Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het arrest van 23 augustus 2022 met de daarin genoemde stukken;
- de brief namens IEX van 11 november 2022 met producties; en
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 23 november 2022 is gehouden.
2.De kern van de zaak
27.300 aandelen IEX Group aan [geïntimeerde] uit hoofde van de door [geïntimeerde] op 14 februari, 7 maart, 1 mei en 22 juni 2018 bij IEX Group ingediende certificaten aan toonder”, binnen 14 dagen na betekening van het bodemvonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag met een maximum van € 100.000,--.
3.Het oordeel van het hof
beursgenoteerdeaandelen in IEX. IEX meent dat het haar vrij staat de toonderstukken, indien zij daartoe al gehouden zou zijn, te converteren in niet-genoteerde aandelen A.” (cursivering in origineel). Uit de eerste geciteerde zin volgt dat IEX [geïntimeerde] vordering zo begreep dat hij aanspraak maakte op beursgenoteerde aandelen: aandelen B dus. Overigens, als IEX de vordering zo had begrepen dat zij sowieso ook aandelen A mocht leveren, was deze tekst zinledig geweest. In het executiegeschil heeft IEX aangevoerd dat zij ten tijde van de zitting in de bodemprocedure geen listing agent had, waardoor zij geen nieuwe aandelen B aan [geïntimeerde] kon leveren (althans deze niet onder de beursnotering kon brengen) en dat zij daarom deze opmerking, als een soort voorbehoud, maakte bij de bodemrechter. IEX heeft daar bij die mondelinge behandeling verder niets over gezegd omdat zij, aldus desgevraagd in haar toelichting in hoger beroep, verwachtte dat zij snel weer een listing agent zou hebben – en daarom zo nodig, als zij moest leveren, weer aandelen B zou kunnen leveren. In het executiegeschil is voor verder debat over de gevolgen van het al tijdens de bodemprocedure ontbreken van een listing agent, geen plaats meer. Uit een en ander volgt in ieder geval dat ook IEX ervan uitging dat [geïntimeerde] aanspraak maakte op aandelen B en dat zij de mogelijkheid van voldoening in aandelen A onvoldoende in het debat van de bodemprocedure heeft betrokken; deze mogelijkheid is dus ook niet in de veroordeling betrokken. Het bij de mondelinge behandeling bij het hof door IEX naar voren gebrachte argument dat de certificaten van aandelen op naam in Alanheri toch alleen maar recht geven op aandelen op naam in IEX, heeft IEX onvoldoende met stukken onderbouwd en had overigens in de bodemprocedure gevoerd moeten worden.