Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Beslissing
8 oktober 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was beschuldigd van het telen van hennep en had een boksbeugel in beslag genomen gekregen. Het Hof had de boksbeugel onttrokken aan het verkeer, maar de Hoge Raad oordeelde dat er onvoldoende motivering was voor deze beslissing. De Hoge Raad stelde dat de boksbeugel niet kon dienen voor het begaan of voorbereiden van soortgelijke feiten als het telen van hennep, noch voor de belemmering van de opsporing van dergelijke feiten. De Hoge Raad vernietigde daarom de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van de boksbeugel, maar verwierp het beroep voor het overige. De zaak benadrukt de noodzaak van een duidelijke motivering bij beslissingen over onttrekking aan het verkeer van voorwerpen die in verband staan met strafbare feiten.