ECLI:NL:HR:2003:AF7103
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 22 maart 2002, nr. BK-01/00682, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. De Belastingdienst had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 21.455, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie van belanghebbende.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend, gevolgd door een conclusie van dupliek van de Staatssecretaris. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, waarbij werd opgemerkt dat klachten die na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift in cassatie zijn aangevoerd, buiten behandeling blijven. Ook klachten die berusten op feiten die niet eerder voor het Hof zijn aangevoerd, kunnen niet tot cassatie leiden, omdat dit een onderzoek van feitelijke aard zou vereisen, wat in cassatie niet mogelijk is.
De overige klachten van belanghebbende zijn eveneens afgewezen, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 11 april 2003 door de vice-president en de raadsheren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier.