Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, dat op 12 oktober 2023 is uitgesproken. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die tot stand is gekomen via een tussenpersoon, Spaar Select. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Dexia vorderde een verklaring voor recht dat zij na betaling van een bedrag van € 1.280,40 aan de afnemer aan al haar verplichtingen had voldaan. De kantonrechter verklaarde dat Dexia niets meer aan de afnemer verschuldigd was na betaling van de schadevergoeding, maar wees de overige vorderingen van Dexia af. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van Dexia opnieuw behandeld. Het hof oordeelde dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer had geadviseerd zonder vergunning, en dat Dexia in strijd handelde met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999 door de effectenleaseovereenkomst aan te gaan. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van financiële instellingen bij het aangaan van overeenkomsten via tussenpersonen.