ECLI:NL:HR:2011:BQ0421
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Waardering van incourante onroerende zaak (stadion) op bedrijfswaarde in het kader van de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om de waardering van een onroerende zaak, specifiek een stadion, voor de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De waarde van het stadion, gelegen aan de a-straat 1 te Z, was vastgesteld door de heffingsambtenaar voor het tijdvak van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006. Na bezwaar van de belanghebbende, X B.V., handhaafde de heffingsambtenaar de beschikking. De Rechtbank te Almelo verklaarde het beroep ongegrond. Hierop stelde belanghebbende hoger beroep in bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en de waarde van het stadion verlaagde naar € 1.288.985, gebaseerd op de commerciële verhuur van het stadion.
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Z ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat het stadion bedrijfsmatig werd gebruikt. De Hoge Raad benadrukte dat voor de waardering op bedrijfswaarde vereist is dat de exploitatie van de onroerende zaak met het uitsluitende doel van winstbejag plaatsvindt. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De Hoge Raad concludeerde dat de eerdere beoordeling van het Hof blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting, omdat het Hof niet had onderkend dat ook andere niet-commerciële drijfveren de bedrijfsmatige exploitatie in de weg kunnen staan. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten van het geding in cassatie, maar liet de beoordeling van de proceskosten voor het Hof en de Rechtbank aan het verwijzingshof over.