- Op 18 januari 2020 heeft verdachte – hoofdagent te Eindhoven – met collega hoofdagente [verbalisant 1] noodhulpdienst. Omstreeks 15.25 uur kregen de verdachte en zijn collega een melding om te gaan naar de Bachlaan in Eindhoven. Aldaar zou sprake zijn van een verlaten plaats ongeval (pagina’s 107 en 126).
- Korte tijd later kregen de verdachte en zijn collega [verbalisant 1] van het operationeel centrum te horen dat zij naar de Hoogstraat moesten gaan, omdat de persoon die aan het signalement (witte broek en een rood petje) voldeed van het verlaten plaats ongeval aldaar op auto’s stond te springen. Aangekomen bij de Hoogstraat zag de verdachte de betreffende persoon (de latere aangever [aangever] , hierna: aangever) over een schutting gaan en is toen uit de dienstauto gestapt om te voet verder naar hem te gaan zoeken (pagina 127).
- Verbalisant [verbalisant 1] hoorde via de portofoon dat de aangever tussen de Reinkenstraat en de Caldarastraat een binnenplaats op rende waar zich meerdere garageboxen bevinden (pagina 107).
- De verdachte zag op enig moment het dienstvoertuig van collega’s [verbalisant 2] en [verbalisant 3] de binnenplaats oprijden waarna hij zag dat zij het dienstvoertuig op de binnenplaats neerzetten. Korte tijd later hoorde de verdachte via de portofoon dat de gezochte persoon in het dienstvoertuig van [verbalisant 2] en [verbalisant 3] zat (pagina 127).
- De verdachte was bang dat de aangever verward was en zou wegrijden met het dienstvoertuig en onder omstanders slachtoffers zou maken (pagina’s 127 en 129, alsmede de verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep).
- De verdachte heeft verklaard dat hij niet wist of de aangever over de sleutel van de politieauto beschikte (pagina 128).
- De verdachte is hierop naar het dienstvoertuig gerend en zag dat de aangever zich op de bestuurdersstoel van het politievoertuig bevond, met enkel de benen bij de deurstijl uit het voertuig terwijl collega’s [verbalisant 4] en [verbalisant 3] aan de benen van de aangever aan het trekken waren. De aangever was zich hevig aan het verzetten en bleef met de rest van zijn lichaam in de auto. De verdachte zag en rook dat er al pepperspray was gebruikt en heeft, eenmaal aangekomen bij het voertuig, zijn wapenstok gepakt en de aangever meerdere malen heel hard met de wapenstok geslagen (pagina’s 110, 127-128 en 132)
- Het doel van de verdachte was om door middel van de wapenstok pijnprikkels toe te dienen en daarmee het verzet van de aangever te doen staken (pagina’s 127 en 129, alsmede de verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep).
- Op grond van de camerabeelden kan worden vastgesteld dat de verdachte in totaal dertien maal heeft geslagen, binnen een tijdsbestek van acht (8) seconden (6:11 - 6:19 van de beelden op dvd met nummer 20200004 ‘Albi’), (pagina’s 40-41 en de eigen waarneming van de beelden door het hof).
- Het hof heeft in aanwezigheid van advocaat-generaal en verdediging ter zitting, alsmede in raadkamer vastgesteld dat de verdachte voor de tiende keer met de wapenstok slaat op het moment dat de aangever uit de auto wordt getrokken door twee collega’s van de verdachte. Het hoofd van de aangever bevindt zich dan in de omgeving van de (voor de tiende keer) neerkomende wapenstok. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij de aangever op het hoofd heeft geslagen toen hij uit de auto werd getrokken. Het hof is van oordeel dat deze feiten en omstandigheden ertoe leiden dat het niet anders kan zijn dan dat de aangever bij de tiende slag met de wapenstok door de verdachte op het hoofd is geslagen. Ten aanzien van deze tiende slag heeft het hof in het bijzonder waargenomen dat deze vanuit de nek en met kracht is toegebracht terwijl de verdachte zijn wapenstok met beide handen vasthield.
- De verdachte heeft verklaard dat hij aan het hakken was en dat hij dit deed zodat hij harder kon slaan, omdat de aangever niet reageerde op de eerste slagen (pagina 130, alsmede de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg).
- Uit medische informatie van de aangever blijkt dat hij meerdere letsels heeft opgelopen waaronder een hoofdwond van 8 centimeter, een ‘schedelfractuur in goede stand’ en er was onder de schedel – onder het buitenste hersenvlies – een dunne schil bloed zichtbaar (pagina’s 88-94).
- De verdachte heeft op 5 september 2018 een omscholing (zogeheten Integrale Beroepsvaardigheid Training) gehad naar het gebruik van de uitschuifbare wapenstok. Deze heeft een grotere impact dan de wapenstok die voordien door de politie werd gebruikt. Bij deze omscholing is aandacht besteed aan de wijze waarop de wapenstok dient te worden gehanteerd en op welke lichaamsdelen er geslagen dient te worden. Dit betreffen de grote spiergroepen op de ledematen. Ook werd geïnstrueerd altijd diagonaal (forehand en backhand) met de wapenstok te slaan. De slag is altijd enkelhandig. Enkel de duwstoot is dubbelhandig. Voorts wordt aangeleerd om niet op de ruggengraat, de hals of het hoofd te slaan, omdat de kans op ernstig letsel daarbij groter is (losbladig proces-verbaal met nummer 20200004A met documentnummer 2006111739.AMB).