Uitspraak
1.[geïntimeerde1]
3.[geïntimeerde3]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
de rechtspersoonbeogen te beschermen in beginsel (behoudens door de bestuurder aan te voeren feiten en omstandigheden waaruit volgt dat dit niet een ernstig verwijt oplevert) al de aansprakelijkheid van de bestuurder vestigt. Dat standpunt zou ook niet juist zijn, nu deze norm betrekking heeft op de interne bestuurdersaansprakelijkheid en het in deze zaak gaat om een gestelde aansprakelijkheid van de bestuurders ( [geïntimeerden] ) tegenover een derde ( [appellant] ). Anders dan de advocaat van [appellant] stelt, volgt uit het arrest Willemsen/NOM [9] niet dat deze norm ook in een geval als het onderhavige kan worden toegepast. In dat arrest is geoordeeld dat de omstandigheid dat is gehandeld in strijd met statutaire bepalingen die
een individuele aandeelhouderbeogen te beschermen, in beginsel aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover die individuele aandeelhouder meebrengt. De geschonden statutaire bepaling hield daar in dat voor besluit tot aangifte van faillissement en aanvraag van surséance ook goedkeuring van de algemene vergadering nodig is. Om de bedoelde norm hier toe te kunnen toepassen zou sprake moeten zijn van handelen in strijd met statutaire bepalingen die
een individuele schuldeiserbeogen te beschermen. Dat dit het geval is, is niet gesteld of gebleken.