ECLI:NL:HR:2011:BP2975
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vergoeding van proceskosten in belastingzaken met bijzondere omstandigheden
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2002, opgelegd aan belanghebbende, die ook een boete kreeg. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag en boete vernietigd, maar een kostenvergoeding toegekend. De Rechtbank te Breda heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van kosten. De Inspecteur ging in hoger beroep, maar het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en de Staat veroordeeld tot schadevergoeding aan belanghebbende.
De Hoge Raad oordeelt dat de Inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslag onzorgvuldig heeft gehandeld, wat grond biedt voor een bijzondere omstandigheid die een integrale kostenvergoeding rechtvaardigt. De Hoge Raad bevestigt dat ook vermoedens, mits gerechtvaardigd door feiten, bewijs kunnen opleveren. De uitspraak van het Hof wordt in cassatie niet onjuist geacht, en de Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond. De Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 500 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.