Bewezenverklaring en bewijsmiddelen
4. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“1
hij op 23 september 2019 te Zoetermeer, uit een woning gelegen aan de [a-straat] ,
- een gouden ring en
- een gouden ketting en
- een jas (merk Monder) en
- een zaagmachine (Workx) en
- een boormachine (Metabo) en
- een Playstation 4 (Sony),
toebehoorde aan [betrokkene 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2
hij in de periode van 16 september 2019 tot en met 20 september 2019, te Zoetermeer, van een voorwerp (een personenauto, merk Suzuki, type Wagon R+), dit voorwerp voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij wist dat dit voorwerp afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf;
3
hij 3 maart 2020 te Zoetermeer zich met geweld heeft verzet tegen ambtenaren, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] en [verbalisant 3] (hoofdagenten van de Politie Den Haag), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten bij de gelegenheid van de aanhouding buiten heterdaad van hem, verdachte, op verdenking van inbraak, door zijn armen los te rukken/trekken uit de greep van die ambtenaren.”
Blijkens de aantekening mondeling vonnis in het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 mei 2020 heeft de politierechter in de rechtbank Den Haag met betrekking tot de onder 1 t/m 3 bewezenverklaarde feiten geoordeeld “dat met een opgave van bewijsmiddelen kan worden volstaan, nu de gehele inhoud daarvan tot het bewijs is gebezigd (conform Hoge Raad 8 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BK0898 en ECLI:NL:HR:2009:BK5605; Hoge Raad 25 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO6759)”. Het hof heeft zich met dat oordeel verenigd. 6. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“Met betrekking tot feit 1:
1. het proces-verbaal van aangifte van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL1500-2019266680-1, met bijlagen, d.d. 23 september 2019, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 47 t/m 64);
2. het proces-verbaal van bevindingen onderzoek woning van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL1500-2019266680-5, d.d. 2 oktober 2019, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (blz. 66 t/m 69);
3. het proces-verbaal resultaat onderzoek dactyloscopische sporen van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL 1500-2019266680-5, d.d. 7 januari 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 72-72);
4. het proces-verbaal van bevindingen van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL1S00-2019266680-14 , d.d. 3 maart 2020, met bijlagen, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 79 t/m 81);
Met betrekking tot feit 2:
5. het proces-verbaal van aangifte van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL 1500-2019264381-1, d.d. 21 september 2019, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 28 t/m 33);
6. het proces-verbaal van bevindingen van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL1700-2019290515-2, d.d. 30 september 2019, met bijlagen, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 34 t/m 39);
7. het proces-verbaal van bevindingen van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL 1500-2019264381-7, d.d. 28 februari 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 40);
8. het proces-verbaal van bevindingen van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL1500-2019264381-9, d.d. 28 februari 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde, opsporingsambtenaar (blz. 41);
9. het proces-verbaal van bevindingen van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL1S00-2019264381-10, d.d. 28 februari 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 44);
10. het proces-verbaal van bevindingen van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL 1500-2019264381-11, d.d. 3 maart 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 45);
11. het proces-verbaal van verhoor verdachte van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL1500-2019266680-7, d.d. 3 maart 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende: “Het is een groene Suzuki die bij mij onder stond sinds lange tijd. Ik heb een sleepbedrijf gebeld en mijn legitimatie laten zien. Zodat als hij problemen krijgt dat hij dat dan kan geven. Ik heb de auto weglaten slepen uit die garage. Ik wist totaal niet van wie die auto was.” (blz. 86);
Met betrekking tot feit 3:
12. het proces-verbaal van aanhouding van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL1500-2019266680-10, d.d. 3 maart 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (blz. 9-10);
13. het proces-verbaal van bevindingen van de politie Eenheid Den Haag, nr. PL 1500-2020057527-20, d.d. 3 maart 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (blz. 11 t/m 13).”