Conclusie
Nummer 19/02501
eerstemiddel ziet op de bewezenverklaring in zaak A onder 1. Voordat ik dit middel bespreek, geef ik de bewezenverklaring, de bewijsmiddelen en ’s hofs bewijsoverweging inzake dit feit weer.
Bewezenverklaring, bewijsmiddelen en bewijsoverweging inzake zaak A onder 1
Bij dit transport zijn betrokken de verdachten:
• [medeverdachte 1] , geboren [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats]
• [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats]
Uit het onderzoek bleek verder dat de kist met daarin de verdovende middelen op 25 maart 2013 was getransporteerd met een Ford Transit voorzien van het kenteken [kenteken 1] . Gezien was namelijk dat deze Ford Transit [kenteken 1] gereden was vanaf de [a-straat] te [plaats] via de [c-straat] te [plaats] naar de [b-straat] te [plaats] , waar de kist vervolgens voor verder transport werd afgeleverd.
Om nader vast te stellen met welke wagen de kist bij het bedrijf [A] BV was bezorgd is door verbalisanten 8020 en 10189 op dinsdag 26 maart 2013 een onderzoek ingesteld in de omgeving van de [b-straat 1] te [plaats] met als doel het vinden van camera opstellingen die mogelijk opnames hadden gemaakt van de gebruikte wagen en de bestuurder daarvan.
Door mij werd gezien dat bij perceel [b-straat 2] te [plaats] een beveiligingscamera was bevestigd aan de voorzijde van het pand. Ik zag dat deze camera gericht was op het toegangshek van het perceel. Ik zag verder dat de mogelijkheid bestond dat ook een deel van de openbare weg van de [b-straat] door deze camera gezien kon worden.
In perceel [b-straat 2] te [plaats] is gevestigd het bedrijf [C] .
Op dinsdag 26 maart 2013 heb ik ter plaatse gesproken met [betrokkene 1] van [C] .
Hij verklaarde mij dat zij inderdaad een beveiligingscamera hadden met als doel beelden van hun toegangshek op te nemen.
Op 26 maart 2012 omstreeks 15.47 uur ontving ik van [betrokkene 1] een emailbericht. In dit bericht schreef [betrokkene 1] dat de pick-up inderdaad op de beelden stond. [betrokkene 1] had 2 schermafbeeldingen bijgevoegd van de Pick-up truck.
• Een van 7.02 uur waarbij te zien is dat er een kist geladen is en de wagen rijdt in de richting van het bedrijf [A] BV.
• Een van 7.41 uur waarbij te zien is dat pick-up truck voorbij rijdt ZONDER de eerder genoemde kist. De pick-up truck rijdt nu in de richting van de [d-straat] te [plaats] .
Het is het onderzoeksteam bekend dat dicht bij genoemde kruising, in perceel [b-straat 1] een transportbedrijf genaamd [A] BV gevestigd is. In de volksmond staat dit bedrijf bekend onder de naam [B] . Vanuit dit bedrijf is eerder gedurende dit onderzoek een kist, met als vermoedelijke inhoud verdovende middelen, naar Engeland verstuurd. Deze kist had een afmeting van ongeveer 1,20 m x 1,20 m x 1,20 m en was volgens de paklijst gevuld met tuinartikelen.
Wij verbalisanten hebben vervolgens gevraagd of deze kist nog in het bedrijf aanwezig was. Hierop deelde [betrokkene 2] ons mede dat de kist omstreeks 13.00 uur was opgehaald door Transportbedrijf [D] , gevestigd [e-straat 1] te [plaats] en dat van daaruit de kist zou worden getransporteerd naar [E] te [plaats] . Wij hebben [betrokkene 2] verzocht na te gaan waar genoemde kist op dat moment was. Na enige telefonische contacten deelde [betrokkene 2] ons mede dat de kist met tracking/ referentienummer [0001] , omstreeks 18.00 uur die dag zou aankomen bij transportbedrijf [D] voornoemd.
Na mondelinge toestemming van de officier van justitie Mevr. mr. A.J. van Dooren, hebben wij verbalisanten, aan [betrokkene 2] mondeling gevorderd aan ons alle beschikbare gegevens inzake het transport van de hierboven genoemde kist, ter beschikking te stellen. [betrokkene 2] voldeed aan deze vordering en overhandigde ons de navolgende bescheiden:
- een kopie van de voorzijde van een enveloppe met de handgeschreven tekst:
afgeven [B] ! € 514,25 incl. 08.00 open Groet [betrokkene 3]
- Een kopie van het adreslabel:
[F] , [g-straat 1] , London, [...] , Tel: [...]
- een kopie van een notitieblad van [B] met de handgeschreven tekst:
[betrokkene 3] , 06- [...] , 120 x 120 x 120 =/- 2m3 Tuinmeubelen naar Engeland-London, [...] postcode [...] rond 29 mrt leveren
- een kopie van een uitgeprint e-mailbericht van
[betrokkene 3] @gmail.comaan info [B] , inhoudende het afleveradres: [G] , [h-straat 1] , [...] , London [...] .
- een kopie van de afhaalopdracht betreffende voornoemde kist
- een kopie van de vrachtbrief betreffende voornoemde kist.
Wij, verbalisanten, hebben de inbeslaggenomen kist, onder constant toezicht, over laten brengen naar het beslaghuis van politie te Utrecht alwaar hij, in afwachting van nader onderzoek door de medewerkers van de afdeling Forensische opsporing van de Landelijke Eenheid van politie, in een beveiligde ruimte is geplaatst.
Op 26 maart 2013 is genoemde kist nader onderzocht. Tijdens voornoemd onderzoek werd in de dubbele bodem van voornoemde kist een hoeveelheid van ongeveer 30 kilogram van een stof aangetroffen, waarvan bij voorlopig onderzoek bleek dat het zeer waarschijnlijk MDMA (methyleendioxymethamfetamine) betrof.
BFK: volgen 15 SINnummers).
BFK: volgen de genoemde 15 SINnummers) bevatte MDMA (3,4 - methyleendioxymethamfetamine), welk middel is vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
[betrokkene 4] : hier staat referentie en dan [...] ...
[medeverdachte 1] : [0001] .
[betrokkene 4] : 35, dat is wat ik hier zie staan inderdaad.
[medeverdachte 1] : oké is dat wat ie ... wat die klant nodig heeft?
[betrokkene 4] : ja dat moeten ze inderdaad daar aan de andere kant doorgeven.
[medeverdachte 1] : Oke...Want er staat hier ook iets van bovenaan een...shipmetnummer dat is [...] ... En dan twee nee drie nullen en dan 118. Dat heeft er niks mee te maken?
[betrokkene 4] : nee, dat heeft er niets mee te maken, dat is voor ons.
[medeverdachte 1] : oh dat is voor jullie. Oké. Dus heeft alleen dat referentie nummer...
[betrokkene 4] : alleen dat referentie nummer nodig.
[medeverdachte 1] : want hij was net bij hoe heet het bij dat bedrijf en de vrachtwagen was niet aangekomen. Heeft hij enigszins vertraging of zo?
[betrokkene 4] : dat weet ik eigenlijk verder niet.
[medeverdachte 1] : oké, nou ja goed, dan wachten we het maar af.
[betrokkene 4] : ja, oké.
[medeverdachte 1] : oké dat referentienummer dat is... Dat heeft hij nodig?
[betrokkene 4] : ja dat moet hij inderdaad dat moet hij dus inderdaad doorgeven.
Ze waren niet in staat mij te vertellen of de vrachtwagen de goederen al afgeleverd heeft. Referentie nummer dat je nodig hebt is [0001] .
ben er over 10
Klaar.
oke bedankt.
[medeverdachte 1] : dat is niet zo mooi. Dan ga ik daar even achteraan... Hij bedankt voor de informatie.
[betrokkene 6] : die heb ik een keer gezien dit jaar. Jij vertelde mij laatst dat hij een kistje kwijt was toch? ...Hoeveel was dat nou?
[medeverdachte 3] : 150 nee even kijken, ja 150 "M"... Nee, 15 zeker even kijken, wat was het nou. Was het bijna, voor zeg maar, dik 2 ton handel in ieder geval... 35 volgens mij.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als bevindingen van genoemde verbalisant:
In de loods werden op 14 januari 2013 goederen aangetroffen die mogelijk een relatie hebben met bovenstaande krat. In een stelling rechts achterin de loods werd een aantal rollen wikkelfolie aangetroffen. Deze folie was helder en doorzichtig en toonde qua afmeting en materiaal grote gelijkenis met de folie waarmee het op 25 maart 2013 in beslag genomen krat was omwikkeld. In een kist aangetroffen op de grond achterin de loods werd een hoeveelheid plastic zakken aangetroffen die qua vorm en materiaal grote gelijkenis vertoonden met de dicht gesealde zakken waarin de MDMA die op 25 maart 2013 werd aangetroffen was verpakt. Opvallend is dat de sealzakken werden aangetroffen in een houten kist waarin diverse houtbewerkingsgereedschappen waren opgeborgen, waaronder een zogenaamde messing spaanplaatschroeven. Soortgelijke messing spaanplaatschroeven werden, zo bleek bij demontage van de MDMA krat, gebruikt bij het in elkaar zetten van de MDMA krat. De zakken waarin de MDMA was verpakt waren vacuüm getrokken en dichtgeseald. In een stelling aan de rechterzijde van de loods (gezien vanaf de deur) werd een professionele vacuüm verpakkingsmachine van het merk Henkelman, type Boxer XL 42, aangetroffen. Volgens informatie van de betreffende leverancier kunnen met dit apparaat food- en nonfood waren vacuüm getrokken worden en direct dichtgeseald worden. Tijdens de doorzoeking in de loods werd op diverse plaatsen en van diverse afmetingen houten plaatmateriaal aangetroffen, zijnde watervaste verlijmd multiplex en triplex van diverse diktes. De op 25 maart 2013 in beslag genomen krat was aan de buitenzijde bekleed met houten plaatmateriaal, zijnde watervast verlijmd multiplex en triplex van verschillende diktes.’
- een kopie van een notitie blad met daarop de handgeschreven tekst: [betrokkene 3] 06- [...] (het hof begrijpt: het door medeverdachte [medeverdachte 1] gebruikte telefoonnummer), 120 x 120 x 120 = ± 2m3 tuinmeubelen naar Engeland - Londen, LTD, postcode [...] rond 29 mrt leveren”.
- een kopie van een uitgeprint e-mailbericht afkomstig van
[betrokkene 3] @gmail.com, gedateerd 23 maart 2013, 16:11 uur met de gegevens waar de zending naartoe moet. Het betreft hier hetzelfde adres, waar de twee eerder genoemde kratten naar toe zijn gestuurd. De ontvangende partij is telkens [G] .
Op de binnenste adresseringsbon (A4), wordt een afdruk van de linker wijsvinger van de verdachte aangetroffen. De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat de verdachte voor de aanwezigheid van zijn vingerspoor op dit stuk papier geen verklaring heeft, maar dat dit - zo begrijpt het hof de raadsman - niet betekent dat dit papier ook door de verdachte op strafrechtelijk relevante wijze is aangeraakt. Nu de verdachte evenwel geen enkele deugdelijke verklaring voor de aanwezigheid van zijn vingerafdruk op dit papier, dat op de kist met MDMA is aangetroffen, heeft kunnen geven, acht het hof het voorkomen van deze vingerafdruk op deze specifieke plaats belastend voor de verdachte.
Bespreking van het eerste middel
eerstedeelklacht houdt in dat de bewijsvoering onbegrijpelijk, althans ontoereikend gemotiveerd is, nu het hof heeft overwogen dat de raadsman geen verzoek tot nader onderzoek heeft gedaan naar de waarnemingen van de verbalisant met betrekking tot hetgeen op beelden te zien is. De raadsman zou dit verzoek wel hebben gedaan.
Deze getuige is gehoord omtrent goederen die hij in de aan [verdachte] toegeschreven woning ziet( plastik, een krat, spijkers) en zijn mening dat deze goederen lijken op de goederen van het in beslag genomen krat met MDMA.
Deze getuige relateert zoals gezegd het een en ander, maar de verdediging moet vast stellen dat de gerelateerde zaken niet in beslag worden genomen of technisch onderzocht en wenste hierover vragen te stellen. De verbalisant heeft een verklaring, waarbij hij zijn eerdere bevindingen nog al nuanceert. Deze verklaring wordt door de rechtbank ter zijde is gelegd, terwijl de eerdere bevindingen door de rechtbank wel tot het bewijs worden gebezigd.
Reden waarom de verdediging deze getuige onder ede ter zitting wenst te horen.’
‘In de zaak [verdachte]
‘Het hof wijst af de verzoeken tot het doen oproepen van de getuigen:[verbalisant 3]is op 13 oktober 2015 door de rechter-commissaris, in aanwezigheid van de verdediging, als getuige gehoord, waarbij de getuige vragen ook heeft beantwoord. De verdediging is toen in de gelegenheid gesteld [verbalisant 3] vragen te stellen, ook over diens waarnemingen tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte [verdachte] , waarover de verdediging [verbalisant 3] thans wederom wil bevragen. Tegen die achtergrond bezien en gelet op de aan het verzoek ten grondslag liggende onderbouwing acht het hof de noodzaak tot een hernieuwde oproeping van [verbalisant 3] als getuige, niet gebleken.’
- soortgelijke hout als dat van de houten kist
- soortgelijke sealzakken die zijn gebruikt om de MDMA in te verpakken
Deze goederen zijn niet inbeslaggenomen, maar van alles is foto's genomen.
De folie, het hout en de sealzakken waren soortgelijk als die gebruikt zijn bij het inbeslaggenomen krat.
BFK: volgt foto overall)
tweededeelklacht houdt in dat het hof ‘het uitdrukkelijk onderbouwd standpunt, inhoudende dat het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 3] niet tot het bewijs kan worden gebezigd, niet, althans ontoereikend gemotiveerd’ heeft verworpen.
derdedeelklacht ziet op het medeplegen. Uit de bewijsmiddelen zou niet kunnen worden afgeleid dat de verdachte het bewezenverklaarde ‘tezamen en in vereniging met een ander‘ heeft begaan. In het bijzonder zou uit de bewijsmiddelen niet kunnen blijken (1) dat de verdachte de kratten heeft getimmerd en de MDMA daarin heeft verstopt en (2) dat de verdachte de krat heeft teruggebracht naar de vervoerder.
Bespreking van het tweede middel
tweedemiddel betreft de onttrekking aan het verkeer van de boksbeugel en de wapenstok. Het hof zou één van de eisen van art. 36d Sr, te weten dat onttrekking op basis van deze bepaling slechts plaats kan hebben indien de voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan, hebben miskend. In ieder geval zou onbegrijpelijk en/of ontoereikend gemotiveerd zijn hoe het hof tot dit oordeel is gekomen.
‘Artikel 36b1. Onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen kan worden opgelegd:1°. bij de rechterlijke uitspraak waarbij iemand wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld;2°. bij de rechterlijke uitspraak waarbij overeenkomstig artikel 9a wordt bepaald dat geen straf zal worden opgelegd;3°. bij de rechterlijke uitspraak waarbij, niettegenstaande vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging, wordt vastgesteld dat een strafbaar feit is begaan;4°. bij een afzonderlijke rechterlijke beschikking op vordering van het openbaar ministerie;5°. bij een strafbeschikking.
Artikel 36c
Artikel 36dVatbaar voor onttrekking aan het verkeer zijn bovendien de aan de dader of verdachte toebehorende voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang, welke bij gelegenheid van het onderzoek naar het door hem begane feit, dan wel het feit waarvan hij wordt verdacht, zijn aangetroffen, doch alleen indien de voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan.’
NJ2011/19. [6] Uw Raad refereerde daarbij aan rechtspraak gewezen onder vigeur van art. 427 Sv zoals dat gold voor inwerkingtreding op 1 januari 2002 van de Wet van 6 december 2001,
Stb. 584. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van deze wet zou niet blijken dat de wetgever met die rechtspraak wilde breken. En Uw Raad nam tevens in aanmerking dat ingevolge art. 552f Sv cassatieberoep openstaat tegen een door de rechtbank gegeven beschikking tot onttrekking aan het verkeer.
Stb. 584 blijkt inderdaad niet expliciet dat de wetgever op dit punt met eerdere rechtspraak wilde breken. In de wettelijke systematiek die deze wet creëerde, is deze rechtspraak evenwel een stuk lastiger in te passen. Art. 427, eerste lid, Sv bepaalde voordien dat het OM en de verdachte ‘overeenkomstig de Wet op de rechterlijke organisatie’ beroep in cassatie konden instellen ‘tegen de vonnissen of arresten als uitspraak gegeven’. Dat tegen een vonnis gewoonlijk geen cassatie openstond, vloeide – slechts – voort uit de regel dat een partij geen beroep in cassatie kan instellen ‘indien voor haar een ander gewoon rechtsmiddel openstaat of heeft opengestaan’ (zie thans art. 78, zesde lid, RO). En die regel ging niet op bij een vonnis waarin de verdachte van het tenlastegelegde was vrijgesproken doch wel een voorwerp was onttrokken aan het verkeer. [7]
Bespreking van het derde middel en afronding
derdemiddel klaagt over schending van het vereiste van berechting binnen een redelijke termijn, in het bijzonder de inzendingstermijn.