ECLI:NL:HR:2019:1790

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2019
Publicatiedatum
15 november 2019
Zaaknummer
18/00579
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen onttrekking aan het verkeer van auto na vrijspraak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, waarbij de verdachte was vrijgesproken van een strafbaar feit. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat J.Y. Taekema. De zaak betreft de onttrekking aan het verkeer van een auto, waarbij de verdachte is vrijgesproken op basis van artikel 36b, derde lid, onder b van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelt dat het beroep niet kan leiden tot cassatie, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep op 26 november 2019.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/00579
Datum26 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 17 januari 2018, nummer 22/003799-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.Y. Taekema, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 november 2019.