerde motorversies van de Betrokken voertuigen besproken, de 1.6l en 2.0l versies.
na de Update is de geluidsemissie toegenomen
“(…) An increase in injection pressure solely has an adverse effect on noise (…)”(Handboek Dieselmotoren [gedaagde 5] , p. 453). Daarbij komt, zoals hiervoor uiteengezet, dat het maximale koppel na de Update pas bij een hoger toerenbereik vrijkomt. De motor moet dus meer toeren maken om dezelfde kracht te genereren als vóór de Update. Dit bevordert de geluidsproductie. Uit de metingen van Beidl volgt ook dat de motor na de Update meer geluid maakt [33] . In een procedure bij het Handelsgericht Wenen tussen de Oostenrijkse consumentenorganisatie VKI en Volkswagen over de negatieve effecten van de Update heeft Volkswagen hetzelfde rapport van Beidl overgelegd met meetresultaten van de geluidsemissies na de Update. Onder verwijzing naar deze resultaten heeft het Handelsgericht Wenen in haar vonnis van 26 november 2019 vastgesteld dat het verweer van Volkswagen dat de Update de rijeigenschappen van de Betrokken voertuigen niet nadelig zou beïnvloeden, reeds vanwege de gebleken geluidstoename, onjuist en misleidend is [34] . In de vertrouwelijke presentatie van Volkswagen van 13 oktober 2015 over de technische maatregelen die in het kader van de Update zouden zijn getroffen, heeft Volkswagen ook zelf bevestigd dat de Update de geluidsproductie bij de 1.6l en 2.0l versies van de Betrokken voertuigen negatief beïnvloedt [35] .
de Update leidt tot een verhoogd brandstofverbruik en verhoogde CO₂ uitstoot
de Update leidt tot verhoogd gebruik van AdBlue
koppel en vermogen
geluidsemissie
verhoogd brandstofverbruik en verhoogde CO2 uitstoot
gemiddeldegebruik voor en na de Update. Er wordt slechts gewezen op de hoogste en laagste meting voor de Update en deze valt evenals de metingen na de Update volgens Beidl binnen de bandbreedte (“Streubereich”). Dat de gemiddelde gemeten waarden niet worden weergegeven geeft wel te denken, maar is op zich onvoldoende om de betrouwbaarheid van de metingen in twijfel te trekken en kan ook niet afdoen aan de daaruit getrokken conclusie, dat de waarden na de Update vallen binnen de aan praktijkmetingen inherente bandbreedte. Dat zou overigens ook het geval kunnen zijn als de metingen gemiddeld een (geringe) stijging van het brandstofgebruik na de Update te zien gaven.
verhoogd gebruik van AdBlue
“dat de Update niet tot herstel van de Getroffen Voertuigen heeft geleid en dat de redelijke termijn tot herstel en/of vervanging van de gebreken in de Getroffen Voertuigen ex artikel 7:21 lid 3 BW is verstreken”)niet toewijsbaar is. Ook het mindere is niet toewijsbaar, omdat niet een groep Betrokken voertuigen kan worden aangewezen waarvoor zou gelden dat de Update niet tot herstel heeft geleid. Alleen als een duidelijk af te bakenen deel van de Betrokken voertuigen zou kunnen worden aangewezen dat niet door de Update zou zijn hersteld, zouden de belangen van de Autobezitters zich lenen voor bundeling. Dat is nu niet het geval omdat daarover niet in één procedure geoordeeld kan worden zonder naar de bijzondere omstandigheden van de individuele belanghebbenden te kijken; voor elk van de Betrokken voertuigen afzonderlijk zal moeten worden vastgesteld of de door Car Claim gestelde negatieve gevolgen van de Update zich hebben voorgedaan. Dat leidt ertoe dat Car Claim niet-ontvankelijk is in dit deel van de vordering. Hetzelfde geldt voor het tweede deel van de vordering
(en dat de redelijke termijn tot herstel en/of vervanging van de gebreken in de Getroffen Voertuigen ex artikel 7:21 lid 3 BW is verstreken), omdat dit op het eerste deel voortbouwt.
“het verschil tussen de door de koper voor een dergelijk voertuig betaalde prijs en de werkelijke waarde ervan als gevolg van de geïnstalleerde software die de emissiegegevens manipuleert.”Deze schade vloeit voort
“uit het feit dat, met de onthulling van de installatie van de software die de emissiegegevens manipuleert, de tegenprestatie voor de aanschafprijs van een dergelijk voertuig bestaat in een voertuig dat een gebrek vertoont en derhalve een lagere waarde heeft.”(punt 34 van het arrest).
- een te hoge koopprijs,
- kosten voor een “hardware fix”,
- kosten van het verwijderen van de Manipulatie-instrumenten na de Update, te weten de hoogtemeter en het temperatuurvenster,
- daling van de restwaarde,
- kosten wegens reparaties na de Update,
- ander nadeel wegens mogelijke toekomstige dieselverboden.
- Van een te hoge koopprijs was geen sprake; VW c.s. heeft geen toeslag gerekend voor de milieuvriendelijkheid van de voertuigen.
- Er zijn geen kosten voor een “hardware fix”, want de Betrokken voertuigen voldoen aan de geldende wet- en regelgeving.
- VW c.s. betwist dat na de Update nog verboden Manipulatie-instrumenten aanwezig zijn. Maar zelfs als dat zo zou zijn, dan ligt het erg voor de hand dat de Autofabrikanten (en niet de consument) door de toezichthouder zullen worden verplicht de kosten van verwijdering te dragen.
- VW c.s. betwist dat de restwaarde van de Betrokken voertuigen is gedaald en beroept zich op cijfers van Autodata.
- Van kosten wegens reparaties na de Update heeft Car Claim geen concreet voorbeeld gegeven. VW c.s. acht het onderzoek van Test-aankoop, waarop Car Claim zich beroept, niet onafhankelijk en ook is onduidelijk hoe dit is uitgevoerd.
- Verder wijst VW c.s. op de Extra regeling die tot twee jaar na installatie van de Update eventuele kosten van herstel aan Autobezitters vergoedt, mochten Autobezitters toch klachten ondervinden na het installeren van de Update.
- VW c.s. betwist dat de Autobezitters ander nadeel lijden wegens mogelijke toekomstige dieselverboden. Op zijn vroegst in 2025 kunnen gemeenten er voor kiezen om EU5 voertuigen te weren in bepaalde gebieden. Maar dit is geen maatregel die specifiek gericht is op EA189-dieselmotoren.
- Tot slot betwist Volkswagen dat er causaal verband is tussen de gestelde schadeposten en de dieselkwestie.
16.De beoordeling van de aannemelijkheid van schade en het causaal verband
Te hoge koopprijs
milieubewuste organisatie die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan.De vordering van Car Claim met betrekking tot schade als gevolg van misleiding van kopers (te weten dat zij dachten een ‘schone’ auto te kopen, terwijl dat niet zo was) valt buiten deze procedure, omdat Car Claim daarin in het tussenvonnis onder 6.35 niet-ontvankelijk is verklaard.
17.De standpunten van partijen over de vorderingen tegen de Autodealers
dwaling
non-conformiteit
klachtplicht
de Update heeft niet geholpen (leidt niet tot herstel) en de hersteltermijn is verstreken
ontbinding
klachtplicht
verjaring
non-conformiteit
ontbinding
dwaling
18. De beoordeling van de vorderingen tegen de Autodealers
klachtplicht
Verjaring van de vorderingen van de Consumenten?
“affected Dutch Car Owners”.Daarbij mochten zij er niet vanuit gaan dat de groep “participants” alleen zou bestaan uit de personen die zich op dat moment al bij Car Claim hadden aangesloten, maar moesten zij zich ten minste realiseren, dat anderen zich daarbij nog zouden kunnen aansluiten. Dat de kring van personen later, na statutenwijziging, is uitgebreid tot alle “
affected Dutch Car Owners”is een omstandigheid die niet rechtvaardigt dat de Autodealers zich jegens de Autobezitters die geen “participant” waren ten tijde van die brief op verjaring zouden kunnen beroepen. De strekking van verjaring is immers dat de aangesproken persoon weet van een aanspraak en dat hij daar rekening mee kan houden. De Autodealers waren vanaf de brief van 7 april 2017 op de hoogte van een vordering ten behoeve van “
affected Dutch Car Owners”.
(“alle aanspraken … vervallen door verjaring”). Dat betekent dat moet worden onderzocht wanneer de verjaringstermijn begon en of de brieven van Car Claim als tijdige stuiting van de verjaring kunnen gelden.
non conformiteit
Enerzijds kan daarover worden gezegd dat de auto’s op het oog normaal functioneerden en alle gebruiksmogelijkheden hadden die de Autobezitters redelijkerwijs mochten verwachten. Een auto wordt gebruikt om in te rijden, niet om uitlaatgassen te produceren. Die uitlaatgassen zijn slechts het noodzakelijk gevolg van het gebruik. Daarom kan niet worden gezegd dat als een auto meer vervuilende uitlaatgassen produceert dan mocht worden verwacht, dat aan het normale gebruik van de auto in de weg staat.
In dit geval behoefde de koper redelijkerwijs niet te verwachten dat hij zou worden bedrogen door de aanwezigheid van een Manipulatie-instrument, waardoor de schijn werd gewekt dat de Betrokken voertuigen zowel formeel als materieel aan alle wettelijke vereisten (waar onder de normen van de Emissieverordening) voldeden, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval was. Wie een auto koopt, mag verwachten dat deze tot het verkeer is toegelaten omdat deze aan de toepasselijke regelgeving voldoet. De rechtbank verwijst naar de redenen op grond waarvan is aangenomen dat de Autobezitters teveel voor de auto hebben betaald, zoals uiteengezet onder 16.1-16.5. Op deze gronden moet ook worden aangenomen dat de door de Autodealers verkochte Betrokken voertuigen niet hebben beantwoord aan de overeenkomst en dus niet voldeden aan het conformiteitsvereiste van artikel 7:17 BW. Dat geldt niet alleen voor kopers die een bijzonder belang hechten aan een ‘schone’ auto, maar voor alle kopers en voor zowel de kopers van nieuwe als van tweedehands Betrokken voertuigen.
ontbinding
Met betrekking tot Zakelijke rijders A en B houdt de gevorderde verklaring voor recht in dat zij in beginsel het recht hebben de overeenkomsten met de respectievelijke Handelaren te ontbinden. De gevorderde verklaring voor recht met betrekking tot de Zakelijke rijders is kennelijk gebaseerd op artikel 6:265 BW.
onder aBW er niet aan in de weg dat als die niet toewijsbaar is, moet worden onderzocht of het mindere toewijsbaar is. Het mindere is in dit geval het met een gedeeltelijke ontbinding vergelijkbare, namelijk een verklaring voor recht dat de Consumenten recht hebben op prijsvermindering als bedoeld in artikel 7:22 lid 1 onder b BW.
geen verklaring voor recht met de woorden ‘in beginsel’
‘in beginsel’ recht bestaat op (volledige) ontbinding een verklaring voor recht toewijzen inhoudende dat recht bestaat op prijsvermindering. De rechtbank ziet geen aanleiding daarin de woorden ‘in beginsel’ op te nemen, omdat dit ten onrechte de suggestie zou wekken dat er uitzonderingen mogelijk zijn. Die zijn er niet, omdat alle Consumenten die bij een van de Autodealers een auto met daarin een Manipulatie-instrument hebben gekocht (voor het bekend worden van de aanwezigheid daarvan) zich in dezelfde positie bevinden.
Wat partijen hebben aangevoerd over het al dan niet toelaatbaar zijn van een verklaring voor recht waarin de woorden ‘in beginsel’ voorkomen, behoeft dus geen bespreking.
dwaling
De Autodealers waren van de aanwezigheid van een verboden Manipulatie-instrument evenmin op de hoogte. Beiden gingen dus uit van een verkeerde voorstelling van zaken. Dit levert wederzijdse dwaling op in de zin van artikel 6:228 lid 1 onder c BW en leidt tot vernietiging van de overeenkomst, als deze bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten. Dat laatste kan worden aangenomen op de gronden zoals hiervoor uiteengezet in het kader van onrechtmatige daad en non-conformiteit. Kort gezegd: de Betrokken voertuigen waren door de aanwezigheid van een Manipulatie-instrument in werkelijkheid minder waard dan de kopers mochten aannemen. Dat betekent dat de kopers bij kennis van de werkelijke stand van zaken de koop niet of althans niet onder dezelfde voorwaarden zouden hebben gesloten.
In artikel 6:230 BW is echter bepaald dat de bevoegdheid om vernietiging te vorderen vervalt wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst voorstelt, die het nadeel dat de tot vernietiging bevoegde bij instandhouding van de overeenkomst lijdt, op afdoende wijze opheft. De rechtbank is van oordeel dat deze bepaling overeenkomstig dient te worden toegepast indien in eenzelfde procedure waarin een beroep op dwaling wordt gedaan ook een beroep wordt gedaan op ontbinding en in dat kader de uitgesproken ontbinding (in dit geval een gedeeltelijke ontbinding)
“het nadeel dat de tot vernietiging bevoegde bij instandhouding van de overeenkomst lijdt, op afdoende wijze opheft”. Deze situatie doet zich hier voor ten aanzien van de Consumenten.
Dat beroep heeft ertoe geleid dat de rechtbank de vorderingen van Zakelijke rijders uit hoofde van non-conformiteit niet bundelbaar heeft geacht (zie 18.10-18.15). Onder ‘alle aanspraken’ vallen ook vorderingen die zijn gebaseerd op dwaling. Voor die vorderingen geldt dan ook precies hetzelfde als voor vorderingen uit hoofde van non-conformiteit: ook deze vorderingen zijn daarom niet bundelbaar. Ten aanzien van de Zakelijke rijders leidt dat tot niet-ontvankelijkheid van Car Claim in haar vordering met betrekking tot dwaling.
19.19. De vorderingen tegen [gedaagde 5]
- i) vanaf 2007 EDC 17-systemen met een verboden Manipulatie-instrument heeft ontwikkeld, geproduceerd en geleverd aan VW c.s., waardoor zij heeft meegewerkt aan het vervaardigen van een voertuig dat niet aan de Europese en Nederlandse regelgeving voldeed en jarenlang actief heeft meegewerkt aan de voortdurende misleiding van de Autobezitters door VW c.s. en VW c.s. heeft geholpen het Manipulatie-instrument verborgen te houden,
- ii) onrechtmatig heeft geprofiteerd van de door de Autodealers gepleegde
de aanwezigheidvan een verboden Manipulatie-instrument in de Betrokken voertuigen en die handeling heeft plaatsgevonden voor 11 januari 2009. Het is niet zo dat het gestelde latere handelen van [gedaagde 5] een nieuwe onrechtmatige daad oplevert, omdat immers als dat latere handelen wordt weggedacht, haar (gestelde) medewerking aan de eerdere versies van de software niet minder onrechtmatig zou zijn, terwijl door de latere verfijning, verbetering of uitbreiding van de software aan de onrechtmatigheid niets wordt toegevoegd; het Manipulatie-instrument was en blijft verboden.
Bürgerliches Gesetzbuch, hierna: BGB) voor vorderingen uit onrechtmatige daad een verjaringstermijn van drie jaar die op grond van § 199 (1) BGB begint te lopen aan het einde van het jaar waarin de vordering is ontstaan en iemand wetenschap heeft van de feiten die ten grondslag liggen aan zijn vordering en de identiteit van de schuldenaar, of die wetenschap had moeten hebben, maar gezien grove nalatigheid aan zijn zijde, niet heeft. Voor ‘wetenschap’ is voldoende dat een schuldeiser een voldoende aannemelijke – en dus geen zekere, risicoloze – vordering kan instellen op basis van de bij hem bekende omstandigheden. Van grove nalatigheid is sprake als de schuldeiser de gebruikelijke informatiebronnen niet raadpleegt bij het vermoeden van een onrechtmatige daad, ook al vergt dit een bepaalde hoeveelheid tijd, moeite en geld, aldus steeds [gedaagde 5] .
20.De vordering vanwege het profiteren van wanprestatie
21.De vorderingen tegen [gedaagde 6] - de standpunten van partijen
Standpunt van Car Claim
22.De vorderingen tegen [gedaagde 6] - de beoordeling
Had [gedaagde 6] op de hoogte moeten zijn van een Manipulatie-instrument?
Omdat onder 10.7-10.8 al is geoordeeld dat VW c.s. niet onrechtmatig heeft gehandeld door goedkeuring te vragen voor de voorgestelde Update, is bovendien niet in te zien welk verwijt [gedaagde 6] – als zij al betrokken zou zijn geweest – hiervan gemaakt zou kunnen worden.
23.De standpunten van partijen inzake groepsaansprakelijkheid
24.De beoordeling van de groepsaansprakelijkheid
De gestelde schade die de Autobezitters is toegebracht is ontstaan door het verboden Manipulatie-instrument dat door VW c.s. is toegepast. Vervolgens is de vraag of de kans op het aldus toebrengen van schade [gedaagde 5] en [gedaagde 6] had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband.
Het toepasselijk recht op de groepsaansprakelijkheid-vordering is in het tussenvonnis niet vastgesteld, omdat de vraag of VW c.s., [gedaagde 5] en [gedaagde 6] als groep kunnen worden gezien pas kan worden beantwoord als duidelijk is welke onrechtmatige gedragingen hebben plaatsgevonden tegen de Autobezitters (zie r.o. 6.45 van het tussenvonnis).
Met betrekking tot de Update is geoordeeld dat VW c.s. niet onrechtmatig heeft gehandeld. Ook als [gedaagde 5] aan de Update heeft meegewerkt, is door de Update niet op onrechtmatige wijze schade toegebracht, zodat artikel 6:166 BW niet kan worden toegepast.
25.De conclusie
ii. de klachtplicht ex artikel 6:89 BW en artikel 7:23 BW een beroep van respectievelijk de Consumenten A en B en de Zakelijke Rijders A en B op het sub 2(i) gevorderde niet in de weg staat;
26.26. Het vervolg na deze procedure
Gezien het aantal Autobezitters dat bij deze zaak betrokken is, verdient echter een collectieve aanpak na deze uitspraak de voorkeur.
De rechtbank wijst daarom op de mogelijkheid voor Car Claim, de Autodealers en VW c.s. om te komen tot een overeenkomst strekkende tot vergoeding van schade zoals bedoeld in artikel 7:907 e.v. BW, waarvan vervolgens de verbindend verklaring voor personen aan wie de schade is veroorzaakt kan worden verzocht (zie artikel 1013 e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Daarbij ligt – gezien wat onder 25.2 is overwogen – het meest voor de hand dat een rechtstreekse betaling van VW c.s. aan de Autobezitters wordt overeengekomen.
27.De proceskosten
28.De beslissing
€ 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;