Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
7 juli 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juli 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1973, was in hoger beroep veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, eenvoudige belediging van een ambtenaar, beschadigen van fietsbanden en mishandeling. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover bij de schadevergoedingsmaatregel vervangende hechtenis was toegepast. De Hoge Raad heeft ambtshalve de uitspraak van het hof vernietigd voor zover daarbij vervangende hechtenis was toegepast, en bepaald dat gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast. Dit arrest is van belang voor de toepassing van vervangende hechtenis en de mogelijkheden voor gijzeling in het kader van schadevergoedingsmaatregelen.