ECLI:NL:HR:2001:AB0158

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 februari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
35639
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R.J.J. Jansen
  • G.J. Zuurmond
  • F.W.G.M. van Brunschot
  • D.G. van Vliet
  • P. Lourens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en waardering van opties

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage over een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het boekjaar 1991/1992. De Inspecteur had een aanslag opgelegd van ƒ 3.089.464, welke na bezwaar was verminderd tot ƒ 3.067.834. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, maar de aanslag gehandhaafd zoals deze door de Inspecteur was vastgesteld. X N.V. heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris heeft zowel een verweerschrift ingediend als voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat alleen de waarde van de aan werknemers toegekende rechten ten tijde van de optieverlening bij de fiscale winstbepaling in aanmerking kan worden genomen. Waardemutaties van de rechten na die datum hebben geen invloed op de fiscale winst. Dit betekent dat het waardeverloop van een optie op aandelen in de vennootschap geen invloed heeft op het fiscale resultaat. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel van X N.V. verworpen en verklaarde het beroep ongegrond.

De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2001.

Uitspraak

Hoge Raad der Nederlanden
D e r d e K a m e r
Nr. 35639
21 februari 2001
JMH
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X N.V., gevestigd te Z, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 31 augustus 1999, nr. BK-97/01628, betreffende na te melden aanslag in de vennootschapsbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het boekjaar 1991/1992 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, welke aanslag na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur verminderd tot een aanslag naar een belastbaar bedrag van ƒ 3.089.464.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft vernietigd en de aanslag heeft gehandhaafd zoals deze door de Inspecteur bij ambtshalve vermindering nader is vastgesteld op een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van ƒ 3.067.834. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris heeft zowel een verweerschrift ingediend, als bij afzonderlijk geschrift voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie ingesteld, welk geschrift aan dit arrest is gehecht en daarvan deel uitmaakt. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend en de Staatssecretaris een conclusie van dupliek.
De Advocaat-Generaal L.F. van Kalmthout heeft op 14 juli 2000 geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Belanghebbende heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het door belanghebbende voorgestelde middel
3.1. Het Hof heeft geoordeeld dat enkel de waarde van de aan de werknemers toegekende rechten ten tijde van de optieverlening bij de fiscale winstbepaling in aanmerking kan worden genomen, en dat waardemutaties van de rechten na die datum geen invloed hebben op de fiscale winst. Dat oordeel is juist. De houder van een optie op aandelen in de vennootschap die het optierecht heeft verleend, of, zoals in casu, in een met deze in een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 verbonden lichaam staat tot die vennootschap of dat verbonden lichaam in een rechtsbetrekking die zodanig overeenkomt met die van aandeelhouder dat alle transacties tussen hem en die vennootschap of dat verbonden lichaam op gelijke voet als geldt voor de aandeelhouder buiten de winstsfeer worden afgewikkeld. Het waardeverloop van een optie heeft in zo’n geval derhalve geen invloed op het fiscale resultaat. Ook het resultaat op aandelen die zouden zijn ingekocht om aan de optieverplichting te voldoen, raakt de winstsfeer niet, aangezien die aandelen dan als ingetrokken dienen te worden beschouwd. Het middel faalt.
3.2. Nu het cassatiemiddel van belanghebbende niet slaagt, is de voorwaarde waaronder het incidentele cassatieberoep van de Staatssecretaris is ingesteld, niet vervuld. Dat beroep behoeft derhalve geen behandeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren G.J. Zuurmond, F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier W.G. Heesakkers-Kamerbeek, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2001.