Deze bewezenverklaring berust op de bewijsmiddelen, opgenomen in de aanvulling bij het arrest, waarnaar ik kortheidshalve verwijs. Voorts heeft het hof in zijn arrest, mede naar aanleiding van een gevoerd verweer ten aanzien van de bewijsvoering het volgende overwogen:
“Anders dan de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
- Westdeutsche Loterie GmbH&Co.OHG (verder: WL) is een bedrijf dat in Duitsland loterijen organiseert. Deelnemers kunnen zowel als particulier als via wedbedrijven deelnemen aan de verschillende vormen van loterijen bij WL.
- De loten voor deelname aan de loterijen van WL werden/worden onder meer verkocht via wederverkopers. Lotto [A] was/is zo’n wederverkoper.
- In geval van prijzen boven € 5.000,00 geeft WL een zogenaamd “Zentralgewinnanforderung”-formulier uit. De eigenaar van een lot waarop een prijs van meer dan € 5.000,00 is gevallen moet dat formulier invullen en indienen bij WL. Bij grote prijzen in de klasse I en II (waarvan in het onderhavige geval sprake is) kunnen de prijzen binnen 8 dagen na de trekking (in het geval van de hierna te noemen trekking van 13 december 2003 dus tot 21 december 2003) nog wijzigen.
- Combiplay is een wedbedrijf, dat voor rekening en risico van [betrokkene 4] werd gedreven. Combiplay kocht in 2004 voor haar deelnemers grote aantallen loten bij Lotto [A] om mee te doen met de verschillende loterijen van WL. De gewonnen prijzen worden via [A] aan Combiplay uitgekeerd. Combiplay had met [A] afgesproken dat Combiplay niet zelf het formulier hoefde te komen invullen bij [A] en dat [A] de prijzen van Combiplay op zijn naam moest opeisen en dan moest doorbetalen aan Combiplay. Aldus verzorgde [A] de afhandeling van de loten namens Combiplay.
- Op 13 december 2003 heeft een trekking plaats gevonden in de door WL georganiseerde loterij. Het winnende lot met nummer 01.0359.05.17087015.692 is via Lotto [A] verkocht/gekocht. De prijs bedroeg € 470.562,40. Bij de trekking van 13 december 2003 is er sprake van slechts één winnend lot met een prijs van deze omvang dat via Lotto [A] is gekocht/verkocht.
- Op 16 december 2003 stuurt Lotto [A] een kennisgeving aan Combiplay, waarin [A] meedeelt dat Combiplay bij de trekking van WL van 13 december 2003 een prijs heeft gewonnen van € 470.578,40.
- Nadat [A] aan WL had doorgegeven dat verdachte de prijswinnaar was, heeft WL op 18 december 2003 aan verdachte bericht dat hij bij de trekking van 13 december 2003 een prijs heeft gewonnen. Op 29 december 2003 keert WL een bedrag van € 470.562,40 uit aan verdachte op diens bankrekening in Duitsland.
- In de periode van 18 december 2003 tot en met 29 december 2003 stort [A] in totaal een bedrag van € 489.430,00 in contanten op zijn bankrekening. Vastgesteld is dat [A] in december 2003 € 494.100,00 meer in contanten op zijn rekening heeft gestort dan in december 2004.
- Op 30 december 2003 ontvangt Com[bi]play in verband met de trekking bij WL van 13 december 2003 een bedrag van € 470.578,40 van [A] . In de administratie van Combiplay staat de ontvangst van deze prijs vermeld met daarbij de lottonummers waarop Combiplay bij dit type lottospel kennelijk standaard speelde.
- Op 5 januari 2004 neemt verdachte het door hem van WL ontvangen bedrag op van zijn Duitse bankrekening, om vervolgens een bedrag van € 400.000,00 te storten op zijn rekening in Nederland bij de ABN-bank.
- Met betrekking tot de trekking van 13 december 2003 zijn er geen administratieve bescheiden, waaruit een betaling door WL aan [A] blijkt ter zake van een door Combiplay bij die trekking gewonnen prijs van € 470.578,40.
- Van de storting door verdachte van € 400.000,00 wordt op 5 januari 2004 door de ABN-bank een MOT-melding gedaan. Verdachte had tegenover de medewerker van de bank verklaard dat het geld van een loterij afkomstig was.
Op 6 mei 2004 is [betrokkene 3] van lottokantoor [A] in het kader van een rechtshulpverzoek als getuige door de politie in Gronau gehoord. Hij heeft tijdens dat verhoor, zakelijk weergegeven, onder meer verklaard dat verdachte een normale klant van hem is die wekelijks voor zo’n € 300,00 tot € 500,00 lotto speelt bij de WL. In december 2003 heeft Combiplay een “Zentralgewinn” van € 470.000,- gewonnen. [A] durfde dat bedrag niet via zijn eigen rekening te incasseren en over te boeken naar Combiplay, omdat het WL was opgevallen dat hij zoveel prijzen op eigen naam en rekening opeiste. Bij een gesprek met verdachte bood verdachte, aldus nog steeds [A] , aan de prijs op zijn bankrekening te incasseren en het bedrag in contanten aan [A] uit te keren. Verdachte heeft volgens [A] toen -in gedeelten- € 470.000,00 in contanten aan hem gegeven. [A] heeft die bedragen op zijn bankrekening gestort en later doorbetaald aan Combiplay.
Het hof heeft geen grond om aan de juistheid van de verklaringen van [A] te twijfelen. Hierbij overweegt het hof ten eerste dat de verklaring van [A] wordt ondersteund door de gegevens over de contante stortingen door [A] in december 2003. Ten tweede is van belang om vast te stellen dat er bij de trekking van 13 december 2003 geen twee via [A] gekochte/verkochte winnende loten zijn geweest waarop een “Zentralgewinn” van ruim € 470.000,-- is gevallen. Er is slechts één winnend lot geweest met een prijs van die omvang dat via [A] is gekocht/verkocht. Verder acht het hof van belang dat op grond van de inhoud van het schriftelijk bescheid uit de administratie van Combiplay (document 46 K2) kan worden aangenomen dat de bewuste prijs gewonnen is op een getallencombinatie waarmee Combiplay kennelijk standaard speelde. Het hof acht het volstrekt onaannemelijk dat verdachte als particuliere klant van [A] nu net bij dit spel en deze trekking exact dezelfde cijferreeks zou hebben ingevuld als die waarmee Combiplay systematisch meedeed aan de WL. Het hof stelt voorts vast dat [A] al op 16 december 2003 aan Combiplay heeft laten weten dat Combiplay bij de trekking van 13 december 2003 een prijs heeft gewonnen van € 470.578,00, terwijl bij dit soort “Zentralgewinnanforderungen” er binnen 8 dagen na de trekking nog een wijziging van de omvang van de prijs kan plaats vinden. Het hof ziet hierin een bevestiging van de verklaring van [A] nu [A] kennelijk op dat moment al wist dat hij het bedrag in contanten van verdachte zou krijgen, zodat hij die “wachttijd” van acht dagen niet in acht hoefde te nemen. In de periode tot de betaling door WL aan verdachte en de betaling door [A] aan Combiplay heeft [A] inderdaad grote contante stortingen op zijn rekening gedaan, waarvan, gelet op de inhoud van [A] verklaring in relatie tot de hiervoor opgesomde feiten, voor het hof is komen vast te staan dat dat door verdachte aan [A] ter beschikking gestelde bedragen betreft. Naderhand heeft verdachte, doordat [A] aan WL had doorgegeven dat verdachte de eigenaar van het winnende lot was, de door hem aan [A] gegeven bedragen als het ware terug gekregen via WL, terwijl de echte prijswinnaar, Combiplay, nadien is uitbetaald door [A] met geld dat hij van verdachte had ontvangen.
Het hof is van oordeel dat verdachte, in samenwerking met [A] , door deze “omwisselconstructie” de herkomst van het door verdachte aan [A] te beschikking gestelde bedrag van (ongeveer) € 470.562,40 heeft verhuld. Nu verdachte verder geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor die herkomst en gezien de gegevens over de gemiddelde legale (contante) inkomsten van verdachten door de jaren heen, neemt het hof aan dat die geldbedragen tot een totaal van ongeveer € 470.562,00 afkomstig waren/zijn uit misdrijf. Aldus is er sprake van witwassen en acht het hof het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.”