5.9.De Inspecteur heeft deze stelling betwist en hiertoe het volgende aangevoerd:
- dat het handschrift van belanghebbende lastig leesbaar is, is inherent aan het handschrift zelf en is niet van belang voor beantwoording van de vraag of een aangifte onvolledig of onzorgvuldig is;
- dat vraag 2d luidende ‘Vraagt de langstlevende echtgenoot of de erfgenaam die het vruchtgebruik van de woning krijgt om uitstel van betaling?’ met 'ja' is beantwoord onder de vermelding ‘Ik had al gewacht tot verkoop van het huis’ heeft niet direct tot gevolg dat de aangifte onzorgvuldig is, maar is meer het gevolg van het feit dat belanghebbende de vraag niet goed heeft begrepen;
- dat de vragen 2k en 21 inhoudende of de erfgenaam alleen een legaat heeft verkregen en of de waarde van het legaat lager is dan € 2.057, met ’ja’ zijn beantwoord en vervolgens dat antwoord weer is doorgehaald, gebeurt vaker bij een papieren aangifte;
- dat vraag 3d 'roerende zaken' niet is gevuld laat onverlet de mogelijkheid dat er geen roerende zaken van noemenswaardige waarde in de nalatenschap zaten;
- dat bij vraag 3k 'schuld van de overledene aan (…) de erfgenamen’ per abuis de datum van overlijden is ingevuld, heeft geen invloed op de fiscale gevolgen van de aangifte erfbelasting;
- anders dan belanghebbende stelt, diende vraag 3l naar schenkingen op papier wel degelijk te worden beantwoord, hetgeen belanghebbende ook heeft gedaan;
- dat naar belanghebbende stelt vraag 5 luidende of de overledene een testament heeft laten opmaken onjuist is ingevuld omdat er wel een testament was, namelijk van oma blijkens de bij de Belastingdienst in bezit zijnde verklaring van erfrecht; behoefde niet tot de conclusie te leiden dat de aangifte onjuist was ingevuld omdat deze verklaring van erfrecht geen onderdeel behoefde uit te maken van het erfbelastingdossier van erflaatster;
- dat vraag 61 of er een Afgezonderd Particulier Vermogen is, niet is beantwoord, hoefde geen aanleiding te vormen voor nader onderzoek vanwege de overige gegevens (bezittingen en schulden) die de Inspecteur bij onderzoek van de aangifte heeft gecontroleerd.