Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
26 november 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, waarbij de verdachte was vrijgesproken van een strafbaar feit. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat J.Y. Taekema. De zaak betreft de onttrekking aan het verkeer van een auto, waarbij de verdachte is vrijgesproken op basis van artikel 36b, derde lid, onder b van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelt dat het beroep niet kan leiden tot cassatie, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep op 26 november 2019.