Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
In een procedure als de onderhavige rust de bewijslast dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld, op de heffingsambtenaar. Het staat de heffingsambtenaar daarbij vrij om de door hem vastgestelde waarde in iedere fase van het geding met nieuwe (andere) gegevens te onderbouwen. Doel van de WOZ-procedure is om tot een niet te hoge waarde van de woning te komen. Naar het oordeel van het hof is de heffingsambtenaar met hetgeen hij bij de rechtbank en in de hoger beroepsfase heeft aangevoerd, geslaagd in de op hem rustende bewijslast. In zoverre doen de door hem eerder gegeven onderbouwingen, al dan niet gebaseerd op, dan wel gecontroleerd aan de hand van het waardevergelijkingsrapport, niet meer ter zake. Gesteld noch aannemelijk is voorts dat het verzuim het waardevergelijkingsrapport over te leggen belanghebbende belemmert in diens mogelijkheden de gegrondheid van de WOZ-beschikking te bestrijden. Dat het verzuim het waardevergelijkingsrapport over te leggen, een belemmering kan zijn voor het uitwerken of toetsen van de door belanghebbende voorgestane waarderingsmethodiek is, zoals volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen, niet relevant.
bezwaarfase ten onrechte enkel met een taxatieverslag en -kaart is onderbouwd en niet met een taxatierapport. Het hof constateert dat het taxatieverslag en de taxatiekaart verwijzen naar referentieobjecten met vermelding van de kenmerken van de woning en van die objecten en dat daarmee de aansluiting tussen de verkoopprijzen van die objecten en de WOZ-waarde van de woning kan worden gemaakt. Daarmee kan niet gezegd worden dat de waarde in bezwaar, toen er nog geen taxatierapport was opgemaakt, ondeugdelijk of onvoldoende was gemotiveerd. [15] Het bepaalde in artikel 40, lid 2, Wet WOZ doet aan het voorgaande niet af. Die bepaling bevat uitsluitend de verplichting tot het op verzoek verstrekken van het taxatieverslag en (desgevraagd) grondstaffels.
5.Beslissing
hof van € 89,20;
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).