Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 10 maart 2014, voor zover inhoudende:
- zijn verklaring dat hij [betrokkene 1] al een jaar of twee kent;
- zijn verklaring dat hij op 8 maart en op 9 maart telefonisch contact gehad heeft met [betrokkene 1] ;
- zijn verklaring dat hij de op zijn mobiele telefoon aangetroffen foto's van [betrokkene 1] heeft gekregen via de telefoon van ' [betrokkene 2] ', althans de persoon die ze ' [betrokkene 2] ' noemen maar die [betrokkene 2] heet;
IV.
Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [betrokkene 1] van 10 maart 2014 (proces-verbaal nummer: PL27RP/14-019314), voor zover inhoudende:
- zijn verklaring dat hij de bollen van [betrokkene 2] had gekregen;
- zijn verklaring dat hij ongeveer 100 bollen geslikt heeft;
- zijn verklaring dat [betrokkene 2] voor zijn vertrek naar luchthaven Zanderij foto's van hem had gemaakt;
- zijn verklaring dat hij zou worden opgehaald door een onbekende man, die hij op luchthaven Zanderij aan de telefoon had gehad;
- zijn verklaring dat hij, toen hij geland was op Schiphol, werd gebeld door de man die hem kwam ophalen en hem vertelde dat hij een foto van hem had op zijn telefoon zodat hij wist hoe hij er uit zag;
- zijn verklaring dat hij voor het laatst door de man gebeld werd toen hij werd opgehouden bij de Marechaussee en dat de man ophing toen hij vertelde dat hij bij de Marechaussee zat;
- zijn verklaring dat hij bij aankomst drie werd aangesproken door een lange man, die ook is aangehouden, die in het Surinaams zei 'kom met mij mee' en hem meenam naar een donkere Audi A3;
- zijn verklaring dat hij de telefoon van [betrokkene 2] had gekregen;
VIII.
Proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 3] d.d. 10 maart 2014 (PL27RP/14-019321), voor zover inhoudende:
- zijn verklaring dat hij met [verdachte] de avond ervoor naar 2 feestjes was geweest, eentje in Rotterdam en dat [verdachte] op weg naar Amsterdam zei dat hij morgen iemand op Schiphol moest ophalen en dat [verdachte] de volgende ochtend rond half 8 belde en dat hij toen naar [verdachte] toe is gereden omdat hij [verdachtes] auto had;
Het proces-verbaal vermeldt vervolgens de 'relevante' contacten, oproepgeschiedenis en berichten uit de iPhone. Bij vier van deze berichten is sprake van de verzending van een foto. Zoals blijkt uit de bewijsoverwegingen in het in zoverre door het hof met overneming van gronden bevestigde vonnis, zijn een aantal op de smartphone aangetroffen (WhatsApp-) contacten en ten minste één van de aangetroffen foto's door de rechtbank en het hof voor het bewijs van het ten laste gelegde gebruikt."
AD2076, NJ 1994/577). Dat geldt ook voor in andere inbeslaggenomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken, waaronder smartphones, opgeslagen of beschikbare gegevens. De wettelijke basis voor dat onderzoek door opsporingsambtenaren is gelegen in het samenstel van de bepalingen waarop de bevoegdheid tot inbeslagneming is gebaseerd.
In zo een geval vormen de genoemde wettelijke bepalingen een toereikende grondslag voor onderzoek aan inbeslaggenomen voorwerpen - waaronder elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken - dat een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer meebrengt. Daarbij valt - in het licht van art. 8 EVRM - aan onderzoek door de rechter-commissaris in het bijzonder te denken in gevallen waarin op voorhand is te voorzien dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zeer ingrijpend zal zijn.
3.Slotsom
4.Beslissing
4 april 2017.