ECLI:NL:HR:2000:AA4873
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Roelvink
- A. Neleman
- J. de Savornin Lohman
- W. Hammerstein
- M. Kop
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een bestuurder voor wanprestatie van de vennootschap in het kader van een consignatie-overeenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 februari 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen New Holland Belgium N.V. (hierna: NHB) en een bestuurder van Driespan Schermer B.V. (hierna: [verweerder]). NHB had [verweerder] aangesproken op persoonlijke aansprakelijkheid voor schade die zij had geleden door wanprestatie van Driespan. De zaak begon met een dealer-overeenkomst tussen NHB en Driespan, waarbij NHB tractoren aan Driespan leverde onder een consignatie-overeenkomst. NHB vorderde betaling van twee tractoren die Driespan aan derden had verkocht zonder voorafgaande betaling aan NHB. De Rechtbank te Alkmaar had de vordering van NHB toegewezen, maar het Gerechtshof te Amsterdam vernietigde dit vonnis en wees de vordering af.
In cassatie werd door NHB betoogd dat [verweerder] persoonlijk onrechtmatig had gehandeld door de tractoren zonder betaling aan NHB te leveren aan derden. De Hoge Raad oordeelde dat de bestuurder van een vennootschap niet automatisch aansprakelijk is voor de schade die de vennootschap aan een derde toebrengt, tenzij hij wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof terecht had geoordeeld dat [verweerder] niet persoonlijk aansprakelijk was, omdat er geen bewijs was dat hij wist dat Driespan niet aan haar betalingsverplichtingen zou voldoen.
De Hoge Raad verwierp het beroep van NHB en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest verduidelijkt de voorwaarden waaronder een bestuurder aansprakelijk kan worden gesteld voor de wanprestatie van de vennootschap, met name in het kader van consignatie-overeenkomsten.