Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
uitspraak van 10 mei 2023
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de Heffingsambtenaar,
Procesverloop
Feiten
Oordeel van de Rechtbank
Geschil in hoger beroep, incidenteel hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het geschil
lotsom
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- verklaart het incidentele hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank;
- veroordeelt de Heffingsambtenaar tot vergoeding van de wettelijke rente over de door de Rechtbank aan belanghebbende toegekende vergoeding van immateriële schade van € 281,25, de aan belanghebbende toegekende vergoeding van proceskosten van € 379,50, en de aan belanghebbende toegekende vergoeding van griffierecht van € 354, vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de Rechtbank van 8 augustus 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt de Staat tot vergoeding van de wettelijke rente over de door de Rechtbank aan belanghebbende toegekende vergoeding van immateriële schade van € 1.218,75, de aan belanghebbende toegekende vergoeding van proceskosten van € 379,50, en de aan belanghebbende toegekende vergoeding van griffierecht van € 354, vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de Rechtbank van 8 augustus 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 837 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf vier weken na de openbaarmaking van deze uitspraak tot aan de dag van algehele voldoening, en
- gelast dat van de Heffingsambtenaar een griffierecht wordt geheven van € 548.