AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Bijstelling marktsituatie en dealersituatie in de koerslijst EurotaxGlass's en de toepassing daarvan voor belastingheffing
In deze zaak staat de vraag centraal of voor de heffing van belasting op personenauto's (bpm) rekening mag worden gehouden met de bijstellingen 'marktsituatie' en 'dealersituatie' in de koerslijst EurotaxGlass's, nadat deze keuzemogelijkheid is geschrapt. De belastingplichtige, een vennootschap onder firma, heeft op 2 juli 2018 aangifte bpm gedaan voor de registratie van een gebruikte auto. De aangifte is gedaan op basis van de koerslijstmethode, waarbij de handelsinkoopwaarde van de auto is vastgesteld op € 9.124. De inspecteur heeft echter een naheffingsaanslag opgelegd, waarbij hij de waarde zonder toepassing van de bijstellingen heeft vastgesteld op € 9.009. De belastingplichtige betoogt dat de bijstellingen in aanmerking moeten worden genomen, zoals eerder is geoordeeld door de Hoge Raad in een arrest van 15 november 2019. De advocaat-generaal concludeert dat de belastingplichtige zonder onderbouwing een beroep kan blijven doen op de bijstellingen, mits de aangifte vóór 4 oktober 2021 is gedaan. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de bijstellingen niet meer kunnen worden toegepast zonder individuele onderbouwing, wat door de advocaat-generaal als onjuist wordt beschouwd. De Hoge Raad wordt voorgesteld om het beroep in cassatie gegrond te verklaren, omdat de belastingplichtige recht heeft op toepassing van de bijstellingen zonder verder bewijs te leveren, gezien de omstandigheden ten tijde van de aangifte.
Voetnoten
2.Het Hof vermeldt onder 2.3.1 dat deze waarde is gebaseerd op de Eurotax XchangeNet. Zie ook punt 3 van de uitspraak van de Rechtbank. De koerslijst Eurotax XchangeNet is een andere benaming voor de koerslijst EurotaxGlass’s, zodat deze benamingen voor zover hier van belang inwisselbaar zijn. Vanuit het oogpunt van consistentie noem ik de koerslijst in deze conclusie: EurotaxGlass’s, onder meer omdat dit het opschrift is van de koerslijstuitdraai waarop zowel belanghebbende als de beoordelaar van DRZ de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat hebben bepaald. Ik merk op dat belanghebbende bij de aangifte een oudere uitdraai heeft gebruikt, zodat zijn handelsinkoopwaarde (€ 9.124) hoger uitvalt dan die van de beoordelaar van DRZ (€ 9.009).
3.Rechtbank Den Haag 28 oktober 2021, SGR 21/1379 en 21/1381, niet gepubliceerd op rechtspraak.nl.
5.Het geschil in cassatie beperkt zich tot het oordeel van het Hof over het subsidiaire standpunt van belanghebbende in hoger beroep. Verderop in deze conclusie komt het primaire standpunt van belanghebbende nog zijdeling aan bod. Zie 4.7.
10.Kennisgroep auto van 24 november 2022, KG:013:2022:6, Toepassing koerslijst EurotaxGlass’s en de daarin opgenomen schuifjes ‘marktsituatie handelaar’ en ‘marktsituatie’.
12.Kennisgroep auto van 24 november 2022, KG:013:2022:6, Toepassing koerslijst EurotaxGlass’s en de daarin opgenomen schuifjes ‘marktsituatie handelaar’ en ‘marktsituatie’.
16.Zie onderdeel 2 van de gemeenschappelijke bijlage voor een uitgebreide bespreking van het wettelijke systeem van de afschrijvingsmethoden.
17.De forfaitaire afschrijvingstabel van art. 10(6) Wet BPM laat ik hier buiten beschouwing.
18.Zie onderdeel 4.8 en 4.9 van de gemeenschappelijke bijlage.
20.Zie onderdeel 4.10 van de gemeenschappelijke bijlage.
22.Zie onderdeel 4.11 van de gemeenschappelijke bijlage.
25.Zie ook onderdeel 2.15 van de gemeenschappelijke bijlage.
26.Kamerstukken II 2014/15, 34002, nr. 3, p. 31 en 64; vgl. HR 2 februari 2024, nr. 22/00653, ECLI:NL:HR:2024:147, r.o. 3.2.3. 27.Vgl. ECLI:NL:HR:2024:147, r.o. 3.3.1. Zie ook onderdeel 2.15 van de gemeenschappelijke bijlage. 28.De Rechtbank en het Hof hebben dit niet met zoveel woorden vastgesteld, maar de stukken van het geding, in het bijzonder de vooraankondiging van de naheffingsaanslag bpm van 26 september 2018, laten geen andere conclusie toe.
30.Vgl. HR 18 maart 2016, nr. 14/04111, ECLI:NL:HR:2016:422; HR 18 maart 2016, nr. 14/04112, ECLI:NL:HR:2016:421. Zie onderdeel 2.20 e.v. van de gemeenschappelijke bijlage. Voor het vaststellen van de juistheid van de vermindering is in dit geval geen (tweede) controle van het voertuig nodig. 32.Zie voetnoot 2 van de conclusie van dupliek.
33.Belanghebbende heeft deze stelling overigens ook al in beroep ingenomen, maar de Rechtbank verklaarde deze tardief.
35.Conclusie van repliek, p. 2 en 3.
37.Ik breng in herinnering dat Eurotax vanaf deze datum de disclaimer heeft opgenomen en dat het vanaf deze datum niet langer mogelijk is de bijstellingen toe te passen. Dit brengt uiteraard mee dat de inspecteur vanaf deze datum de correctiefactoren niet uit eigen beweging
38.Het Hof vat het betoog van belanghebbende aldus op dat de handelsinkoopwaarde inclusief correcties uitkomt op € 7.657 (zie punt 5.2.1. van de bestreden uitspraak). Dit is onjuist, aangezien de door de inspecteur berekende handelsinkoopwaarde deels bestaat uit een bedrag aan opties (€ 93). De correcties dienen te worden toegepast op de handelsinkoopwaarde exclusief opties. Dit leidt tot een handelsinkoopwaarde van € 7.671, namelijk: (9.009 – 93) * 0,85 + 93.
39.Zie p. 3 van het hogerberoepschrift van belanghebbende.