ECLI:NL:HR:2005:AT5898
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de afwikkeling van een converteerbare obligatielening en de fiscale gevolgen daarvan
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 mei 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1994, waarbij de Inspecteur een aanslag had opgelegd die na bezwaar was verminderd. X N.V. ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur vernietigde en de aanslag verder verlaagde. De Inspecteur ging in cassatie tegen deze uitspraak, waarbij drie middelen werden voorgesteld door belanghebbende.
De Hoge Raad oordeelde dat de afwikkeling van de conversie van een converteerbare obligatielening via de kasvariant gelijkgesteld moet worden aan de afwikkeling via uitreiking van aandelen. Dit oordeel was van belang voor de fiscale behandeling van de betalingen die belanghebbende had gedaan in verband met de conversie. De Hoge Raad concludeerde dat de betalingen geen invloed hadden op het fiscale resultaat, en dat de middelen van belanghebbende faalden.
De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en verlaagde de aanslag tot een bepaald belastbaar bedrag. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de fiscale behandeling van converteerbare obligatieleningen en de afwikkeling daarvan.