Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Inleiding
3.De dagvaarding van SDEJ
Nauw Omschreven Groep):
Importeur”) als omschreven in het lichaam van deze dagvaarding kwalificeren als een oneerlijke handelspraktijk en mitsdien jegens de Consumenten onrechtmatig zijn;
Nauw Omschreven Groep):
Primairde Stichting aan te wijzen als Exclusieve Belangenbehartiger in de zin van artikel 1018e lid 1 Rv, dan wel –
subsidiair– de Stichting aan te wijzen als co-Exclusieve Belangenbehartiger in de zin van artikel 1018e lid 4 Rv;
4.De akten van SDEJ en Car Claim
5.De antwoordconclusies van Mercedes, de Partners en Bosch
6.CONCLUSIE
6.De beoordeling
schadeveroorzakendegebeurtenis of gebeurtenissen, ook al spreekt de wettekst zelf enkel van gebeurtenis of gebeurtenissen. In de toelichting is verder geen aanknopingspunt te vinden op grond waarvan als gebeurtenis ook zou moeten of kunnen gelden het intreden van
schadelijke gevolgenvan een gebeurtenis of gebeurtenissen. De initiële, gemeenschappelijke en alles overkoepelende schadeveroorzakende gebeurtenis waarop de vorderingen van SDEJ en Car Claim zijn gebaseerd, is het tot stand brengen van een (volgens SDEJ en Car Claim illegaal) manipulatie-instrument. Deze totstandbrenging is vóór 15 november 2016 gebeurd. Het daadwerkelijk op de markt brengen van voertuigen waarin dit (volgens SDEJ en Car Claim illegaal) manipulatie-instrument was ingebouwd, is vooral een uitvoeringshandeling waar het ontwikkelen van het manipulatie-instrument toe heeft geleid en wat ook als een van de (volgens SDEJ en Car Claim) schadelijk gevolgen van het manipulatie-instrument kan worden beschouwd. Anders dan het Rv-overgangsrecht, laat het BW-overgangsrecht een knip toe (“voor zover”). Dat is in dit geval niet relevant, omdat het (volgens SDEJ en Car Claim illegaal) manipulatie-instrument al vóór 15 november 2016 tot stand was gebracht en niet is gesteld of gebleken dat latere aanpassingen op het gestelde illegale karakter daarvan van invloed zijn geweest.
7.De beslissing
14 september 2022voor de hiervoor in 6.38 bedoelde conclusies;