ECLI:NL:PHR:2014:1764
Parket bij de Hoge Raad
- L. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de schuldsaneringstermijn na afloop van de wettelijke termijn
In deze prejudiciële procedure heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of de termijn van de wettelijke schuldsaneringsregeling, zoals vastgelegd in artikel 349a van de Faillissementswet (Fw), kan worden verlengd na het verstrijken van de reguliere termijn van drie jaar. De zaak betreft een verzoekster die in 2010 onder de schuldsanering is geplaatst, maar in 2013 tekort is geschoten in haar verplichtingen. De rechtbank heeft de schuldsanering beëindigd zonder toekenning van de schone lei, maar het gerechtshof heeft vragen aan de Hoge Raad voorgelegd over de mogelijkheid van verlenging van de termijn en de gevolgen voor de verplichtingen van de schuldenaar na afloop van de termijn.
De Hoge Raad concludeert dat verlenging van de schuldsanering mogelijk is, zelfs nadat de termijn van drie jaar is verstreken. Dit biedt de schuldenaar de kans om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen en een schone lei te verkrijgen. De Hoge Raad benadrukt dat de verplichtingen van de schuldenaar niet automatisch doorlopen na het verstrijken van de termijn, maar dat de rechter de mogelijkheid heeft om een verlengingsbeslissing te nemen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Dit betekent dat de rechter maatwerk kan toepassen en kan bepalen welke verplichtingen van toepassing zijn tijdens de verlenging.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de praktijk van de schuldsanering, aangezien het de rechtszekerheid voor schuldenaren vergroot en hen de kans biedt om hun situatie te verbeteren, zelfs na het verstrijken van de wettelijke termijn. De Hoge Raad roept op tot zorgvuldigheid in de procedure en benadrukt dat vertraging door derden niet ten koste mag gaan van de rechten van de schuldenaar. De conclusie van de Hoge Raad biedt een helder kader voor de behandeling van verlengingsverzoeken in de toekomst.