ECLI:NL:HR:2000:AA8610
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Waardebepaling onroerende zaken en cassatieprocedure van het College van burgemeester en wethouders van Maassluis
In deze zaak gaat het om de waardebepaling van een onroerende zaak gelegen aan de a-straat 1 te Z, vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis. De waarde voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000 werd vastgesteld op € 202.000. Na bezwaar van de belanghebbende heeft het College deze beschikking gehandhaafd. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Hof, dat de waarde heeft verlaagd naar € 182.500. Het College heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad behandelt de zaak en overweegt dat de Advocaat-Generaal op 29 maart 2000 heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en verwijzing naar een ander hof. De Hoge Raad gaat in op de waardebepaling van de onroerende zaak en de methoden die daarbij zijn gehanteerd. Het Hof heeft geoordeeld dat de waarde van de woning per 1 januari 1995 niet hoger kan zijn dan de koopsom van € 182.500, die in 1995 is betaald. Dit oordeel is door de Hoge Raad als toereikend gemotiveerd bevonden.
De Hoge Raad concludeert dat de middelen van het College falen en dat de waarde zoals vastgesteld door het Hof niet onbegrijpelijk is. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 29 november 2000 uitgesproken door de vice-president en de raadsheren, en het griffierecht van € 630 wordt geheven van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis.