Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
,
0 Leeswijzer
1.Procesverloop
- De e-mail van mevrouw [getuige 2] die zij heeft verstuurd aan medewerkers van de Belastingdienst en waarin zij aangeeft dat de vragenbrief in het project Bank Zonder Naam nog niet verzonden mag worden (gedateerd 20 november 2006);
- De e-mail van mevrouw [getuige 2] van 5 december 2006 verstuurd aan de regio aanspreekpunten project Bank Zonder Naam, waarin zij aanwijzingen geeft over de te treffen voorbereidingen voor de start van het project Bank Zonder Naam.
20 juli 2011 en
20 september 2011
2.Verzoek
3.Beoordeling van het verzoek
Geheimhouding:(delen van de) stukken mogen door de Inspecteur worden onthouden aan de rechter die de hoofdzaak beslist en aan de wederpartij; zowel de rechter die de hoofdzaak beslist als de wederpartij nemen geen kennis van deze (delen van) stukken en deze blijven bij de beslissing van de hoofdzaak geheel buiten beschouwing (geheimhouding). (Weigering als bedoeld in lid 1 van art. 8:29 van de Awb door de Inspecteur om (delen van de) stukken aan zowel de rechter die de hoofdzaak beslist als de wederpartij over te leggen is gerechtvaardigd.)
Beperking kennisneming:de (delen van de) stukken komen wel ter beschikking van de rechter die de hoofdzaak beslist, maar de wederpartij kan geen kennis nemen van deze (delen van) stukken: de kennisneming is beperkt tot de rechter die de hoofdzaak beslist (beperkte kennisneming).
- verslagen van bijeenkomsten van de projectleider, de regiotrekkers en de Inspecteur;
- e-mails tussen de projectleider, de regiotrekkers en de Inspecteur, in het bijzonder naar aanleiding van de
thans[geheimhoudingskamer: conform origineel cursief] geen stukken meer te hebben dan reeds zijn overgelegd. Ook de huidige projectleider heeft dat verklaard.
thans[geheimhoudingskamer: conform origineel cursief] niet meer. Voorts verzoekt belanghebbende naar aanleiding van de e-mail van mevrouw [getuige 1] van 9 juni 2008, de e-mail van 5 december 2006 en de ambtsedige verklaring van mevrouw [getuige 2] van 20 juli 2011 stukken over te leggen met betrekking tot de herchecks inzake belanghebbende.
thans[geheimhoudingskamer: cursief], dat wil zeggen: in 2014, die stukken niet meer kan overleggen dient – in dat geval - voor zijn rekening en risico te blijven. De geheimhoudingskamer is met belanghebbende van oordeel, dat de stukken van het geding aanleiding geven te vermoeden dat in het kader van de identificatie toentertijd bij belanghebbende herchecks hebben plaatsgevonden en dat de eventuele toentertijd aanwezige en/of opgemaakte stukken daarvan van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de voortvarendheid van de Inspecteur.
4.Beslissing
14 september 2007, nr. 43 294, ECLI:NL:HR:2007:BB3489).