Conclusie
Nummer22/04306 C
Inleiding
De zaak
Het eerste middel
Beroep op nietigheid van het vonnis
Het tweede middel
Het derde middel
Door de verdediging gevoerde verweren
een meer dan beperkte inbreukop de persoonlijke levenssfeer van de verdachte is gemaakt. In zo’n geval is volgens de procureur-generaal toestemming van de officier van justitie nodig, hetgeen ook daags na de inbeslagname is geschied, zoals blijkt uit een proces-verbaal d.d. 10 augustus 2021 opgesteld door de officier van justitie G. Steeghs. Aldus is volgens de procureur-generaal geen sprake van een normschending omdat slechts in geval op voorhand te voorzien is dat de inbreuk
zeer ingrijpendzou zijn volgens de Hoge Raad toestemming vaneen rechter-commissaris nodig is en niet in het geval waarin sprake is van
een meer dan beperkte inbreuk.
“Daarbij valt – in het licht van art. 8 EVRM – aan onderzoek door de rechter-commissaris in het bijzonder te denken in gevallen waarin op voorhand is te voorzien dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zeer ingrijpend zal zijn.”
een meer dan beperkte inbreukop de persoonlijke levenssfeer van de verdachte. Nu er in het onderhavige geval geen aanwijzingen zijn dat voorzienbaar was dat een zeer ingrijpende inbreuk zou plaatsvinden (en ook achteraf niet is gebleken dat een zeer ingrijpende inbreuk heeft plaatsgevonden), kon worden volstaan met toestemming van de officier van justitie. Deze toestemming is door de officier van justitie daadwerkelijk gegeven, getuige het door hem op ambtseed/belofte opgemaakte proces-verbaal. Aanknopingspunten op grond waarvan aan de juistheid van dit proces-verbaal zou moeten worden getwijfeld zijn gesteld noch gebleken. Het verweer wordt daarom verworpen. Het voorwaardelijk gedane verzoek tot het horen van de officier van justitie en de betrokken verbalisant omtrent de gegeven toestemming wordt afgewezen, nu -mede gelet op de voorgaande overwegingen van het Hof- onvoldoende is onderbouwd wat de noodzaak daartoe is.”
Het vierde middel
Parketnummer 100.00039/20 feiten 1, 2 en 3 (Onderzoek Scorpio)
De vierde deelklacht van het vierde middel
Opzet
Het vijfde middel
Parketnummer 100.00039/20 feit 4 (Onderzoek Aquarius)
‘nagenoeg dezelfde route’heeft afgelegd als de auto van de schutters. 1*1 De aan [verdachte] toegeschreven telefoon wordt om 04:11:54 geregistreerd in
Madame Estate. In
Madame Estatevond om 04:16:09 de poging liquidatie plaats. Dan rijdt de auto van de schutter(s) om 04:16:25 weg richting
Dutch Quarter. [verdachte] ’ telefoon wordt om 04:26:38 in
[e-straat]geregistreerd, waar hij in een woning verblijft.
[e-straat]? Dit is niet waarschijnlijk gelet op de richting waar de Toyota Camry naartoe reed op 04:16:57 (vanuit Madame Estate weg, terwijl de enige weg naar
[e-straat]de andere kant op zou zijn).
voorafgaandaan de schietpartij zich in de Hyundai bevond waarin de schutters zich verplaatsten. Tot een nadere motivering was het Hof niet gehouden.
Het zesde middel
Betrouwbaarheid verklaringen [betrokkene 6] en daderschap van de verdachte
De toedracht, medeplegen en voorbedachten rade